Boekomslag; het boek is een vertaling van het boek: Dead Wake: the last crossing of the Lusitania, 2015.
Erik Larson, een Amerikaans journalist en auteur van enkele Amerikaanse bestsellers, presenteert dit boek als een roman. Maar in mijn ogen is het wel een vreemde roman, omdat het geheel meer overkomt als een opsomming van gegevens dan van een opgebouwde plot. Dit komt volgens mij door het feit, dat hij zich baseert op tal van historische bronnen, archieven, brieven, noem het maar op. Ik weet niet precies waarom hij het toch een roman noemt, misschien omdat hij mensen bij elkaar aan tafel laat zitten en dergelijke; en strikt genomen weet hij dat niet.
Ik vond het een razend interessant boek om te lezen, en het gaf mij weer een nieuwe invalshoek te zien op de Eerste Wereldoorlog. Ik heb daarover al zeer veel gelezen, en dan met name over de loopgravenoorlog in België. En in iets mindere mate, over de strijd in de Dardanellen, waarover Churchill besliste.
Maar dit betreft de duikbotenoorlog: de kant van de strijd tussen Duitsland en Engeland over de suprematie ter zee. Die lag natuurlijk altijd bij Engeland, en Duitsland (Keizer Willem II) kon dat niet uitstaan. Duitsland ontwikkelde U-boten, en daar waren ze nogal goed in. Daarmee torpedeerden ze schepen van Engeland, later ook van andere landen, omdat er het (terechte) vermoeden bestond dat schepen onder valse vlag voeren. De voor Duitsland vijandelijke schepen vervoerden vaak munitie en wapens naar het Europese front, hetgeen Duitsland uiteraard wilde verhinderen.
Op de achtergrond speelde - voor mij ten minste - mee, de ondergang van de Titanic op 14 april 1912, dus maar enkele jaren voor het zinken van de Lusitania, op 7 mei 1915. Bij de Titanic vonden ongeveer 1500 mensen de dood, bij de Lusitania ongeveer 1200.
De Lusitania werd zonder waarschuwing vooraf beschoten door een Duitse onderzeeboot, de U-20, die voer onder kapitein Walther Schwieger.
Walther Schwieger, U-boot kapitein bij de Kaiserliche Marine.
Er was maar één torpedo voor nodig om de Lusitania tot zinken te brengen. Er ontstond een groot gat voorin het schip. Wel werd een tweede explosie gehoord, maar er is nooit bevestigd dat er een tweede torpedo is afgeschoten. Volgens theorieën - en later bevestigd door een verslag van duikers - zou kolengruis, dat veel werd aangetroffen in het wrak, de oorzaak zijn geweest van die tweede ontploffing.
Overigens zou dat ook kloppen met de allereerste slachtoffers: de stokers van de enorme ketels van het schip. Die zaten als ratten in de val, en waren meteen bij de eerste klap gedood. Omdat deze mensen dezelfde waren als degenen, die de passagiers moesten helpen in de reddingsboten te komen, was een gevolg van hun dood ook dat het beklimmen van die sloepen niet naar behoren verliep, en er veel mensen alsnog omkwamen. Zo wisten velen niet hoe ze hun reddingsvest aan moesten trekken. Er was ook een grote afstand tussen schip en sloepen gekomen door de eerste klap. Een jongen deed een gelukte sprong van anderhalve meter, maar dat kon ook niet iedereen.
Die Schwieger was een ijskoude. Hij hield een scheepsjournaal bij, waarin hij alles van a tot zet noteerde. Hij heeft heel wat schepen naar de kelder gestuurd, zelfs op die dag zelf.
De Duitsers vonden dit een geëigende manier van oorlog voeren! Allerlei schepen werden aangevallen,
SM U 20 vooraan links in de Duikboothaven van Kiel, 1914.
Er was een bijzonder pregnant feiten: De Duitse ambassade had vóórdat Lusitania uitvoer, een waarschuwing uitgevaardigd voor passagiersschepen. Sommige mensen gaven hier gehoor aan, en zegden hun ticket af, anderen negeerden deze waarschuwing.
De officieel uitgegane waarschuwing door 'the Imperial German Embassy', over het reizen met de Lusitania.
Larson heeft van heel veel passagiers gegevens weten te verzamelen, die reisden op het schip. Zo zat er een handelaar in antiquarische boeken op het schip. Dat maakte het boek ook zo aangrijpend, dat je wist welke mensen er aan boord waren. Er waren uitzonderlijk veel baby's en kinderen aan boord.
Kapitein was William Thomas Turner, een uitstekend kapitein, maar niet iemand die erg graag sociaal was met de rijke mensen aan boord. Daarvoor was er een tweede kapitein, James 'Jock' Andersen. Met een mooi gala-uniform.
Captain William Thomas Turner 1915.
James Clarke Andersen, tweede kapitein.
De Lusitania komt aan in New York City in 1907. (George Grantham Bain Collection /Library of Congress Prints and Photographs Division)
De Lusitania gold vooral als een zeer snel passagiersschip. Het was bovendien heel erg groot. Larson besteedt heel veel aandacht aan het uiterlijke van het schip, beschrijving van de menu's aan boord, de afmetingen (de hoogte moet imponerend zijn geweest), het aantal ketels om te stoken, allemaal heel interessante dingen om te weten. Hetzelfde geldt trouwens voor de onderzeeër. Het is goed invoelbaar hoe benauwend het daar aan boord kon zijn, met mannen die hun kont niet konden keren, zich niet konden douchen, en tekort aan frisse lucht kregen enzovoorts.
De lounge van het schip.
Eersteklas slaapkamer.
Er is een Lusitania-website, waar alle informatie netjes gerubriceerd bij elkaar staat. En met mooie tekeningen van de verschillende interieuren.
Het schip was eigendom van de Brits-Amerikaanse rederij Cunard Line, en was destijds gebouwd in Liverpool.
Gebouwd in Liverpool, eigendom van de Cunard Line-rederij.
Het werd op 7 juni 1906 te water gelaten. Foto's boven zijn van Wolfsonian Library.
Foto uit het Bundesarchiv DVM 10 Bild-23-61-17, Untergang der "Lusitania"
Hier nog intact.
Opmerkelijk zijn de vier enorme schoorstenen aan boord. Daar zijn nog twee interessante verhalen aan te koppelen: Ten eerste, dat kapitein Turner brandstof moest besparen, en er dus één schoorsteen niet gebruikt werd. Ten tweede, dat bij de ondergang van het schip, enkele drenkelingen in het water in een van die pijpen werden gezogen. Ze kwamen er daarna zwart als roet weer uit, waardoor zelfs hun naasten hen niet herkenden.
Erik Larson was niet de eerste die verslag deed van de ramp. Peeke, Jones e.a. schreven dit historische verslag in 2015.
Ierse postzegel bij herdenking 100 jaar.
Het pijnlijke was ook nog eens, dat het schip zonk met de Ierse kust in zicht. Er waren helemaal geen reddingsboten onderweg ernaar toe. Het was officieel verboden om te helpen bij scheepsrampen in die tijd, omdat men bang was dat de helpende schepen ook getorpedeerd zouden worden.
Deze foto van de Lusitania komt van een Site over Liverpool.
En dit is een ansichtkaart met een foto van de Lusitania. Public Domain; van Thought.com.
Dit is bij de afvaart vanaf New York, op 1 mei 1915. Er moet nog wel worden vermeld, dat er inderdaad wapens en munitie aan boord waren, bestemd voor de Geallieerden. AP Photo; van: Politico.com
Van: History Reader ; bericht van de ondergang.
Van: Deze site: slideshare. Ook hier weer een keurig overzicht van de gebeurtenissen.
Bijzonder treurig is het vervolg van de geschiedenis: want de Admiraliteit, onder leiding van Sir Winston Churchill, probeerde uit alle macht de schuld te leggen voor de ondergang van de Lusitania bij.... Kapitein Turner! Nou had die zich juist heldhaftig gedragen, en precies zoals het een goed kapitein betaamt: hij was tot op het laatst op de brug gebleven, en ging als allerlaatste van boord. Hij zou niet zigzag gevaren hebben, en andere bevelen van de Admiraliteit genegeerd hebben. Dat was een minne streek, een staaltje van omkering van de feiten! Churchill en de zijnen hebben zo getracht het feilen van de Admiraliteit zelf te verhullen. De Lusitania had geen enkele escorte, wat iedereen verwachtte, en het duurde ook veel te lang voordat er hulp op kwam dagen. Ik vond het erg om te lezen!
Winston Churchill.
Daarbij kwam ook nog eens, dat de ramp Churchill enorm goed uitkwam, omdat hij meende dat de ondergang van een passagiersschip met Amerikaanse passagiers aan boord, eindelijk de Amerikanen over de streep zou trekken om mee te vechten tegen Duitsland. Larson suggereert zelfs, dat Churchill erop uit is geweest de Lusitania in gevaar te laten brengen.
Uiteindelijk is de ondergang van dit schip ook het begin van de ommekeer geweest in de Amerikaanse houding. Maar dat ging niet zonder slag of stoot! President Woodrow Wilson was een enorme twijfelaar. Hij dubde lang over de vraag of Amerika zich moest laten meeslepen in een oorlog, of erbuiten moest blijven.
Larson laat die twijfel mooi zien, en hoe die samengaat met Wilsons liefdesleven. Hij was in 1914 net weduwnaar geworden, toen op slag verliefd op een vrouw, Edith. Zij wilde bevriend zijn met hem, maar niet met hem trouwen. Pas na lange tijd stemde ze in een huwelijk toe. Misschien heeft hem dat wel geholpen uiteindelijk te beslissen deel te gaan nemen aan de oorlog.
President Woodrow Wilson.
Zijn tweede vrouw, Edith Bolling Galt Wilson.
Erik Larson, auteur en journalist.
De ramp vond plaats voor de Ierse kust bij Kinsale, dit is aan de zuidkant, iets ten westen van het midden.
Er zijn op YouTube diverse documentaires te vinden over de ondergang van de Lusitania.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten