woensdag 17 mei 2023

Het einde van diaspora en uniciteit van het jodendom, H.W, van der Dunk, 2016.

Boek waarin dit essay staat
Auteur H.W. van der Dunk, 1928-2018.
Historicus
Jood zijn is geen ras: er zijn Sefarden en Ashkenazim, etnisch verschillen die enorm van elkaar. het zijn zeg maar de rijke en de arme tak van het Jodendom. De Sefarden waren van voornamelijk Portugese afkomst, de Ashkenazim Oost-Europees.
Joden waren van oudsher een nomadenvolk. Ze leefden overal en nergens, en namen hun God met zich mee in de Ark van het Verbond. 
Transport van de ark van het verbond, reliëf in de kathedraal Sainte-Marie d'Auch.
Historisch gezien draagbare kist met daarin de stenen tafelen met de tien geboden van Mozes. 
Hun god en godsdienst (met alle regels en wetten) is wat al die Joden over de wereld (in de diaspora) met elkaar verbindt. Het gaat dus niet om ras of nationaliteit. Er is zo lang als ze bestaan over die God gediscussieerd en er zijn boeken en wetten vól over hem geschreven. Er werden spijswetten ontwikkeld, en seksuele regels en voorschriften. Door die aan te hangen waren joden overal te herkennen. 
De Oost-Europese Joden hadden het Jiddisch als gemeenschappelijke taal die hen bond. Deze Ashkenazim zijn ontstaan door de bekering van de Chazaren, 'een ietwat mysterieuze volksstam in de Kaukasus, die volgens de legende onder hun koning Bula in de zesde of de zevende eeuw als geheel tot het jodendom zou zijn overgegaan.'
Legendarisch rijk der Chazaren, mogelijke oorsprong der Ashkenazim
Jits van Straten, De herkomst van de Asjkenazische Joden, de controverse opgelost. 2009. 
Aan de diaspora is een einde gekomen met de stichting van de staat Israël. De Joden hebben nu hun eigen land. 
Van der Dunk beschrijft mooi de antisemitische gevoelens, en waar die vandaan komen. Hij noemt onder andere de jaloezie op hun rijkdom en culturele bagage. 
Dat Joden die in hoge mate verwierven verklaart hij uit de eigen positie die ze innamen, Vooral is de Verlichting heel vruchtbaar geweest voor de Joden. Omdat ze met hun godsdienst al heel erg gewend waren abstract te denken, konden ze floreren in de wetenschap, noem alleen maar de filosofie. Drie grote namen noemt hij: Einstein, Freud, en Marx - niet alleen filosofen, dat is duidelijk - zijn alle drie Joden. 
Van de filosofen noemt hij Wittgenstein, Derrida. Buber. 
Overigens konden de Joden mensen binnen hun eigen gelederen het hardste treffen en uitsluiten als ze niet voldeden aan de geloofseisen: hij noemt een paar maal Spinoza.    
1632-1677, Baruch de Spinoza.
Een andere geleerde die Van der Dunk memoreert, is Juda Halevi, om een opmerkelijke uitspraak: 
Juda Halevi, standbeeld in Israël.  
Ik citeer van der Dunk:
"De grote middeleeuwse Hebreeuws-Arabische dichter-filosoof Jehuda Alevi heeft in zijn verhandeling Kusari profetisch geschreven dat God tot de joden in de diaspora zei: "Jullie bescheidenheid is een functie van jullie machteloosheid; als jullie macht hebben zullen jullie net zo wreed zijn als andere volkeren."

Aan de bijzonderheid van de joden is een eind gekomen door het einde van hun leven in de diaspora. 
Bijzonder waren ze, aldus vdD,  "dankzij enkele sterke mentale en intellectuele eigenschappen die zich hadden ontwikkeld op de voedingsbodem van de lange positie als randspelers, onderdrukt en toch onmisbaar als de theologisch-religieuze en populaire zondebok, maar niet minder als de onmisbare financieel-economische expert en communicatieschakel. Die combinatie(..) bracht door de generaties heen een uitzonderlijke antenne en inventiviteit voor technische en geestelijke menselijke moeilijkheden mee. (pag. 233) 
Süss de Jood, prachtig boek van Lion Feuchtwanger, 1939. Joseph Süss is een historisch figuur, die goed demonstreert wat vdD hierboven zegt: de grote kennis van de joden op financieel en economisch gebied. 
Süss Oppenheimer, Joods bankier, leefde van 1698/99-1738. Feuchtwangers boek behandelt zijn leven. De nazifilm van Veit Harlan (met dezelfde titel) veranderde het verhaal geheel en al. 
In het vignet vooraan de galg waaraan het leven van Joseph Süss eindigde. 
 
Interessant vond ik ook het verschil tussen antisemitisme en anti-judaïsme, waarop de schrijver wijst. Ik citeer Wikipedia: 
Anti-judaïsme is het geheel of gedeeltelijk afwijzen van de joodse religie en de mensen die deze religie aanhangen. Anti-judaïsme richt zich op de verschillen tussen judaïsme en andere geloofsrichtingen, met name binnen het christendom. Het wordt onderscheiden van antisemitisme, dat gebaseerd is op raciale en etnische vooroordelen.
Het anti-judaïsme vindt zijn oorsprong volgens van der Dunk in het christendom, dat uit het jodendom ontstond. Weliswaar was er ook animositeit tegen de moslims, maar dat waren vijanden, de joden waren verraders. 'Met behulp van de associatieve naamsverwijzing naar aartsverrader Judas.' 
16e eeuws fresco, Judas krijgt de dertig zilverlingen betaald.

Van der Dunk zegt op pagina 207 dat heel zijn betoog 'vanzelfsprekend los staat van de vraag naar religieuze waarheid - of wijsheid. Hij onderzoekt wording, samenhang, overname, imitatie, oorspronkelijkheid en vijandschap.'

De Haskala is de Joodse verlichting, ik citeer Wikipedia: 
'Haskala of haskalah (השכלה,, Hebreeuws voor verlichting) was een joodse beweging die in de tweede helft van de 18e eeuw in Europa ontstond als joodse tegenhanger van de Europese Verlichting. Aanhangers van de beweging bepleitten een betere integratie van de joden in de Europese samenleving en het geven van beter onderwijs. Haskala had zijn oorsprong in het Duitse jodendom.
Belangrijke representanten waren onder anderen Moses Mendelssohn, Samson Raphael Hirsch en Hermann Cohen. 
De haskala heeft zowel zionisme als antizionisme voortgebracht.'
Boek over de Haskala, willekeurig van internet geplukt. 
'De wetenschap', zegt van der Dunk 'verving voor de geëmancipeerde joden het orthodoxe geloof.'
vdD ziet overigens ook een voorkeur bij joden voor het linkse gedachtengoed. Dat verklaart dan weer des te beter, dat Hitler tegen zowel communisten als joden was. Het was één en hetzelfde gevaar dat volgens hem de wereld dreigde te overspoelen,

De aandacht voor de Shoah in dit essay is logisch en terecht. Minder logisch is, zegt vdD, dat andere volkerenmoorden veel minder aandacht kregen in de geschiedschrijving: Cambodja, Rwanda, Srebrenica. vdD schrijft dat ook toe aan 'de industrieel-technische moordmethode en de ideologische transformatie van weerloze en objectief volstrekt ongevaarlijke burgers in schadelijke bacteriën ipv vijanden, waarbij in het hoogste tempo de grootst mogelijke aantallen werden vernietigd als insecten.' 
Ingang vernietigingskamp Auschwitz
De auteur is ook niet bang de Shoah in perspectief te plaatsen, wat betreft onze wijze van beschouwen. Hij vindt, dat ons schuldgevoel (in Nederland) tegenover de joden eraan heeft bijgedragen dat we ná WO-II sterk voor het zionisme waren, en aanvankelijk niet bereid waren in te zien, dat Israël al bewoners had. Het was een nieuw kolonialisme, met verschrikkelijke gevolgen voor de Palestijnen. 

Er zitten prachtige zinnen in het essay, zoals deze: "De Israëlische discriminatiepolitiek van de Palestijnen is een fataal spiegelbeeld van de Europese joodse discriminatie in veel landen ook al vóór Hitler."
Churchill stond als filosemitist bekend. 
Hij wijst ook op het verschijnsel filosemitisme: dit kwam vooral na de oorlog voor: Een positieve generalisatie, met name in literatuur en kunstkritiek, 'waar het oordeel vaak niet meer los kon staan van een morele schuldaflossing en inhaalbehoefte.' p. 171
En: De officiële relatie tot Israël stond van het begin af aan in het teken van verzwegen gene, moreel verplichte sympathie en behoefte om die fout te repareren. 

Nog enkele opmerkingen over beeldvorming: 
De joden zijn het uitverkoren volk van God, vdD koppelt dat aan het feit dat ze altijd overal geminacht werden. Een soort compensatie dus. Een uitverkorenheidsmythe.
Christenen werden voor de orthodoxe joden 'de farizeeën, die achter een verkeerde Messias aanliepen.' Joden waren voor christenen 'de godslasteraars en moordenaars van hun heiland, die tevens gods zoon en dus zelf goddelijk was.' 
Joden en christenen delen overigens een dele van hun heilige boeken: het hele Oude Testament (van de joden, met hun god als hoofdman van de strijders) werd in het christendom ingepast. 
Interessant vond ik nog, dat vdD Jahweh een henotheïstische god noemt: Henotheïstische religies worden veelal sterk gekenmerkt door een onderwerping aan de betreffende superieur geachte godheid. Jahweh vocht voor de joden, liet hen winnen of verliezen.
Overigens werd de naam van Jahweh (ook Adonai, als naam van God) altijd verborgen gehouden, hetgeen volgens vdD mee zal hebben gewerkt aan het vermogen van de joden abstract te kunnen denken. Door hun vele studies over de religie is dat vermogen sterk ontwikkeld gedurende de eeuwen.   
Max Weber maakte ook een studie over het antieke jodendom, waarin de lectuur van een dergelijke omvang is, dat men een vol mensenleven nodig zou hebben om alles wat daarover bekend is te lezen. vdD stelt dat er een eeuw later zelfs een aantal mensenlevens voor nodig zou zijn!
Jodenster, 1942, Nederland.
De nazi's smeedden in feite een nieuw en omvattender joods bewustzijn, ook bij degenen waar dit niet meer had bestaan (omdat ze al helemaal geseculariseerd en geïntegreerd waren) 
Ook joden buiten Europa die niet hadden geleden onder de vervolging ontkwamen er niet aan zich te identificeren met dit nieuwe joods bewustzijn.  
Menorah, symbool jodendom.
(Publiek Domein – wiki)
Conclusie over dit essay: 
Ik vond hierin een paar zeer verhelderende inzichten over het jodendom. Ik heb het met veel interesse gelezen, en het heeft me zeker verrijkt. Anderzijds moet ik zeggen dat het af en toe onbegrijpelijk geschreven was, met veel moeilijke woorden en ingewikkelde zinnen. Daardoor ontging mij hier en daar wel het een en ander. De kritiek die ik bovendien vond op Historieknet vond ik wel terecht: er ontbreekt een centrale vraagstelling (voor het hele boek geldt dit!), die zocht ik ook tevergeefs! 

woensdag 10 mei 2023

Sir, Rohena Gera, 2018.

Poster bij de film
Op de poster zien we de twee hoofdpersonen om wie het draait: huishoudster Ratna, en haar baas Ashwin. 
Je ziet ze allebei aan een andere kant van een muur die hen scheidt. Die muur is er in werkelijkheid, in het huis van Ashwin, waar Ratna huishoudster is, en Ashwin en diens gasten bedient. 
Maar ook sociaal zijn ze gescheiden door een kloof.
 Ratna, Ashwin; hij is beleefd en vriendelijk tegen haar. Zij vergeet nooit haar plaats. Ze is ondergeschikt, zeer duidelijk van een andere kaste. 
Toch worden ze verliefd op elkaar. 
Regisseuse Rohena Gera.
De titel is prachtig gekozen. Voor Ratna blijft haar baas Sir. Ze zou zich een hoer voelen als ze toegaf zomaar aan hun wederzijdse liefde. Haar mede-bedienden lachen haar zelfs uit, als dreigt aan het licht te komen dat haar baas iets met haar wil. 
Dat weigert ze. 
Vol liefdesverdriet neemt hij zich voor te vertrekken naar Amerika.
Maar dan gebeurt iets onverwachts: Ratna heeft leren naaien, en is daar erg goed in. Ze krijgt een kans om werkelijk ontwerpster te worden. 
Zo wordt ze vrij. Ze krijgt een heel goede baan aangeboden. 'Sir' belt haar op. 'Ratna', zegt hij. 'Ashwin', zegt zij terug.
Einde film.... :-) 
Trailer. 
Ondertitel van de film is: Is Love Enough?
Nee dus. Het kaste-systeem is sterk....
De film speelt in Mumbai, en is in Hindi. 

Capharnaúm, Nadine Labaki, 2018.

Filmposter
Aangrijpende film over Libanon, Beiroet. Maar eigenlijk tegelijk over zo veel arme steden, waar mensen in onbeschrijflijke armoede en schrijnend pijnlijke omstandigheden leven. 
Hoofdpersoon, een kind, verzorgt een nog kleiner kind.
Hoofdpersoon Zain, een jongetje,  is geboren in een veel te groot gezin (gezien de omstandigheden waarin ze leven), ze slapen en wonen met zeer velen in één kamer - zelfs in één bed - vader en moeder weten de eindjes niet aan elkaar te knopen en er komt rustig weer een nieuwe baby aan. 
De kinderen worden met harde hand opgevoed en krijgen nauwelijks iets wat een kind nodig heeft. Onze hoofpersoon heeft een nauwe band met zijn iets oudere zusje Sahar. Die vreugde wordt hen allebei ontnomen omdat de ouders het meisje uithuwelijken.  De kinderen zelf hebben niks in te brengen, want er dreigt eenvoudig uithuiszetting. 
Beeld aan het begin van de film. Zichtbaar is de sloppenwijk, maar ook hoe kinderen hier soldaatje spelen. De achtergrond van de Beiroet is natuurlijk de jarenlange oorlog die gewoed heeft in Libanon. 
Regisseuse Nadine Labaki
Zain loopt van huis weg, en komt terecht bij een zwarte moeder, de Ethiopische Rahil, met baby Yonas; zij kan ook al nauwelijks het hoofd boven water houden. Zij is illegaal in Libanon. 
Zain blijft wonen bij Rahil en Yonas, hij zorgt overdag voor de baby zodat de moeder kan werken. 
Yordanos Shiferaw & Boluwatife Treasure Bankole, in de rollen van Rahil en Yonas.
Maar op een dag wordt zij opgepakt door de politie, als illegaal. Vanaf dat moment zorgt Zain voor Yonas. Aangrijpend en hartverscheurend. Tegelijk een aanklacht, zoals ik ergens las.
Het loopt wonderwel goed af, moeder en kind vinden elkaar terug, en Zain mag naar Zweden. Hij krijgt een paspoort, en voor het eerst zien we een glimlach op zijn gezicht. Einde film.
Zain als zichzelf, acteur. 
Voor een uitstekend commentaar op deze fil zie de site Apache, België.

Ik heb nog even naar de titel gekeken: 
Capharnaüm is oorspronkelijk een stadje in het oude Galilea, vlakbij Nazareth waar Jezus zijn kinderjaren doorbracht. Hij begon daar ook te prediken en verrichtte er zelfs enkele mirakels. Maar dat liet de inwoners koud. De boze Christus vervloekte daarom de stad: "Gij zult afdalen tot het rijk der doden." (Mattheus 11:23 en Lucas 10:15)

Een vervloekte en hopeloze stad: sedert die weinig sympathieke passage in het Nieuwe Testament is het woord ‘Capharnaüm’ synoniem geworden voor een hel op aarde, een chaotische plek waar alles scheef gaat. De film met deze titel toont ons precies een dergelijke plaats –vandaag. De kijker ziet dat het een grote Arabische stad is, maar begrijpt pas gaandeweg dat het om Beiroet gaat, de hoofdstad van Libanon.
Ik citeer hier ook nog een stuk over de geschiedenis van Beiroet, het is niet onbelangrijk om dat te weten om het verhaal goed te plaatsen:

"Maar laten we hier toch focussen op Beiroet, ooit beschreven als een Parel van de Middellandse Zee, de hoofdstad van het "Zwitserland van het Midden-Oosten". Na de Franse koloniale overheersing, in 1943, maakte het onafhankelijke Libanon inderdaad een korte periode van voorspoed mee die haar deze vleiende titels opleverde. In de jaren 1950-1960 was Beiroet een welvarende stad, waar de (voor sommigen!) winstgevende handel en het bankwezen oogverblindend werkten en een vrij uniek ‘westers’ cachet gaven aan deze Midden-Oostenstad.
Libanon was echter een broos mozaïek, zowel sociaal, als etnisch en religieus. De zogenaamde welvaart in de steden was niet voor iedereen weggelegd, ook niet in die glansjaren. Inkomensongelijkheid en armoede deden velen emigreren. Tegelijk was Libanon decennialang een toevluchtsoord voor massa's immigranten. Tal van Armeniërs die de genocide door de Ottomaanse Turken tijdens de Eerste Wereldoorlog overleefd hadden, vestigden zich in het land om een nieuw leven te beginnen. Voor wie de film aandachtig bekijkt: de oude man die werkt in het aftandse pretpark is van Armeense afkomst.
Na 1948 werden vele Palestijnen uit het pas opgerichte Israël verjaagd, of ze ontvluchtten de Joodse staat. Zo ontstonden grote kampen en nieuwe sloppenwijken rond Beiroet. Na 2010 werd Libanon bovendien overspoeld door Syriërs die de gruwelijke burgeroorlog ontvluchtten. Zij zijn in Capharnaüm vertegenwoordigd door de familie van Zain. De jongen die de rol van Zain neerzet, Zain Al Rafeea, leefde zelf overigens als Syrisch vluchteling in Beiroet toen de regisseur hem ontdekte.

Momenteel zijn in Libanon twee inwoners op vijf vluchtelingen. In de film komen die haveloze groepen uitdrukkelijk naar voren, net zoals de Afrikaanse of Filipijnse migranten die clandestien aan de kost proberen te komen: ze worden uitgebuit maar tegelijk ook vervolgd door de politie. Dat gegeven speelt een centrale rol in het intrieste verhaal van het hoofdpersonage.
Libanon is ook een mozaïek omwille van de tegenstellingen tussen de vele religies: enerzijds de christelijke geloofsgemeenschappen en anderzijds de talrijke moslimstromingen (soennieten, sjiieten, druzen). Deze aspecten komen amper aan bod in de film (op een korte passage na, wanneer een christelijke geestelijke de gevangenen komt bezoeken). Maar net die talrijke tegenstellingen, samen met de massale aanwezigheid van Palestijnse vluchtelingen, hebben geleid tot een bloedige burgeroorlog (1975-1990) die het land en de staatsinstellingen grondig vernielde. De laatste drie decennia, na het akkoord tussen de strijdende partijen, probeerde men om de staat en de publieke voorzieningen te reconstrueren. Dat is maar gedeeltelijk gelukt."
Zain Al Rafeea (Arabisch: زين الرافعي, geboren 10-10-2004. In Syrië geboren Noorse acteur, vooral bekend om zijn rol in deze film. De film won in Cannes in 2018 de Juryprijs. 
Nogmaals Nadine Labaki; zij is ook actrice. 
Arm op straat.
Het kind dat voor het nog kleinere kind zorgt. Bedenk dat de kleine Yonas nog borstvoeding heeft. Hoe lost Zain dat op...?
Ook voor zijn zusje Sahar was Zain zorgzaam. Zorgde voor maandverband voor haar. 
Boven en onder Zain met Yonas op sleeptouw, ze kunnen het huisje (krot) van Yonas' moeder niet meer in.

Trailer