Motto:
There are no mistakes in life
Some people say
It is true sometimes
You can see it that way
Bob Dylan
Man in the Long Black Coat, 1989.
(Zie voor een mooie interpretatie van dat lied DEZE LINK.)
Boekomslag
Alfred Birney, geboren 1951.
Was gitaarleraar; schreef inmiddels al een uitgebreid oeuvre.
Een jonge Birney.
Voor het boek De Tolk van Java won Birney in 2017 zowel de Libris Literatuurprijs als de Henriette Roland Holst-prijs. De commissie van voordracht van laatstgenoemde prijs zegt over De Tolk van Java dat het boek "een schokkende confrontatie met een voorheen onverteld en dus onverwerkt deel van Nederlands koloniale verleden" is.Alfred Birney trad op in de documentaire De Indische Diaspora, deel I: De Birnies, een Indische familie uit Deventer. Regie: Joop de Jong & Liane van der Linden. Rotterdam: 1997.
Uit een interview met Birney:
Vraag: De oorlogsverrichtingen van uw vader tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog hebben een grillig verloop. Hij begon pro-Nederlands en eindigt pro-Indonesisch.
Antwoord:
"Zijn ‘loyaliteitswanhoop’ zoals ik het noem, heeft me mijn leven lang achtervolgd. Mijn vader was en is een moeilijk te begrijpen figuur. Hij is geboren en getogen in Soerabaja, sloot zich tijdens de Japanse bezetting met zijn Indonesische schoolkameraden aan bij het Vernielingenkorps. Hij saboteerde Japanse oorlogsvoertuigen. Hij was dus anti-Japans en pro-Nederlands.
„Na de Onafhankelijkheidsverklaring door president Soekarno op 17 augustus 1945 vocht hij tegen de Indonesische vrijheidsstrijders, met de Nederlandse brigades. Hij wist van de opstand; er werd over gefluisterd, het was onmiskenbaar. Alleen de Nederlanders wilden van niets weten. Hij schoot vrijheidsstrijders dood en als die zich verborgen achter een vrouw met zuigeling, dan schoot hij dwars door die twee heen. Hij stond op de zwarte lijst van Soekarno.(...)
Vraag:
„Maar aan het eind van de Indonesische vrijheidsstrijd, in 1949, werd hij voorstander van de onafhankelijkheid en vocht samen met zijn schoolvrienden tegen de Nederlanders. Hij sloeg radicaal om. Ik vraag me af: waar stond hij nou eigenlijk? Heeft u het antwoord kunnen vinden?
Antwoord:
„Nee, ik ben bang van niet. Hoe kan iemand steeds van loyaliteit wisselen? Ik denk dat hij op drift was, zoekend naar zijn identiteit. Dat laatste verbaast me weer niet. Hij was een onwettig kind. Zijn vader, nazaat van een aristocratische, steenrijke Schotse plantersfamilie op Oost-Java, heeft hem nooit erkend. Zijn Chinese moeder wel. Dus had hij een Chinees paspoort. In de Nederlands-Indische tijd werd op hem neergekeken, dat heeft hem getekend. Hij was geen echte Birney, geen miljonairszoon maar een wetteloze Chinese Indo. Dat hij zich aansloot bij zijn kameraden van vroeger kwam doordat zij hem ervan overtuigden dat hij een ‘kind van het land’ was, een van hen, een Indonesiër. Hij hervond zijn identiteit.”
Hier wat schematische uitleg over 'totoks en indo's.' Wat me scherp bijblijft uit dit boek, is de discriminatie die Indo's ervoeren. 'De Arend' dacht dat hij daarvan in Nederland verlost zou zijn, maar het tegendeel was waar. Zelfs zijn eigen vrouw, het Helmondse 'kamer-olifantje' leek niet van haar eigen kinderen te houden omdat ze gekleurd waren.
KNIL Bataljon Infanterie I
Uit Wikipedia:
Indische Nederlanders, ook afgekort tot "Indisch" of "Indische", zijn Nederlanders afkomstig uit de voormalige Nederlandse kolonie: Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. Indische Nederlanders kunnen grofweg opgedeeld worden in twee groepen: Indo-Europeanen en totoks. Indo-Europeanen, ook afgekort tot Indo’s, zijn mensen geboren uit een Europese ouder en een Aziatische ouder en hun nakomelingen. Totoks zijn ‘volbloed’ Europeanen die in Nederlands-Indië geboren zijn en/of er langere tijd gewoond hebben.
De Indo-Europeanen in Nederlands-Indië waren geen homogene groep. Ze kende cultureel-maatschappelijk een uiterst heterogene, rijkgeschakeerde diffuse variatie. Voor de koloniale wetgeving bestonden ze niet als aparte identiteit, die verdeelde de bevolking in 'inlanders', 'vreemde oosterlingen' en 'Europeanen'.
Om eerlijk te zijn: ik vond het geen leuk boek. Birney heeft ook zeker niet de bedoeling gehad om iets leuks, of zelfs maar moois te schrijven, dat geef ik grif toe. Maar ik vond de gewelddadigheden gruwelijk, te erg om aan te zien. Om precies dezelfde reden wil ik een documentaire-film als The Act of Killing niet zien. Een man die zijn zwangere vrouw tegen de buik schopt, of tegen de wieg van een huilende baby... Daar begint het mee. Maar we krijgen nog veel meer en veel ergere dingen te horen, martelingen, moorden zonder tal.
Ik begrijp dat dit boek geschreven moest worden. Om zo veel redenen: voor Alfred Birney, omdat hij een afschuwelijke jeugd gehad heeft. Omdat hij probeerde zijn vader te begrijpen. Omdat de vader een historisch belangrijke rol gespeeld heeft, als 'tolk van Java'. Die rol omvatte trouwens veel meer dan tolken, hij moest ook mensen ondervragen, werd op missie uitgezonden - waarbij hij talloze mensen vermoordde - of verzorgde transporten. De man was wreed, maar was zelf ook wreed groot gebracht. Buiten dat was hij een niet door zijn vader erkend kind. Kortom: de geschiedenis laat altijd weer zien, dat kinderen hun vreselijke trauma's doorgeven aan hun eigen kinderen. Het is in dit geval niet om aan te horen.
Desalniettemin zijn de recensies allemaal zeer lovend. Ik geef bijvoorbeeld de Recensie Tzum. Een enkeling laat ook een kritisch geluid horen. Bijvoorbeeld haal ik hier uit: De Leesclub van Alles:
"Het verhaal boeit. Het barst van actie, spanning, geweld, sex en dendert als een waterval de hoofdstukken door. Heel kort: de zoon vertelt hoe zijn vader in Soerabaja de bezetting door wrede Japanse soldaten ondergaat, daarna in dienst komt van de geallieerde bevrijders om die Japanners te helpen uitmoorden, naadloos doorgaat met het uitmoorden (en o ja, martelen) van Javaanse vrijheidsstrijders, om uiteindelijk samen met Amerikaanse mariniers de Javaanse Oosthoek schoon te vegen."
"Birney heeft het boek vol geweld gestopt (waarheidsgetrouw, vrees ik); ik hou het bij één citaat waarin Japanners waterboarding avant la lettre toepassen: “Eén duwde een trechter in mijn mond, een ander goot met een emmer de trechter steeds vol water. Ik moest het water doorslikken, voelde mijn maag opzwellen en werd daarna hard op mijn maag getrapt, zodat het water door mijn oren, mond, neus en anus naar buiten werd geperst. Deze foltering werd viermaal herhaald, totdat er bloed uit mijn anus kwam.”
"De thematiek steekt ook helder boven de pagina’s uit. Identiteitscrisis, politiek versus menselijkheid, cultuurbotsingen, gezinsproblemen en vooral heel veel zinloos geweld. Rondspattend bloed, sijpelende ingewanden, martelingen, oog-om-oog acties, het wordt de lezer voluit in het gezicht gesmeten. Waar gebeurd, wat des te triester is. En toch, bij weer een pagina-, nee hoofdstuklange opsomming van oorlogsacties en doorgesneden kelen, ontkomt de lezer niet aan het ‘nu weten we het wel’-gevoel. Ja, die uitgebreide beschrijvingen laten alle misstanden zien, maar nee, die uitgebreidheid maakt het verhaal leestechnisch niet beter. Als een spannend jongensboek dat te lang duurt."
"Ik zeg daarmee niet dat het een slecht boek is. De tolk van Java is kundig geconstrueerd. Zo is er de fijne taal. De woede van de zoon spettert oprecht, en het manuscript van de vader heeft de ouderwetse toonzetting van de vijftiger jaren. Perspectiefwisselingen houden het boek levendig. En het belangrijkste: het hele drama Nederlands-Indië, deze schande die op het collectieve geweten van Nederland rust, kan niet genoeg openbaar gemaakt worden. Birney heeft een stevig monument afgeleverd over een zeer donkere bladzijde in de koloniale geschiedenis. Opdat we niet vergeten zullen."
Einde Leesclub van alles -citaat.
Ik heb nog enkele dingen uit de geschiedenis nagezocht. Zo bijvoorbeeld over de politionele acties, waaraan de Arend (Arto's vader) deelnam:
"Politionele acties: WAT IS DE BETEKENIS?"
"De politionele acties staan voor twee pogingen van het Nederlandse leger om de onafhankelijkheid van Indonesië te voorkomen. Dit vond plaats vlak na de Tweede Wereldoorlog en wordt door velen gezien als een zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis.
Politioneel was in dit verhaal een eufemisme voor militair, want met harde hand werd de onafhankelijkheid van de voormalige kolonie Nederlands-Indië de kop ingedrukt. In 1947 werden zo'n 150.000 gewapende mannen naar de Indonesische eilanden gestuurd. In Nederland heerste de opvatting: 'Indië verloren, rampspoed geboren.' Hiermee doelde men vooral op het wegvallen van een grote bron van inkomsten die vanuit de kolonie naar Nederland kwam. Te denken valt aan specerijen en andere exotische waar. De eerste politionele actie richtte zich dan ook vooral op de herovering van belangrijke industrie- en plantagegebieden. De export zou hierna weer op gang moeten komen en daaropvolgend het geld de staatskas in. Bij de tweede politionele actie werden ook de bestuurlijke doelen in voormalig Nederlands-Indië veroverd en werden de kopstukken van de onafhankelijkheidsbeweging gevangen genomen. Er zijn naar schatting vele duizenden slachtoffers gevallen aan de kant van de Indonesiërs."
De Indonesische visie op de politionele acties uit ‘Rahasia Borobudur’ van A.S. Danial uit 1965. De tekst betekent: ‘Echter de onafhankelijkheid die zojuist was bereikt, wilden de Nederlanders ons weer ontnemen. Het volk heeft het op heldhaftige wijze aangedurfd met simpele wapens, soms zelfs met bamboestokken, zijn vrijheid tegen de Nederlandse bezetting te beschermen’.
Uit: Ons Erfdeel
Hok An Kiong Chinese Temple, Jalan Coklat, Soerabaja circa 1900–1920. "Large Chinese communities were already present in Java when the Dutch arrived just before the 1600. Many Chinese had native concubines until a large group of mestizos arose, spoke Malay or Javanese."
Ik voeg bovenstaande deze informatie toe, omdat Birneys grootmoeder Chinese was, met veel kruidenkennis. Zijn grootvader was van Schotse komaf, maar erkende zijn kinderen bij deze Chinese vrouw niet.
Plaatje behorend bij de eerste politionele actie.
Idem.
Vervoer van de gewonden.
Wervingsfolder. Vader Arend vocht ook voor Koningin en Vaderland. Wat eigenlijk raar was, omdat hij een Indo was. Gevoelsmatig herkenden zijn vrienden in hem dan ook meer zijn Indische identiteit.
Kempeitai (Japans: 憲兵隊) is het Japanse woord voor militaire politie. De Kempeitai was de militaire politie in het Japanse Keizerlijke Leger van 1889 tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. De Kempeitai trad ook op als inlichtingendienst en was berucht, zowel in Japan als in de bezette gebieden in Azië. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog telde de Kempeitai 36.000 manschappen.
De "Lintwormexpres" was een opvallende verschijning in Soerabaja. Duizenden militairen, van zowel Marine als Landmacht, hebben er gebruik van gemaakt. Twee reden er voor Mobat en één voor Inbat. De Arend maakte hier ook gebruik van.
KRONTJONG: 'de ziel van de Indo'. Uit dit opschrift dat ik van een blog haalde, blijkt wel, hoe belangrijk krontjongmuziek voor de Indo is geweest en voor velen ook nog steeds is. Kenners zeggen dat het muziek is, die recht vanuit het hart komt. Zo is de krontjong ook ontstaan. Krontjong is meer dan alleen maar leuke Indische muziek. Het is een uiting van gevoel, liefde voor en heimwee naar het moederland. Deze laatste betekenis heeft het gekregen na de repatriëring. Krontjong is een deel van onze Indische cultuur en erfgoed, dat onze eigen geschiedenis vertelt. Maar buiten genoemde eigenschappen is krontjong bovendien een unieke muziekstroming met een bijzondere ontstaansgeschiedenis.
Voor Alfred Birney was de gitaar heel belangrijk, zoals ook blijkt uit het feit dat hij een tijdlang gitaarleraar is geweest.
Pasar Besar Surabaya 1920
Ik neem dit plaatje op, omdat in het tweede deel, waarin Birney de memoires van zijn vader weergeeft, er veel informatie gegeven wordt over waar alles zich afspeelt. Ik kan me daar geen voorstelling van maken, vandaar deze foto.
Ten slotte geef ik hier wat stukjes uit De Tien Geboden van Alfred Birney, uit Trouw:
"Ik heb onderzoek gedaan, verhalen gehoord over andere jongens die net zoals hij als 'tolk' bij de mariniersbrigade hadden gediend en via via gesloten dossiers van het Niod mogen inzien. Dit alles, plus de dagboeken van mijn vader over zijn gevechten tegen de onafhankelijkheidsstrijders in voormalig Nederlands-Indië, laten er geen twijfel over bestaan. Mijn vader heeft honderden doden op zijn geweten. Mijn vader was een moordenaar."
IX Gij zult geen valse getuigenissen spreken tegen uw naaste.
"In Engeland zou een boek zoals De tolk van Java faction worden genoemd. Verhalende non-fictie, een roman gebaseerd op de werkelijkheid. Ik heb er als verteller, maar ook persoonlijk, natuurlijk, erg veel moeite mee om te geloven dat mijn vader die vreselijke dingen heeft gedaan. Ergens hoop ik nog steeds dat iemand op een dag zal bewijzen dat het niet waar is wat ik over zijn oorlogshandelingen heb opgeschreven."
Ik vond de structuur van het boek wél mooi. De stukken die de vader geschreven heeft, vond ik met name vervelend. Het geweld gebeurt heel vanzelfsprekend, met een raar soort bravoure, en zonder gevoelens. Bovendien is het erg opsommend, tegen een achtergrond van namen van straten en dergelijke die ik niet ken.
Maar je ziet wel dat er 'een ander' aan het woord is. De stukken 'van Birney zelf' vond ik veel mooier. - Maar ook bijzonder treurig en akelig.
De dolk van de voorplaat speelt een prominente rol.