zaterdag 17 februari 2018

De Kennismaking, Faxen aan Ger, Nicolien Mizee - 2017.

 
Boekomslag. Mizee werkt in de tijd van het boek (jaren negentig vorige eeuw) als model. 
Ik was gegrepen door het programma VPRO BOEKEN, van 17 september 2017, waarin Nicolien Mizee werd geïnterviewd door Jeroen van Kan. 
Een aantal dingen fascineerden me: punt één de 'adellijke taal'  die deze mevrouw bezigde. Niet alleen in haar uitspraak had ze dat ,koninklijke' (deze uitdrukking is van haarzelf), ook in haar houding sprak iets van 'hogere afkomst'. Ik denk niet dat ik me vergis, want nu, bij het bloggen, vond ik in enkele commentaren hetzelfde oordeel terug. - Maar daarover straks.
Wat ik verder fascinerend vond, was het éénrichtingsverkeer van Nicoliens faxen aan Ger. Ger, de leraar-scenarioschrijver die niet een keer terug schreef. Daarin herkende ik het wanhopige van het menselijk verlangen, sommige wensen (want dat zij wél op een antwoord hoopte staat vast) worden niet vervuld. Het is een heel proces om dat te aanvaarden. 
En het laatste aspect dat me fascineerde, was dat Jeroen van Kan haar boek vergeleek met Het Bureau van Voskuil. Hij meende, dat het zo maar zou kunnen dat er méér delen aan zitten te komen van deze eenzijdige correspondentie. 
[Inderdaad komt in april deel II uit, zag ik bij Bol.com; je kunt er alvast op inschrijven; De Porseleinkast.)
Faxen aan Ger 2 verschijnt ongeveer april 2018.
In het begin vond ik het boek niet om een touw aan vast te knopen. Maar het aardige van haar schrijfstijl is nu juist weer, dat ze de knoopjes later ontwart. Het verhaal is dan duidelijk genoeg. 
Het gaat vooral over haar eigen gedachten, en dát trok me erg aan. Ze weet precies wat ze denkt, en ze durft het ook te zeggen. Zie bijvoorbeeld het gesprek dat ze heeft met een keuringsarts: een geweldig staaltje van eerlijkheid en onverschrokkenheid. Ze is beslist iemand die ánders is dan anderen, wat bijvoorbeeld tot uiting komt in het feit dat ze niet kan en niet wil werken. Ze wordt daar gewoon wanhopig van, en doet het niet meer. Ze wil op tijd weg van gezelschappen waar ze zich niet prettig voelt. 
Ze heeft dus een uitkering nodig, en ik begreep dat ze al eerder over dat thema geschreven heeft. Zie het boek Voor God en de Sociale dienst, van 2000. Dit was haar debuut. 
Terzijde merk ik nog op, dat ze op de tv vertelde, dat ze een tijdje dakloos is geweest. Dat is voor zo'n mevrouw ook nogal wat. Dit deel van haar leven komt in dit boek niet voor, de Sociale Dienst keurt haar na dat wonderlijke gesprek af. 
Vierluik met drie andere schrijvers, De wereld van Wollebrandt  is van Mizee.
Ze verdient wel een klein beetje geld, met model staan. Ze probeert ook haar scenario's aan de man te brengen, maar vooralsnog lijkt dat niet te lukken. Ze heeft wel een aantal vrienden en een lieve oom, die haar te eten vragen, en aan wie ze bijvoorbeeld op een zeker moment een echt cadeau vraagt. 
Een belangrijk deel gaat over haar relaties, van welke die met Ger het belangrijkste is. Maar ook haar familie komt aan bod. Haar ouders komen kijken als ze moet afdansen. Haar vader gaat op het moment dat zij aan de beurt is, met zijn rug naar haar toe zitten. Haar moeder vindt een ánder meisje zo ontzettend goed. 
Ik las bij het voorbereiden van dit blog, dat 'familie' een erg heet hangijzer is. Het valt te lezen in het boek Toen kwam moeder met een mes (2003), en in Halfbroer (2015). In het eerste boek noemt ze haar moeder een 'vampiermoeder'. Toen Joyce Roodnat die term aanhaalde in een interview, daagde mevrouw Mizee-Andriessen Roodnat voor de Raad voor Journalistiek. Dat verloor mevrouw Mizee uiteraard. Ik kwam toen wel iets meer te weten over de tak Andriessen, die dus een rol speelt in de genealogie van de familie. 
De uitgever roemt Nicoliens humor, voor mij was dat nou net wat minder. Sommige grapjes hoeven voor mij helemaal niet, of ik vind ze niet echt leuk. Nee, geef mij maar haar eigen mening, en haar eigen, zonderlinge wereldopvatting. 
Overigens is ze in dit boek lesbisch, terwijl ze inmiddels getrouwd is met een zekere Rob. Maar ze behandelt ook een jeugdliefde met Charly, dus die seksuele identiteit kan twee kanten uit. 
Ger Beukenkamp is een werkelijk bestaande scenarioschrijver. Mizee kent hem van de Schrijversvakschool, waar ze in de jaren negentig les van hem kreeg. Ik vond het interessant te lezen waardoor ze zo door hem gegrepen was: 
"Tot dat moment (dat Ger voor de klas staat, AdW) had ik altijd gehoord: het schrijven moet tot je komen, het is een kwestie van je gevoel toelaten, reizen, je horizon verbreden, inspiratie opdoen, een ongrijpbaar proces. Dat was voor mij als rationeel mens altijd moeilijk te accepteren, maar ik dacht: blijkbaar snap ik het niet, blijkbaar doe ik het verkeerd.
Toen stond daar dus die vent en die legde in een paar woorden uit hoe ieder goed verhaal in elkaar zit: 'wil - conflict - climax - conclusie'. Sla 'Anna Karenina' van Tolstoj er maar op na: het klopt exact. Ik was kwaad omdat ik dacht: er bestaan dus wél regels voor het schrijven. Dus toch zoals ik altijd al dacht. Ik moest mij overgeven, ik zag: het is waar."
Trouw, in de serie De Schepping, 29 augustus 2017.
Ger Beukenkamp, 1946.
Beukenkamp had ik misschien gekend, als ik naar Nederlandse produkties had gekeken. In het boek heeft Mizee het bijvoorbeeld veel over het scenario van Emily. Beukenkamp schreef onder andere dat Emily, of het geheim van Huis ten Bosch (1996); verder onder andere Den Uyl en de affaire Lockheed (2010) en Majesteit (2010).
Dvd van de driedelige serie.
Het is wel grappig om een foto terug te vinden van de werkelijk bestaande stapel faxen van Nicolien aan Ger: 
 De faxen aan Ger. Een kastplank vol ingebonden faxvellen, keurig op datum gerubriceerd.
De schrijfster; links van het midden de faxen-kast. 
Nicolien Mizee schreef ook nog een jeugdboek, De wereld van Wollebrandt, 2016. Het maakt deel uit van een vierluik, drie andere schrijvers schreven de andere delen. 
Inmiddels geeft zij zelf les aan de Schrijversacademie, waarvan ook een vestiging zit in de bibliotheek in Haarlem. 
De faxen beslaan de periode van 1994-1997.
Op de achterflap en op veel reclamestukjes voor het boek wordt nogal eens gememoreerd dat ze Ger wil aanraken. Vooral bijten in zijn nek, en zijn buik voelen, met kwabben en haartjes en al. Natuurlijk mocht dat niet. 
Ook die hunkering naar aanraking ken ik uit eigen ervaring, en dat niet vervuld zijn. Het blijft boeiend, waarom ze hem toch als een soort Godheid blijft zien, een 'brandend braambos.' Ger is 'een denkmachine' waar ze zich aan blijft vasthouden. 
Nicolien Mizee.
Ik kom nog even terug op de familiekwestie:
De Volkskrant 2006:
Paul Witteman: ook verwant met de Andriessen: 'Inderdaad kent de Andriessendynastie zelfingenomen trekjes. Ze denken stiekem dat ze dichter bij God staan dan andere mensen', grapte Witteman begin jaren negentig in de tv-documentaire Wij Andriessen. Een paar jaar geleden maakte achternicht Nicolien Mizee de kachel aan met de eigendunk van de familie. In haar autobiografische roman Toen kwam moeder met een mes hekelt ze de 'wereldvreemde wezens die met tenenkrommende genoegzaamheid meenden dat ze nog altijd deel uitmaakten van een kunstzinnige dynastie die al generaties lang het culturele leven van het land, of dan tenminste van Haarlem bepaalde'.Witteman: 'Ik was als jongen wel jaloers op het zelfvertrouwen dat ze uitstraalden. Daar kreeg ik natuurlijk een lichte tik van mee. 
En in de NRC van 30 mei 2003 schreef Elsbeth Etty:
De nieuwe roman van Nicolien Mizee gaat over een gevaarlijk geschifte Haarlemse familie. Zit de gekte in de genen of ligt het aan de opvoeding? Schrijfster Nicolien Mizee (38) spreekt een deftige vorm van Algemeen Beschaafd Nederlands die je doorgaans alleen nog hoort in oude ... NRC 2003
Bibliotheek Haarlem, hierin ook de Schrijversacademie waar ik denk Mizee les geeft. 
Altijd leuk om te luisteren naar wat 't Hart erover te zeggen heeft....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten