Maar dat geeft niet.
Ook dit boek van Brouwers is weer prachtig. Hij haalt terug, hoe het voor hem was dat Indonesië van zijn vroege jeugd zomaar ineens veranderde; van de hemel in de hel, namelijk toen de Japanners het land kwamen bezetten. Iedereen het huis uit, vader en geliefde opa weg, zelf met mama en oma naar een ander kamp.
Hij was toen vijf jaar oud, uiteraard heeft hij daar nauwelijks taal voor om uit te drukken wat hem overkwam. Het is in hem verzonken. Dit boek is een poging dat verzonkene via de taal terug te halen; of uit te drukken.
Zijn moeder was de mooiste vrouw van de wereld, hij had een speciale band met zijn grootvader - het verhaal van de helm van grootvader is fantastisch.
Zoals ik dat van Brouwers ken, komen bepaalde motieven steeds terug. Bijvoorbeeld het onder water geraken; het verzinken. Zijn moeder droeg hem altijd het zwembad in, dicht tegen zich aan. Maar op een dag liet ze hem zomaar los. Een vreselijke ervaring, een kind dat dan zomaar bijna stikt. Op het laatste moment redt hij zichzelf, hij zwemt op zijn hondjes.
In datzelfde zwembad liggen gekleurde blaadjes, bloemblaadjes, de lieflijkheid van het paradijs weerspiegelend.
De helm van Opa verliest hij later op zee, op weg naar Nederland.
De internering in het Jappenkamp wordt hier verder niet besproken, zoals gezegd, daat gebeurt in Bezonken Rood.Alleen verhaalt hij nog even over de terugkomst bij het oude huis, ná het kamp. Het huis is helemaal overwoekerd, er groeien bomen uit ramen en deuren. En op de bodem van het zwembad liggen rottende bladeren, en staat het houten, gebeeldhouwde bed van zijn ouders; ook aangevreten door de tijd..
Het is maar een dun boekje, maar het is héél poëtisch, en héél aangrijpend.
Het boekje is deel 2 van de Indiëtrilogie: Het Verzonkene, deel 2 Bezonken Rood, en deel 3 De Zondvloed (1988). Zie de afbeelding hierboven.
De auteur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten