maandag 22 juni 2015

De Opstand der Horden, José Ortega y Gasset. 1937.

Dit jaar verscheen de eerste integrale Nederlandse editie van het beroemde boek La Rebelión de las Masas, van José Ortega y Gasseet. Inleiding, vertaling en annotaties zijn van Diederik Boomsma; de  nabeschouwing is van Mario Vargas Llosa.
Vertaler    en                   schrijver van de nabeschouwing
José Ortega y Gasset
De uitgever Lemniscaat schrijft het volgende bij het nieuwe boek:
 

Soms worden er literaire meesterwerken herontdekt zoals Stoner. Soms worden er baanbrekende denkers herontdekt zoals Tocqueville. Soms worden er filosofen herontdekt die ronduit visionair zijn. Zo iemand is José Ortega y Gasset. Opgegroeid in een Spanje van uitersten, tussen reactionaire royalisten en dogmatische marxisten. Van beiden moet hij weinig hebben. Een dwars denker, een geëngageerd filosoof en vooral een democraat die de grenzen van de democratie durft te verkennen. Boeiend, intrigerend, confronterend.
In zijn hoofdwerk De opstand van de massamens (1930) doordenkt Ortega in welke richting onze democratische maatschappij zich zou kunnen ontwikkelen. Hij ziet een groeiende rol van de massacultuur, een overwaardering van de overheid, een falende elite en een bevolking die vooral tevreden is met zichzelf. Ortega's analyse laat zich lezen alsof zij gisteren geschreven is. Hij is zich ervan bewust dat de rol van de negentiende-eeuwse elite is uitgespeeld. Maar wie of wat kan de beschaving dan in goede banen leiden? Dat vraagt om een wedergeboorte van de filosofie en een nieuwe elite van mensen, van welke rang of stand ook, die zich in dienst stellen van een groter ideaal. Niet denkend in rechten, maar in plichten. Niet zelfgenoegzaam, maar alert. Niet dogmatisch, maar vormend.

Natuurlijk kende ik het boek van de titel, al had ik het nooit gelezen. Hoezeer de nieuwe uitgave me ook aantrok, ik besloot toch eerst maar eens te beginnen met een antiquarische uitgave via Boekwinkeltjes, met de aloude titel: De opstand der horden.
Oude uitgave; geautoriseerde vertaling van Dr. Johan Brouwer; 1933 (1947). 
Nieuwe uitgave, andere titel, andere vertaler. 2015.
Verslag van een discussie-bijeenkomst in De Balie, met de vertaler.
 
Het is een boeiend boek. Ortega betoogt, dat er een grote verandering sinds de 19e eeuw heeft plaats gevonden. De mensheid is nog nooit zo levenskrachtig en vooral nog nooit zo talrijk geweest als sinds die tijd. De keerzijde van deze getalsmatige en veel levenskrachtiger mensheid is, dat overal veel meer mensen zijn verschenen, hij noemt theaters, de wachtkamers van artsen, stranden etcetera; het is dringen geblazen. het erge is, dat de elite verdwenen is. En elk mens in de massacultuur wil zijn eigen baas zijn, en duldt niemand meer boven zich. Brouwer gebruikt voor elite de term 'uitgelezen minderheden', ook wel 'uitmuntende minderheden'. De hordemens laat zich door niemand meer iets gezeggen, hij vindt dat hij evenveel recht heeft op zijn mening - lees: op zijn gelijk. Volgens Orttega is dat onterecht, sommige waarheden worden met moeite verkregen.   Ieder mens zou moeten erkennen dat hij niet altijd de beste mening erop nahoudt.
Ortega bedoelt geenszins onontwikkelde mensen met de massamens. Iets voorbij het midden van deel één legt hij zelfs uit, dat de massamens dikwijls wetenschappelijk specialist is. Hij weet op een beperkt terrein erg veel. Maar hij denkt door zijn ontwikkeling dat hij op elk vlak wat te zeggen heeft, ook waar hij beter eens zou kunnen luisteren.
Hij haalt Einstein aan, die een bijzondere plaats inneemt onder de wetenschappers, omdat hij behalve de natuurkunde ook filosofie gestudeerd heeft.
Ortega beschrijft de hordemens vooral als een verwend kind, die meteen zijn behoeften bevredigd wil zien, en nooit ergens het gevoel van een plicht heeft. Hij stelt 'edel leven' tegenover 'vulgair leven', oftewel 'inspanning' tegenover 'slapheid'.
Ortega behoort tot de cultuurpessimisten, waartoe ook Oswald Spengler behoorde, met zijn Untergang des Abendlandes; ook Leonard Huizinga met In de schaduwen van Morgen hoort bij deze categorie.
Ortega heeft een afkeer van Amerika, dat hij het land bij uitstek vindt waar de barbaarsheid heerst. Hij vindt dat Europa zich moet verenigen om een buffer te vormen tegen Amerika. Heel precies geformuleerd ziet hij het grootste gevaar van de hordemens in zowel het fascisme als in het communisme.
Hoewel Ortega heel helder schrijft, vind ik het moeilijk om hem samen te vatten. Filosofie is een echt vak, en ik beheers dat vak niet. Als ik sommige commentaren lees, dan haal ik daaruit ook weer de kritiek op Ortega. Hij was natuurlijk ook een kind van zijn tijd. Over het algemeen wordt aangenomen dat hij zich vergiste met zijn minachtende kijk op Amerika. 
 
Ik heb het boek met veel plezier gelezen, en heb in Spanje de Spaanstalige versie gekocht. Zo kwam ik erachter dat mijn antiquarische boekje slechts de helft van het verhaal geeft. Er is dus nog steeds reden de nieuwe uitgave van Lemiscaat te kopen.
Ik ben nu af en toe ook één of meer pagina's in het Spaans aan het lezen, samen met de Nederlandse vertaling. Het is voor mij een leuke manier om het Spaans te oefenen. Daaruit blijkt trouwens dat die meneer Brouwer wel goed vertalen kon! ;-) 
 
Achter deze link: Beschouwing en samenvatting van het boek gaat een hele goede samenvatting schuil. Ik las hier onder andere, dat Ortega dit boek voor het eerst publiceerde als een reeks artikelen in een Madrileense krant. Dat verklaart waarom er zoveel herhalingen in voorkomen, Ortega verklaart haast in elk hoofdstuk opnieuw wat eraan vooraf is gegaan.
Voor wie (net als ik) houdt van Paul Scheffer, leze HIER een recensie van zijn hand uit 1997. 
Paul Scheffer
Interessant vond ik wat Ortega schreef over wat een staat tot een staat, en een volk tot een volk maakt. Niet wat mensen aan gemeenschappelijke historie hebben bepaalt wat hen bindt, maar veeleer wat ze gezamenlijk hebben (of zien) als hun toekomst. Er moet een idee zijn dat boven hen uitgaat, en waarvoor zij willen leven; waarvoor zij ook iets over hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten