Bloemlezing
Ik citeerde al eerder uit dit boekje, zie DIT BLOG OVER Werkman.Ik vind het een prachtig bundeltje, omdat dihcters hierin op eigen wijze hun gevoelens over Jezus vertolken.
Het ene gedicht spreekt meer aan dan het andere. Ik haal er hier een paar aan. Het volgende omdat aan dit gedicht de titel van de bundel is ontleend:
Ik ben de kleine dochter van Jaïrus
Ik ben de kleine dochter van Jaïrus.
Ik lig hier op een veel te grote baar.
De dood zit in mijn ogen en mijn haar,
dat, nu de krul eruit is, zonder zwier is.
Ik mis mijn pop, die nu zij niet meer hier is,
slaapt als ik slaap, de vingers in elkaar.
Ik weet dat twee en twee te zamen vier is,
maar nu ik dood ben, is dat niet meer waar.
Waarom had ik daarstraks ook weer verdriet?
Er zou een man die toveren kon, komen,
mij beter maken, maar toen kwam hij niet.
De mensen op het dak en in de bomen
gingen naar huis, maar ik blijf van hem dromen.
Morgen ben ik de eerste die hem ziet.
Ed. Hoornik (1910-1970)
Opwekking van de dochter van Jaïrus,
Paolo Veronese, 1546.
Het volgende sprak mij aan, omdat er zo roerend wordt gedicht over de kracht van het geloof:
Jezus
Ik hield van hem
hij keek me aan en zei: kom dan
ik keek terug
en stapte zo uit de boot
zijn blik hield
de mijne omarmd
ik vond niets meer gek
voelde geen water
geen onrust
aan mijn voeten
Mijn vader keek raar
toen ik het vertelde
en zei: Daar ben je
niet op gebouwd. Hij
probeerde me te pakken.
Verder geloofde
niemand mijn verhaal
iedereen vond mij gek
een stom kind
hallelujah
ze noemden het een wondergeloof
niet echt dus
Maar wat ik wilde
zeggen was dit:
zien jullie nou wel
je hebt me geen sprookjes verteld
kijk maar
het klopt
ik heb goed geluisterd
hoor
het klopt
je loopt en
je ziet het niet eens
al dat water
het maakt niet meer uit
want je ziet hem alleen
En ik dacht
waar jullie zinken
daar loop ik door
en daar ging ik
alleen
Anonieme Armeense kunstenaar, veertiende eeuw.
Ik vond het ook treffend, dat er meerdere gedichten in stonden bij kunstwerken. Dat was immers ook bij DIT BLOG OVER Werkman het geval.
Het volgende gaat over Maria met de dode Jezus op haar schoot:
Piëta van Michelangelo
Ging dood aan een geloof en werd een nieuw
gelijk. Zij heeft dat nooit gewild; daarvoor
baar je geen kind. Nog dekt ze hem niet toe,
maar houdt hem op haar schoot: groot
lijf ik heb je lief. Misschien was hij ook
moe van al dat eigenwijs en vrouwen
die hem claimden en mannen waarvan geen hem
als zoon erkennen wilde, ging dood gewoon,
noch lam noch hoeder, om stil
te liggen in het marmer van zijn moeder.
Hester Knibbe
Pietà, Sint Pieter, Rome,
Michelangelo
Het volgende is bij een schilderij van Rogier van der Weijden:
Het boek
Zij is mijn licht ontkroonde moeder nu,
haar schoot de troon waarop ik kalend
zit; ik ben nooit jong geweest. Ze leest
mij uit het boek dat ons verbindt, maar
zij kent enkel het begin, terwijl ik weet
hoe het straks afloopt met haar kind. Hoe
leg je aan je moeder uit, dat wat je doet
tussen de regels al geschreven staat
en dat het daarom moet. Haar mantel
is van bloed dat even om me
sloot nadat het licht mij
vvor de aarde uitverkoos. Haar
lieveling ben ik, mijn naam de toverspreuk
die in het grootboek van hhar hoofd
in kapitalen staat gevat. Speels
wijs ik hhar op al wat kreukt tussen
het eerste en het laatste blad.
Hester Knibbe.
Bij het schilderij Madonna in rood van Rogier van der Weyden.
1435 tot 1438
Het is maar een greep uit dit mooie bundeltje. Er staat nog veel meer moois in, van onder anderen Rutger Kopland (De grazige weiden, de stille wateren / ik heb ze gezocht en inderdaad / gevonden, ze waren nog mooier / dan mij was beloofd / prachtig) Gerrit Achterberg, Martinus Nijhoff, Rikkert Zuiderveld. Het is te veel om te blijven citeren.
Nog eentje dan, ook vanwege de mooie plaat van Jan Luyken die ik erbij vond:
Geloof
Of ooit het water Jezus heeft gedragen?
Ik hoor het mij nog aan mijn pake vragen.
Nee, zei hij, nee. Geen zee die daarin slaagt.
'tIs Jezus, zei hij, die het water draagt.
Jaap Zijlstra
Wonderbaarlijke spijsvermenigvuldiging en Jezus loopt over het water.
Jan Luijken 1690