Boekomslag
Dit boek is de vertaling van het boek Bunte Steine, dat in 1852 verscheen. De verhalen waren toen niet meer nieuw, ze waren al eerder afzonderlijk in tijdschriften verschenen. Ook waren ze opnieuw bewerkt.
Schrijver, Adalbert Stifter, leefde van 1805-1868. Hij kwam door zelfmoord om het leven.
Dat is des te wranger, omdat Stifter in dit boek zo'n verheven gedachtegoed weergeeft. Daarover straks. Betreurenswaardig dat die opvatting hemzelf niet heeft kunnen behoeden voor de zelfmoord. Overigens ook niet voor het alcoholisme dat daaraan voorafging, Stifter leed aan een verregaande staat van levercirrose.
Een jonge Stifter
Stifter hoort bij de wereldliteratuur, en daarom was ik weer zo verrast door deze auteur. Ik ontdekt hem bij toeval, omdat de NDR een uitzending over hem had. Ter gelegenheid van zijn 150e sterfdag zonden zij zijn opstel Die Poesie und ihre Wirkungen uit. De NDR maakt er in zijn aankondiging op opmerkzaam, hoe verschillend Stifter beoordeeld is. Een groot fan van hem was bijvoorbeeld Friedrich Nietzsche, terwijl veel andere critici zijn figuren 'seelenlos' en 'schablonenhaft' noemden.
Geboren in 1805 als zoon van een 'Leinweber' (linnenwever).
Ik. kan dat van die personages niet beamen, omdat in de verhalen in dit boekje het meer om de natuur gaat dan om mensen. Maar daarover ook straks meer.
Ik heb ook gelezen, dat hij behalve schrijver nog schilder was, in de politiek werkzaam was, en ook in het onderwijs.
Ik ben eigenlijk razend benieuwd naar zijn biografie. Er zijn er maar liefst drie, degene die mij het meest aanspreekt is die met de titel Adalbert Stifter, oder Diese fürchterliche Wendung der Dinge, van Wolfgang Matz. Niet alleen is de titel veel intrigerender dan die van de andere biografieën, deze is onlangs ook nog eens helemaal herzien en bijgewerkt (2016).
Meest recente biografie van Stifter.
Volgens de literatuurwetenschap staat Stifter met één been in het tijdperk van het realisme, met het andere in het Biedermeier-tijdperk. Een kenmerk van de biedermeier is conservatisme, en een hang naar burgerlijkheid. De stijl kwam in de restauratieperiode, tussen 1805 en 1848.
Ik heb zelf wat moeite met deze etikettering. Ik vind dat Stifter prachtig én boeiend schrijft. Zijn onderwerp is dikwijls de natuur, dat maakte op mij een diepe indruk. Ik kom hierop terug als ik over de verhalen ga vertellen. Een troost is het voor mij, dat Schubert bij de Biedermeier periode gerekend wordt. Hoera, een ander groot kunstenaar!
Im Allgemeinen wird mit dem Biedermeier ja immer der Rückzug ins Private, spießige, (kleinburgerlijk, AdW) überschaubare Themen und Geselligkeit verbunden. Der Biedermeier hat auch den Ruf eher auf konservative Tendenzen in der Kultur und der Literatur zu beharren. Die Autoren haben die sittlichen Ideale der Zeit verarbeitet, z. B. stille Unterordnung unter das Schicksal, Streben nach Gleichmaß und innerem Frieden und Zufriedenheit. Aber trotz der ganzen idyllischen Themen hat man damals einen Zwiespalt zwischen Ideal und der Wirklichkeit empfunden. Man war sich sehr wohl bewusst, dass diese Idylle bedroht war.Genau diese Themen tauchen auch bei Stifter auf.
Ik ga nu over tot het boek zelf. Stifter schreef er een belangwekkend voorwoord bij, en hij noemde de verhalen allemaal naar bepaalde gesteentes. Hij verklaart dit laatste uit het feit, dat hij graag onderweg steentjes en veertjes verzamelde. Zo worden zijn verhalen achtereen naar deze kleinodiën genoemd. Waarbij hij er gewag van maakt, dat een mooi oud stuk glas voor hem net zo goed telt als een robijn - mocht die ooit per ongeluk en ongeweten in zijn bezit zijn geweest. Ik heb bij mijn plaatjes vooral gekeken naar hoe ze in de natuur voorkomen. Ik zal per 'steen' vertellen waar het over gaat:
Graniet
Een jeugdherinnering, vervlochten met een sage. Een wagensmeerder (Pechbrenner) smeerde de kleine Adalbert eens zijn onderbeen onder het zwarte pek. Hij liep ermee het huis in, en maakte de vloer vies, wat hem op een uitbrander van zijn moeder komt te staan. Zijn grootvader neemt hem mee, en vertelt hem een oud verhaal van een wagensmeerder in de tijd dat de pest heerste. De man vlucht met zijn gezin het bos in om de pest te ontkomen. Maar toch sterft iedereen, alleen de kleine jongen overleeft. In het bos redt hij een klein meisje, dat verdwaald is. Later blijkt dat meisje een prinses te zijn, en zo komt de eenvoudige jongen tot aanzien.
Het verhaal wordt vooral gebruikt om de omgeving uitgebreid te beschrijven. Dat is ook wat dit verhaal en alle andere zo mooi maakt!
Illustratie bij Der Pechbrenner, eerste uitgave (Graniet).
Kalksteen.
In dit verhaal gaat het om een ontmoeting van de verteller met een arme predikant. De verteller geraakt in zijn hoedanigheid als landmeter in een armelijk gebied, waarin een predikant leeft. De buitenwereld beschouwt de geestelijke als een vreemde vogel, maar na zijn dood blijkt, dat hij met het bescheiden leven dat hij leidde - hij at bijna niets, sliep op een harde ondergrond, gaf niets voor zichzelf uit - zich ten doel had gesteld, geld uit te sparen voor de stichting van een school. Dan hoefden de kinderen niet meer zo ver te lopen langs allerlei gevaarlijke plekken in de bergen.
Ik vond mooi de stukjes over het fijne linnen dat de priester had. Zeker toen ik las, dat Stifters vader linnenwever was.
Overigens is dit verhaal met de morele boodschap vooral een vehikel voor de prachtige natuurbeschrijving, onder andere van het onweer.
Toermalijn (Schorl) – kristallen gegroeid in kwarts
Prachtig verhaal over 'de renteman', die in een bijzonder huis woont. Prachtig is de beschrijving van zijn kamer, waar een hele wand met portretten is behangen, en er overal rustbedden staan, met verschillende hoogtes, om die portretten liggend te kunnen bewonderen. De renteman is getrouwd, en heeft een kind. Maar het ongeluk wil dat zijn vrouw wegloopt met een toneelspeler, de vriend van de renteman.
Het huis raakt leeg, niemand ziet de renteman nog. Hij duikt veel later op, zijn dochter heeft een soort waterhoofd, hij heeft zijn hele leven besteed haar groot te brengen.
Tweekleurig Toermalijn
Bergkristal
Dit verhaal is wel het bekendste van Stifter. Ik vond het razend spannend! Twee kinderen wandelen door de bergen van het huis van hun grootouders, terug naar hun ouders. Maar er barst een ongelooflijk zware sneeuwbuit los. De kinderen - die echt wel wat gewend zijn - vinden de weg niet meer. In dit verhaal is Stifter héél sterk in het beschrijven van de natuur, en hoe die de kinderen bedreigt. Uiteindelijk komt het goed, hoewel je dit absoluut niet verwacht. Oh ja: het speelt zich af op Kerstavond.
Mica, ander woord voor Kattenzilver.
In dit verhaal komt een 'wild' meisje voor, ze leeft kennelijk in het bos, is 'onbeschaafd'. Maar ze redt een gezin als er een gruwelijke hagelbui neerstort, ze weet precies wat ze moet doen. Ze haalt takkenbossen waaronder de moeder en de kinderen kunnen schuilen.
Het gezin wil zijn dankbaarheid tonen, maar dat wil het meisje niet. Heel langzaam accepteert ze kleine hapjes en dergelijke, en lijkt een klein beetje opgenomen te worden in het gezin.
Dan breekt er een verschrikkelijke brand uit. Hierna verdwijnt het meisje voorgoed uit het leven van het gezin.
Ook hier weer: verhaal vooral vehikel voor natuurbeschrijving.
Berg- of Mondmilch.
Een verhaal over de Napoleontische oorlogen, een kasteel, en mannen in witte mantels. Die witte mantels zouden door de titel bergmelk gesymboliseerd kunnen zijn. Over de onvermijdbaarheid van oorlogen. Maar ook hier weer: vooral natuurbeschrijving.
De voorrede van Stifter bij dit boek is ook weer prachtig! Het gaat Stifter om de kracht van het zachte, het kleine. Het is de moeite waard dit voorwoord nog eens te herlezen! Voor geïnteresseerde lezers, in het Duits: zie GUTENBERG ONLINE VORREDE VAN STIFTER.
Wat ik bijvoorbeeld zo mooi vond, was zijn liefde voor het overkokende pannetje melk van een oude arme vrouw; daarin zit voor hem evenveel natuur-wetmatigheid als in een uitbarstende vulkaan.
De begrippen 'groot' voor belangrijk en 'klein' voor onbelangrijk past hij vervolgens toe op het menselijk leven, in het bijzonder op de 'innere Natur', zoals hij dat noemt. Een leven in eenvoud, rechtvaardigheid, zin voor het sociale en voor het schone, dat is voor hem 'groots, en 'klein' is voor hem woede, en wraakzucht, omdat ze door eenzijdige krachten worden opgeroepen. Ze garanderen geenszins het voortbestaan van de mensheid. Het gaat om 'der sanfte Gesetz.' De mens moet de voeling met de natuur herwinnen.
Er is veel over Stifter en zijn werk terug te vinden op deze LEERSITE over Stifter.
Het huis waarin Stiftervanaf het revolutiejaar 1848 woonde - tegenwoordig bekend als het Stifterhaus – werd 25 jaar geleden ook het Oostenrijkse Literatuurmuseum. Linz, Oostenrijk.
Stifter was met zijn 'sanfte Gesetz' gericht op de ontroering.
Was Nietzsche, zoals gezegd, een fan van hem (net als Thomas Mann), Heinrich Heine stak de draak met Stifter. Van Stifters roman Witiko zei Heine, dat het een roman was over „drie mannen die op drie stoelen gaan zitten“. [*** Zie opmerking beneden: is citaat van Hermann Hesse, niet van Heine; fout in Wikipedia.]
Stifter is ongetwijfeld een van de belangrijkste romanschrijvers uit de Biedermeierperiode.(Wikipedia)
Twaalf minuten over het leven van Stifter; deel 1. Hierin is ook werk van hem als schilder te bewonderen.
Stifter was zeer verontrust door de revolutionaire ontwikkelingen in 1848. Die strookten niet met zijn opvattingen over de zachte wetmatigheden. Hij stopte toen ook met een werk over Robespierre.
In de Nederlands Wikipedia staat dat ook, dat Heine-citaat over Witiko. Mij lijkt het sterk dat Heine dat gezegd zou hebben: De roman Witiko dateert van 1867 en Heine stierf in 1856.
BeantwoordenVerwijderenHet klopt, Anonymus: na enig speuren vond ik in het boek Geschichte der deutschen Literatur 2, van Bengt Algot Sorensen, het volgende citaat: Noch stilisierter und noch handlungsarmer ist Witiko, Eine Erzählung (1865-67), von dem Hermann Hesse ironisch meinte, er schildere, wie sich drei Männer auf drei Stühle setzen.
VerwijderenHet is dus geen citaat van Heine, maar van Hesse.
Dank voor uw opmerkzaamheid.