Boekomslag
Het boek is een roman, maar is sterk autobiografisch. Het vertelt over de jaren van Marlen als kind, in het grote Forsthaus waar ze opgroeide.
Van de vele andere uitgaven koos ik deze twee als voorbeeld.
Haar vader was Forster, boswachter, maar in het Duits heeft dat woord zo'n andere betekenis dan bij ons: hij oogst het hout, het huis is ook een boerderij, met varkens, kippen en een hooizolder. Hoe Meta (de roman-naam voor Marlen) hier leeft, is haast idyllisch te noemen. Ze gaat op in de natuur, omarmt bomen (lang voordat het hier mode was) voelt aan de bloemen, aan stenen. Ze is er zeer mee vertrouwd.
De titel ontleent het boek aan de begin-scene: Meta is in een regenton gezet, omdat 'de groten' moeten hooien. Ze mag niet in de weg lopen. Vanuit de diepte van de ton ziet ze alleen een stuk blauw van de hemel, waar nu en dan een wolk langs trekt.
Gelukkig voelt Meta zich met haar vader, die haar graag verhalen vertelt over de Eerste Wereldoorlog waarin hij gevochten heeft. Moeder vindt dat maar niks, maar Meta geniet er juist van. Vader is ook de persoon, die haar laat kennismaken met de literatuur, de grote klassieken. Moeder vindt dat ook maar niks, heeft vooral een broertje dood aan Heinrich Heine, maar kan het niet verbieden, juist omdat hij een klassieker is.
Er ontbreekt wel meer aan Meta's geluk: op een dag is er een broertje bijgekomen, en die neemt nu de plaats in die háár voorheen toekwam. Ze ziet, dat moeder haar niet meer opmerkt.
Graf Marlen Haushofer.
Op haar slaapkamer heeft Meta last van spoken, die haar 's nachts angst aanjagen. En verder ziet ze hoe er jaarlijks geslacht wordt, varkens, het gevangen wild. Jagen hoort bij de activiteiten van vader, de herten worden geslacht, en van oktober tot januari eten ze wild. Meta gruwt van het doden van de dieren.
Het broertje Nandi wordt gelukkig toch een speelkameraadje, als hij eenmaal groter is.
Aangrijpend vond ik de verhouding moeder en dochter. Meta kan het niet met haar moeder vinden. Andersom ook niet, want Meta doet schijnbaar niets goed in de ogen van de moeder: ze is te jongensachtig, te brutaal, ze heeft te spitse knieën, en ga zo maar door. Meta houdt ook zeker niet haar mond, ze is opstandig. Ze krijgt dikwijls klappen, één keer krijgen haar ouders ruzie om haar, vanwege een oorvijg die moeder uitdeelde aan Meta. Vader kon dat niet aanzien. Meta lijdt eronder dat zij de schuld is dat haar ouders nu ruzie hebben. Dan liever oorvijgen!
Meta is ontzettend slim, wat haar ook in het nadeel brengt ten opzichte van haar moeder, die vooral damesachtig is, bewondering heeft voor vrouwen 'met mooie haren tot aan de knieën', en heel veel kookt. Meta vindt dat veel te veel, en wil dat helemaal niet. Moeder bekritiseert haar voortdurend om al dat gebrek aan vrouwelijkheid.
Jaarlijks komen er allerlei gasten in het huis, waarvan Meta ook verslag doet. Grappig is het contact met tante Woelmuis. Moeder staat weer voortdurend in de keuken, bakt wel dertig of meer soorten taart.
Na de lagere school stemt Meta ermee in dat ze naar een internaat gaat. Daar is ze eenzaam, ze vindt het daar koud. Als ze na de vakantie terug komt thuis, voelt de wang van haar moeder weer even heerlijk zacht aan, vader vertelt haar weer verhalen, het huis neemt haar weer op.
Er is nog een andere biografie over Marlen Haushofer, dan die ik las: zie hierboven.
Hierboven is te lezen welke andere boeken Haushofer nog schreef. En welke erkenning ze genoot.
Dit zou uit de jaren kunnen zijn die ze beschrijft in het boek. Marlen Haushofer met poes.
Er is gezegd, dat dit boek een voorarbeid zou zijn voor het prachtige boek Der Wand. De muur die langzaam opgetrokken wordt tussen moeder en dochter is afschuwelijk van vereenzaming. Ook de prachtige beschrijvingen van huis en landschap blijven herkenbaar in het latere boek Der Wand.
Het verblijf in de kloosterschool is het toppunt van de verwijdering en de vervreemding die ze voelt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten