vrijdag 16 april 2021

De Fundamenten, Ramsey Nasr, 2021.

Boekomslag.
Tekst op achterzijde boek, Bezige Bij: 
Hoe komen we uit deze crisis? Dat is de vraag die Ramsey Nasr, een van Nederlands meest veelzijdige kunstenaars, zichzelf stelt.
De pandemie legt volgens Nasr bloot wat we lange tijd niet wilden zien: het politieke en economische systeem heeft de fundamenten van onze samenleving aangetast. In een uiterst persoonlijk en tegelijk rationeel betoog ontleedt Nasr de corona- en klimaatcrisis als twee rampen die wezenlijk met elkaar verbonden zijn. Stap voor stap bevraagt hij onze gehele westerse manier van leven. Aan de hand van kunstenaars als Boccaccio, Rilke en Van Gogh houdt Nasr een pleidooi om onze plek op aarde en ons idee van geluk radicaal te herzien, niet als zweverig ideaal, maar puur uit lijfsbehoud.
De fundamenten is daarmee naast een indringende hartenkreet een politieke oproep tot opstand. Tegenover de chaos van deze tijd plaatst Nasr een urgent maar hoopvol geluid voor een land en wereld in crisis.
Kunstenaar Ramsey Nasr, geboren 1974.
Nasr had bij mij al een bijzondere plaats, toen hij als dichter des vaderlands een prachtig mooi gedicht schreef bij de aangekondigde abdicatie van koningin Beatrix, 28 januari 2013 Het gedicht is nog te vinden op de website van de Koninklijke Bibliotheek. Vandaar neem ik het hier graag over:

O, zoete onbereikbaarheid

als kind al bezat ik een zwak voor glinsterkwallen, keizerpinguïns: zwaar en ijl
maar zacht als paleizen stonden ze rechtop in water en ijs, als wachtkamers
op een uitkijk naar binnen – daarom wilde ik worden: koninginnen
eerst juliana, later de dame die full colour over haar heen kwam.

deze, de mantelglanzende ging ik worden: beatrix leek haalbaar in die dagen
ik was vijf, deed mijn best haar geheim te kraken: 's avonds stond ik in de tuin
sjieke liedjes te neuriën, overdag op de dam wierp ik druiven naar landgenoten
ik struinde kermissen af, stalkte majorettes, tot ik tot mezelf kwam, opgaf.

nu pas, vannacht – net nu ik groot, gelukkig en eenzaam was
nu stond zij daar, een schemer aan het hoofd van mijn dromende lichaam
en links van mij duikelde de zon en rechts begon zij rustig te stormen, oranje
daalde ze over me neer, met alle gloeitristesse die ze had, languit stamelend:

'wij wilden een slagregen zijn voor onze geliefden, fluisterdauw uitspreiden
over de doden, de jaren alleen wilden wij breken met koele wintervuisten
groene duinen verflensen met zonlicht, kortom: wat mensen doen, wij wilden
kinderen, ouders, een man wilden wij, maar ze werden windstil rondom ons.'

ze toonde mij hoe ze boog en het ging niet: ze werd heldere mist, kou minus hitte
knipte zich los --- vannacht lig ik wakker, stuurloos als een wapperend lint.

envoi:
u bent mooi majesteit, soeverein en mooi, nu het verdriet om u heen komt 
bloeien
u bent mijn eigen aangetaste moeder, diep in haar vermoedde ik uw ijs, uw 
water
u was mijn jeugd, zoete onbereikbaarheid – en omdat dit mijn laatste verzen 
zijn
schenk ik ze u, om er onze prinses in terug te vinden: beginnend meisje van 
vijf.
Zo stond het destijds in het NRC.
Ramsey Nasr had een een speciaal plekje bij mij. Dat werd nog eens vergroot aan het begin van de corona-crisis. Als een van de eerste kunstenaars had hij een modus gevonden om ons tóch kunst te bieden. Hij trad alleen op in de Stadsschouwburg. Samen met andere acteurs, Theater Amsterdam, Het Nationale Theater en VPRO Mondo werkte hij aan een uniek online videoproject. 
 
De acteurs van ITA en HNT lezen de verhalen van 'Decamerone', die tijdens de coronacrisis dagelijks online zullen verschijnen. In de eerste aflevering Ramsey Nasr: Decamerone VII, 2.
Decamerone, Boekomslag, zwaar gecensureerd, 1573, op bevel van het Concilie van Trente.
De Decamerone (ondertitel: Prencipe Galeotto) is een verzameling van honderd verhalen die de Italiaanse dichter en geleerde Giovanni Boccacio schreef, waarschijnlijk in de periode 1349–1360. Het werk bestaat uit honderd novellen, verteld door drie mannen en zeven vrouwen tijdens een veertien dagen durend verblijf op een buitenplaats, op de vlucht voor de pest die in Florence woedt, die in de inleiding beeldend beschreven wordt. De titel zelf  verwijst naar de tien dagen waarop de verhalen verteld worden.
Giovanni Boccacio, (1313-1375); anonieme schilder.
In De Fundamenten staan drie essays; het eerste schreef Nasr aan het begin van de crisis, Titel: De etymologische maanden. Nasr was bewust op zoek naar de betekenis van kunst. Immers, kunst was wegbezuinigd onder Rutte; gezien als nutteloos. Maar als de pandemie iets bewees, dan was het wel dat kunst helemaal niet nutteloos was, maar een levensbehoefte. Zie de functie van de Decamerone, toen het diende als steun en toeverlaat tijdens de pest, en nu geldt hetzelfde. Tal van gedichten plaatste Nasr op zijn FB, die gingen erin als koek. Kunst is vermaak, letterlijk: ver-maak, hij maakt ons nieuw. En kunst verpoost, stelt ons op pauze. Die pauze hebben we nodig. 

Het tweede essay is van september 2020, en heeft als titel Een giftig gebied. Hierin komt dat prachtige stukje voor, dat Nasr ook aanhaalde bij zijn interview in Buitenhof. Ik geef het filmpje hier weer: 
Interview Buitenhof. 
Nasr verhaalt, hoe hij op de tv de 4 mei-herdenking op de Dam zag, met alleen Willem alexander en nog wat hoogwaardigheidsbekleders. Bij het weerklinken van het Wilhelmus over dat lege plein zat hij thuis, in zijn eentje, ging staan, en zong mee.... Prachtig, zo'n man die zich niet schaamt voor zijn diepe emoties. 
In het essay wijst hij ook de emoties van 'de andere kant' aan, van de virusontkenners. Mensen die Omtzigt dood willen slaan. Virus-Waanzin, Farmers Defence Force, pro-Zwarte Pieten protesten.... Hij stelt dit tegenover de vroegere, Nederlandse, bekende slogan: Zeventien miljoen mensen, op dit hele kleine stukje aarde, Die schrijf je niet de wetten voor, die laat je in hun waarde. 
Hij telt al die protesten bij elkaar op, 'en het beeld doemt op van een zuivere, argeloze groep slachtoffers, aan banden gelegd door duistere krachten.' Een groep die weigert na te denken over de toekomst. 

Het derde en laatste essay is het langste, en heet De Fundamenten. 
Nasr benoemt de midddenmoot van de samenleving: de mensen die helemaal niet bij die extremen en hun complottheorienën horen. Die best graag iets willen veranderen: bereid zijn minder vaak te vliegen, de auto te laten staan, kortom: meer verantwoording te nemen in verband met klimaatcrisis en pandemie-dreiging. Bij voorbeeld door meer geld te betalen voor vlees, of minder vlees te gaan eten. 
Nasr constateert, dat tegenover deze mensen met die alleszins redelijke wensen een regering staat die dat helemaal niet wil, maar uitgaat van het tegendeel. Winstmarges, groei, maximalisatie, daar draait het om. En al lang, ook door het CDA, en al vanaf de jaren 80.
Vrijheid wil de VVD, ook met de pandemie. Mensen moeten 'hun eigen verantwoordelijkheid nemen'. Zelf beslissen of ze een mondkapje wilden dragen.'Het laatste wat ik wil is dat mensen naar mij luisteren. (....) En ze moeten vooral niet iets doen omdat ik het zeg.' Uitspraak Rutte persconferentie Fundamenten p. 143.
Tekening Siegfried Woldhek
Nasr bekritiseert ook Wiebes over diens klimaatbeleid. Hoe valt het te verklaren dat hij behalve minister van Klimaat ook minister is van Economische zaken?? Dat is een ministerie met een Januskop! Dat ministerie geeft jaarlijks evenveel uit aan subsidies voor fossiele brandstoffen, als een subsidies voor CO2-besparing!
Nasr haalt ook nog een treffende uitspraak aan van Wiebes, op 15 maart 2020; de eerste lockdown was toen koud drie dagen in werking: 
'Het zal voor heel veel zzp'ers een teruggang in inkomsten betekenen, Daar hebben zij ook een beetje zelf voor gekozen. (....) Deze mensen hebben zelf bewust dat risico genomen.' - Nasr plaatst dat tegenover de enorme steun die aan KLM en aan Booking.com zijn verleend. Zoek het maar uit, arme zzp'er!
Eric Wiebes.
Maar wij zelf hebben de VVD opnieuw gekozen, terwijl we als middenmoot willen veranderen, zegt Nasr: 'Wij zelf hebben een januskop.' 
Buste van Janus Bifrons (Januskop) in de Vaticaans Museum..
Er komt méér aan bod wat fout is, bedreigend: vleesproductie, versus vegetarisme. De woningmarkt, met het gruwelijke ontbreken van woningen, de belastingdienst die niet deugt. Oprecht en neutraal leiderschap ontbreekt. Hij hekelt het 'samen doen' 'Samen bewegen we vooruit': dezelfde lulkoek, hetzelfde gehamer op 'eigen verantwoordelijkheid.' 

Dit waren zo'n beetje de problemen. Waar ligt de uitweg?

Er volgt een prachtig stukje over Vincent van Gogh. Ik citeer Vincent in een brief aan zijn broer:  

'We komen niet meer in opstand tegen de dingen, erin berusten doen we ook niet - we zijn er ziek van en het gaat niet over - en we kunnen er niet bepaald iets tegen doen. Ik weet niet wie die toestand heeft omschreven als 'door dood en onsterfelijkheid getroffen zijn'. (...) En wij (...) voelen (....) dat het groter is dan wijzelf en van langere duur dan ons leven. Wij voelen ons niet doodgaan, maar we voelen de realiteit dat we onbeduidend zijn.'

Nasre vervolgt - en dit is tevens een antwoord op de virus- en klimaatontkenners: 

'Er is maar één uitweg, en dat is de overgave, de volmondige acceptatie dat er zaken groter zijn adan onzself. Alleen dat kan ons verlossen van de lethargie die on-doden en on-levenden van ons heeft gemaakt.' p.72
Van Gogh vond zijn uitweg in een opstand, zijn hoogst persoonlijke aansluting aan de natuur: blauwe bomen!
Landweg in de Provence bij nacht.
Korenveld met cipressen, 1889.
Van Gogh zat in een persoonlijke crisis, maar je voelt toch iets van het algemeen-menselijke. Iets van waar wij zelf nu in zitten. En hij vindt een uitweg die ook voor ons kan gelden. Hij vindt opnieuw zijn natuurlijkheid uit, zijn aansluiting bij de natuur.  Wat is namelijk het nut van kunst?
'Als jij in staat zou zijn in mij iets anders te zien dan een nietsnut van het slechte soort, dan zou ik daar heel blij om zijn. En als ik ooit iets voor je zou kunnen doen, weet dan dat ik tot jouw beschikkinjg sta.

En later: 'Een schilder is daarom gelukkig omdat hij in harmonie is met de natuur zoodra hij (..) kan weergeven wat hij ziet. Men is dan ook minder alleen omdat men denkt, ik zit hier wel eenzaam doch terwijl ik hier zit en mijn mond houd spreekt mogelijk mijn werk met mijn vriend en wie het ziet zal me niet verdenken van liefdeloosheid.'

Prachtig!!

Persoonlijk geluk bestaat niet naast, of ten koste van de wereld, Het is er onderdeel van. Maar om dat te realiseren hebben we een opstand nodig. 
Die zit 'm in: loslaten van groei. In het spreken van het geweten, dat zowel van ons is als van de ander, en ook de eigen tijd overstijgt. We moeten af van onze vrijemarktverslaving. 
Opnieuw komt Nasr bij een kunstenaar uit, nu bij Rilke. In het gedicht Archaïsche Apollotorso luiden de slotregels: 

(...) Geen plek die jou niet ziet.
Maak het dus tot een keerpunt in je leven.'

In het origineel:

(...) Denn da is keine Stelle
die dich nicht sieht. Du musst dein Leben ändern. 
De torso van Appollo die Rilke in het Louvre zag. 
Wij zijn niet de enigen die kijken: de wereld ziet ons. Ik vind hierin een prachtige gedachte, die Nasr nog uitwerkt met de waardering voor een kokkel: die doet het al honderden miljoenen jaren zoveel beter, vrijwel onveranderd en in alle rust, blind, met maar één voet, een anus en een mond en verder niets. En je hoort hem er zelden over pochen. 

Hij illustreert dat verder met een ervaring in het Poolgebied, toen hij weliswaar een geweer had, maar niet meteen het recht had om een ijsbeer dood te schieten. 'De ijsbeer heeft het recht je te doden.', zei de instructrice. 'Niet eerder voelde ik me zo onmachitg, zo waakzaam en sterfelijk tegelijk, deel van de voedselketen. Berenmaaltijd, hmmm, lekker.' - De mens is uiteindelijk nietig. 

VAn Gogh deed een stap die absurd lijkt, hij schilderde blauwe bomen. Wij kunnen de realiteit dankzij hem niet meer anders zien, ze is nu voor ons natuurlijk geworden. Zo moeten wij ook onze toekosmt herscheppen, 'natuurlijk' worden. Het mag een hippie-achtige illusie lijken, dat is het in het geheel niet. Concreter dan het is - we vernietigen de aarde van onze kinderen - kan het toch niet worden. 

Hij introduceert het begrip capabiliteiten, die komt van Amartya Sen, Indiaas filosoof en econoom. Capabiliteiten vormen een soort basisvoorwaarden die alom geldig zijn, maar op elke plek ter wereld anders ingevuld kunnen worden. Armoede kan onder deze definitie anders worden verstaan in het Westen dan in bijv voorbeeld Costa Rica. , maar de basis blijft absoluut. 
'Ik deed er niet toe.'
(Nasrs ervaring op Spitsbergen.) 
Ik besluit met het motto aan het begin van De Fundamenten; het is een tekst van José Mujica, president van Uruguay tussen 2010 en 2015:

'Onze manier van leven en onze waarden zijn de uitdrukking van de maatschappij waarin we leven. En daar klampen we ons aan vast. (...) Ik heb ruim tien jaar in eenzame opsluiting gezeten. IK had alle tijd. Ik heb zeven jaar geen boek opengeslagen. Het gaf me tijd om na te denken. En dit heb ik ontdekt. Ofwel je bent gelukkig met erg weinig zonder jezelf te overbelasten, omdat je blijdschap in jezelf hebt, ofwel je komt nergens. Dit is geen pleidooi voor armoede. Het is een pleidooi voor soberheid. Wij creëerden een consumptiemaatschappij die altijd zoekt naar groei. Als er geen groei is, is het tragisch. We hebben massa's overbodige behoeften uitgevonden. Je moet blijven kopen, weggooien, en we verwaarlozen ons leven. Als ik of jij iets koop, betalen we niet met ge3ld; we betalen met de tijd van leven die we hebben besteed aan het verdienen van dat geld. Het verschil is dat je geen leven kunt kopen. Het leven verstrijkt gewoon. En het is vreselijk om je leven te verspillen door je vrijheid in te leveren.' 
José Mujica, geboren 1935.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten