donderdag 11 juni 2015

Lezing Instituto Cervantes over Catalaanse Literatuur in Nederland, mei 2015.

Vlak voor onze vakantie bezochten we bovengenoemde lezing in Utrecht. Catalaans is de taal van Catalonië, dat is o.a. Barcelona en omgeving. Het is ook de taal van bijvoorbeeld Andorra en... Sardinië!
Hieronder een beeld van de verspreiding van het Catalaans door de eeuwen. Tegenwoordig spreken zo'n 10 miljoen (!) mensen Catalaans.
Linguïstische taalgrenzen door de eeuwen.
In Nederland zijn twee uitgevers die vertaalde Catalaanse literatuur uitbrengen, dat zijn de uitgevers MKW (Menken Kasander en Wigman), en Signatuur.
Pieter Lamberts (Venlo, 1957) is literair vertaler (Catalaans / Spaans) en freelance journalist. Hij woont in Groningen. Hij heeft uit het Catalaans werk vertaald van Lluís-Anton Baulenas, Maite Carranza en Pius Alibek. Uit het Spaans heeft hij voor het Vlaamse literaire magazine Kluger Hans een novelle vertaald van de Guatemalteek Eduardo Halfon.

Deze meneer Lamberts maakte ons wegwijs in algemene zaken betreffende de vertaalde Catalaanse  literatuur. Het Catalaans is een volwaardige taal en de thematiek van zijn literatuur is breed en interessant. De boeken worden ook gepresenteerd op de Frankfurter Buchmesse. Er worden tal van sociale thema's gebruikt, zoals geweld tegen vrouwen, incest, besnijdenis van meisjes. Er wordt internationale problematiek besproken, zoals migranten en hun integratie. Het perspectief is wel Catalaans.
De tendensen zijn heel breed:
- historische romans, bijvoorbeeld die over de vooravond van de Semana Tragica;
- over de jaren twintig, de communistische cellen, de opdracht tot de moord op Primo de Rivera.
- de grote thema's: de 'condition humaine'.
- vrouwelijke auteurs hebben als  thema meer de sociale problematiek in persoonlijke levensschetsen; ze schrijven bijvoorbeeld over creatieve ZZP-ers die zich staande proberen te houden.
- jeugdboeken.
Anna Escofet,
Licenciada en Filología Germánica, Universitat de Barcelona  1982.
 Drs. Spaanse Taal en Letterkunde, Universiteit van Amsterdam 1985.
 
Deze zeer zachtaardige vrouw trad op als gespreksleider. Discussie ontstond trouwens niet. Voor ons was de lezing die in het Nederlands gegeven werd, goed te volgen. Maar  Spaanse namen konden wij niet goed verstaan. Vandaar dat ik geen voorbeelden heb bij bovengenoemde stromingen.
 
Frans Oosterholt heeft Spaans en Algemene Literatuurwetenschap gestudeerd en vertaalt Spaanse en Catalaanse literatuur van onder andere Pío Baroja, Josep Maria de Sagarra, Narcís Oller, Álvaro Pombo en Benito Pérez Galdós. Het nawoord dat hij bij Caesar of niets schreef, is hier te lezen.
 
Frans Oosterholt verzorgde het tweede deel van de lezing. Oosterholt woont zelf in Spanje.
Hij onderscheidde twee grootheden in de Catalaanse geest: seny: het gezond verstand, overleg, de redelijkheid, tegenover rauxa: de drift, de hartstocht.
De 'rauxentisten' lijken op elkaar, het zijn de modernisten sinds het begin van de 20e eeuw die aansluiting zochten bij de rest van Europa, bijvoorbeeld bij Ibsen, Wagner, Nietzsche. Maurice Maeterlinck, die in  1911 de Nobelprijs kreeg, was destijds de grote ster in Catalonië.
Sinds 1993 is er een nieuwe beweging rauxentisten, de oude generatie wordt als oubollig gezien.
Het hele begrip hangt samen met het idee 'onszelf worden' , lichtheid, helderheid.
 
De modernen waren natuurminnaars, als reactie op de positivisten van de 19e eeuw. Catalonië was rijk geworden door de industriële revolutie, de zoons en kleinzoons van deze nieuwe rijken  zetten zich hiertegen af, ze wilden 'terug naar de natuur'. Het waren bohemiens, dandy's, die leefden van hun ouders! (Vergelijk de Buddenbrooks.)
De natuur is de drijvende kracht, ook het beest / het genie in ons (waanzin). Denk ook hier weer internationaal: Freud, en Heart of Darkness van Conrad.
De aanhangers van de tegenpartij, de nausentisten (ik begrijp dat dit de aanhangers waren van seny, maar kan de naam nausentisten niet goed plaatsen) wilden de natuur juist kanaliseren door de cultuur. Het platteland was voor hen ondergeschikt aan de stad. De stad had een symbolische lading. Het platteland vormde de basis van de piramide, de stad de punt. Waarmee we zicht krijgen op hun gedachten over de onderlinge hiërarchie.
Voor de aanhangers van seny was moderniteit iets als vloeken in de kerk. De Middellandse Zee was belangrijk als symbool, omdat die alle klassieke beschavingen verbindt. Woordenboeken en grammatica's moeten het oude Catalaans vooral kanaliseren (ook hier weer: het normatieve). Voor de rauxisten was het veelmeer een plaats geven aan authenticiteit.
Hier het verschil tussen Seny en Rauxa aanschouwelijk voorgesteld.
En hier een schematische voorstelling van hetzelfde.
Iemand als Gaudi stond toch aan de kant van de nausentisten, omdat zijn streven een 'organische hiërarchie' was. Zijn Sagrada Familia was het symbool van het streven van het Catalaanse volk zichzelf te verheffen tot een grote natie.
Als gevolg van de 'strijd' tussen rauxa en seny ontstond er een grote kloof in de mensen zelf: namelijk in hoe ze thuis waren, en hoe op straat. De nausentisten stelden een zodanig hoge norm dat die niet gehaald kon worden.
Tegenwoordig verdwijnt seny meer en meer, door verzwakking van de kerkelijke normen en waarden, zelfs in Spanje.
Oosterholt gaf als voorbeeld uit de Catalaanse literatuur Knoflook en Pekel van Joseph M. de Sagarra. In verband met deze auteur bezigde hij een leuke term: 'als het deksel van de ziel vliegt, heb je Rauxa.' Het neo-classisistiche concept valt bij De Sagarra helemaal weg, hij is vrij.
 
 
Na afloop van de lezing  stond er nog een boekentafel, waarvan ik ook nog twee boeken heb afgenomen.
Boekentafel 
 
Én er werd er nog een lekker glaasje wijn geschonken. Mare Nostrum, uit Catalonië, uiteraard. Hmmm!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten