Cursus van de HOVO, in drie delen.'
Woensdag 3 augustus was de eerste middag. Aan de orde kwamen Liszt, Paganini en Chopin.
We spreken over het Parijs van rond 1830.
Docent Willem van Woestenburg laat horen hoe virtuoos pianisten en violisten waren, top-voorbeelden zijn Liszt en Paganini.
Woestenburg noemt het 'olympisch spelen', zo hard en zo snel mogelijk. Hij mist fijnzinnigheid, werkelijke schoonheid.
Als voorbeeld geeft hij een wedstrijd die gehouden werd in 1837. Thema was een stukje van de componist Bellini. Woestenburg laat het horen op de piano. Het is een operafragment, en gezongen klinkt het zo:
Suoni la tromba. uit de opera I Puritani - Bellini.
Voorwaarde voor zo'n wedstrijd is dat het thema niet al te moeilijk is.
Er worden diverse variaties op gemaakt. Franz Liszt bracht alles versies samen in de Hexaméron, de zes dagen van de schepping.
Woestenburg laat van elke variatie een stukje horen.
Dat zijn achtereenvolgens variaties van de componisten:
Thalberg, Liszt, Pixis, Henri Herz, Czerny, Chopin.
Over Czerny weidde Woestenburg nog wat uit: Czerny is de man die pianoleerlingen martelt met hele ingewikkelde toonladers. We moeten, als klas, erkennen: dit is echt muziek.... Woestenburg roemt bij voorbeeld de mooie vermenging van majeur en mineur.
Een pagina Czerny ter illustratie.
Overigens was Czerny leerling van Beethoven, en leraar van onder anderen Liszt.
De enige variatie waarvoor Woestenburg een goed woord over heeft, is die van Chopin.
F.Chopin - Hexaméron Variation on Bellini's Suoni la tromba e intrepido -
Mattia Peli - Live, 2013
Schilderij van Liszt aan de piano - Joseph Danhauser
Personen: Liszt, Rossini en Paganini (midden achter; Rossini de dikke, met arm om Paganini);
de schrijfster Marie Catherine Sophie de Flavigny, gravin d'Agoult, (rechts voor)
verder Georges Sand, Victor Hugo en Alexander Dumas. Prominent ook het beeld van Beethoven.
Plaatje van zo'n muzikale bijeenkomst.
Na de pauze hielden we ons bezig met Paganini. Paganini was een virtuoos op de viool, hij had ontzettend lange vingers, en heel soepel bindweefsel, dat hem in staat stelde de lastigste grepen op de viool uit te voeren. Paganini was ook wat zonderling, hij speelde op kerkhoven en schminkte zijn gezicht wit bij optredens. Zo cultiveerde hij zijn imago, hij werd 'satan' genoemd.
Paganini schreef de Caprices, die door Franz Liszt ook weer getranscribeerd werden naar piano. het zijn de Douze Études d'exécution transcendante d'après Paganini. Ter illustratie geef ik hier caprice nummer 11 in C, van Thomas Zehetmair, violist:
Paganini, caprice 11, Thomas Zehetmair.
Daniil Trifonov plays Liszt's Transcendental Études no 11 Harmonies du Soir
Dit stuk kwam in de les niet aan de orde, ik vond het toevallig, en vind het ontroerend mooi; komt op mij ook niet als 'virtuoos' over.
Dit is nummer 5, de Feuilles Follets: echt virtuoos!
Meer informatie over de Grande Etude van Liszt is te vinden onder Wiki.Nummer 4, 'Olympische Spelen': hard en snel.
De eerste les verliep niet helemaal zoals Woestenburg het gepland had: de geluidsinstallatie liet het afweten, de hele tijd een te zachte weergave, met het vioolspel kwam er alleen nog gekras over... Willem maakte het goed door zelf het slotstuk te spelen: de mazurka in cis-mol van Chopin. Prachtig!Chopin Mazurka cis-moll op. 63 Nr. 3; Jürg Hanselmann, Klavier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten