zondag 26 februari 2023

Macbeth, William Shakespeare, in het Nederlands vertaald door Peter Verstegen, 2020.

Boekomslag
Afbeelding: Ellen Terry as Lady Macbeth (1889), geschilderd door 
John Singer Sargent (1856-1925)
Sargent beeldt de Lady af terwijl ze een kroon op haar hoofd plaatst, na de moord op Duncan. Dat komt in het drama zelf niet voor. 
De geweldige Nederlandse vertaling is van Peter Verstegen, de uitgave is van 2020.
Peter Verstegen,
foto: Michael Ferron
Na de film The tragedy of Macbeth wilde ik dolgraag het stuk zelf lezen. Ik deed een poging om het stuk in het Engels te lezen, zie MIJN BLOG - maar moest erkennen dat dat te moeilijk voor mij was.
Dus ging ik op zoek naar een heel goede vertaling, en Peter Verstegen had mijn vertrouwen. Ik heb van hem het Verzameld Werk van Emily Dickson, in een tweetalige uitgave. Dickinson's gedichten zijn niet gemakkelijk, de vertalingen zijn prima! - Wel had ik gehoopt dat ook Macbeth tweetalig was - en dat is niet zo.
Maar goed: een prachtige én betrouwbare vertaling blijft het! Wellicht dat ik nog eens de twee talen naast elkaar leg, maar voor nu is het wel even goed.

De film wijkt op een flink aantal punten af van het boek, en ook dat is prima. Joel Coen heeft er een eigen draai aan gegeven, zonder dat de hoofdzaak verdwijnt.
Zo komt Hekate voor in het boek, de koningin van de onderwereld. De heksen spelen weliswaar dezelfde rol, maar tonen bij voorbeeld veel uitgebreider welke ingrediënten in hun toverdrank gestopt worden. De dreiging van Het Kwaad wordt daarmee in het stuk ánders getoond dan in de film. 
Het was fijn om in het boek een lijst van 'dramatis personae' bij de hand te hebben. In de film was het nog wel eens lastig te weten wie er aan het woord was.

Ik heb een paar potloodstreepjes gezet waar ik getroffen werd door het taalgebruik; dat was ook de reden dat ik naar de tekst zelf nieuwsgierig was. 
Ik heb een paar zinsneden opgezocht: 
Zo zegt Duncan (de vorst die vermoord wordt door Macbeth) in het eerste bedrijf, vierde scene:
Niemand kent de kunst
Om iemands ziel in het gezicht te lezen.

Oorspronkelijk: 
There's no art
To find the mind's construction in the face.
In dezelfde scene, aan het eind, zegt Macbeth:
(...) Sterren, verberg uw licht,
Of mijn zwartst verlangen komt in zicht.

Shakespeare dicht:
Stars, hide your fires,
Let not light see my black and deep desires.
In scene 5 zegt Lady Macbeth tegen haar man, Macbeth, die ze voor laf houdt:
(....) Je aard heeft, vrees ik
te veel van de melk van menselijke goedheid.
Oorspronkelijk:
(...) I do fear thy nature:
it is too full o' the milk of human kindness.
En even verder: 
(...) Je wilt wel dat het kwaad wint,
Maar weigert vals te spelen.
Shakespeare: 
What thou wouldst highly
that wouldst thou holily; wouldst not play false
and yet wouldst wrongly win.
Inverness Castle, het kasteel van Macbeth waar het grootste deel van het drama zich afspeelt.
Lady Macbeth roept het kwaad rechtstreeks aan: scene 5, eerste bedrijf: 
(...) Komt hierheen, geesten
Die 't aardse denken stuurt, ont-vrouw mij hier,
En vul mij van mijn kruin tot tenen met
De ergste wreedheid. Maak mijn bloed zo dik
Dat de doorgang naar het meelij wordt gestremd.
Oorspronkelijk:
Come, you spirits.
that tend on mortal thoughts, unsex me here.
and fill me, from the crown to the toe, top-full
of direct cruelty! Make thick my blood,
Stop up th'acces and passage to remorse.

Hoe kwaadaardig ze ook is, ze gaat zelf aan haar ambitie ten onder. Uiteindelijk kan ze niet leven met haar schuldbesef. Alle oceanen kunnen niet het bloed van har handen wassen...
Over de historiciteit van het verhaal, uit Wikipedia:
Macbeth is de kortste tragedie van de Engelse toneelschrijver en dichter William Shakespeare. Het tussen 1603 en 1607 geschreven werk is deels gebaseerd op de waargebeurde geschiedenis van de Schotse koning Macbeth van Schotland (1005 - 1057), die op de troon kwam door in 1040 bij Elgin in Schotland door koning Duncan I te doden.
De echte Macbeth had helemaal niet zo'n slechte naam, Overigens vleide Shakespeare ook de koning voor wie het stuk rond 1605 werd opgevoerd, Jacobus I. 
1040-1057
Hoewel Macbeth tegenwoordig als een tiran wordt afgeschilderd, is er uit die tijd geen enkel document dat hem als een vreselijke koning beschrijft. Hij wordt in vele Schotse en Ierse geschriften 'de vernieuwende' en 'de edelmoedige' genoemd.

Onder toneelspelers geldt een bijgeloof dat het stuk ongeluk zou brengen, omdat er echte heksenspreuken in zouden zitten. De naam Macbeth wordt vermeden, het wordt 'het Schotse spel' genoemd. 
Als belangrijkste thema's en motieven noemt Wikipedia onder andere:
ambitie; trouw en verraad; misleiding; slaap, dromen, voorspelling; noodlot;
licht en duisternis; angst; bloed; chaos (storm) en ziekte; de staat, de kroon als symbool van natuurlijke orde; mannelijkheid (de verwijten die Lady Macbeth haar echtgenoot maakt om hem te manipuleren).

Vanwege het rijke taalgebruik laat ik hier een stukje zien van het klaarmaken van de toverdrank.
Dit gaat er onder andere in:   
Scale of dragon, tooth of wolf,
Witch's mummy, maw and gulf
Of the ravin'd salt-sea shark,
Root of hemlock digg'd i' the dark,
Liver of blaspheming Jew,
Gall of goat, and slips of yew
Sliver'd in the moon's eclipse,
Nose of Turk, and Tartar's lips,
Finger of birth-strangl'd babe
Ditch-deliver'd by a drab,--
Make the gruel thick and slab:
Add thereto a tiger's chaudron,
For the ingredients of our caldron.
Vertaald:
Drakenschub en wolvenbot
Lijkensap en heksenstrop
haaienbloed, maar goed geronnen,
Dollekervel, 's nachts gewonnen,
Lever van een Joodse ketter,
Gal van geit met gif en etter
(opgedaan bij maaneclipts),
Turkenneus, Tartarenlip,
Pink van kraamkind, wreed vermoord,
(een kaal hoertje bracht het voort),
Dat al zorgt voor een dikke brij
Voeg nog tijgerdarmen toe
En gereed is het ratjetoe.

En hier...: een verfrissende kijk op Macbeth.... 

woensdag 22 februari 2023

Windstilte van de ziel, Joke Hermsen, 2011.

Boekomslag 

Ik citeer uit dit boekje het volgende gedicht: 

Een ziel heb je nu en dan.

Niemand heeft haar ononderbroken
en voor altijd.

Dagen en dagen,
jaren en jaren
kunnen zonder haar voorbij gaan.

Soms verwijlt ze alleen in het vuur
en de vrees van de kinderjaren
wat langer bij ons.
Soms alleen in de verbazing
dat we oud zijn.

Zelden staat ze ons bij
tijdens slopende bezigheden
als meubels verplaatsen
en koffers tillen
of een weg afleggen op knellende schoenen.

Bij het invullen van formulieren
en het hakken van vlees
heeft ze doorgaans vrij.

Aan een op de duizend gesprekken
neemt ze deel,
maar zelfs dat is niet zeker,
want ze zwijgt liever.

Wanneer ons lichaam begint te lijden en lijden,
verlaat ze stilletjes haar post.

Ze is kieskeurig:
ze ziet ons liever niet in de massa,
walgt van onze strijd om maar te winnen
en van ons wapengekletter.

Vreugde en verdriet
zijn voor haar geen twee verschillende gevoelens.
Alleen als die twee zijn verbonden,
is ze bij ons.

We kunnen op haar rekenen
wanneer we nergens zeker van zijn,
[....]

Wislawa Szymborska.
Wisława Szymborska, 2011
 r. Fot. PAP/J. Bednarczyk
Ik hoorde dit gedicht in het programma Winteruur, van Wim Helsen. Inge Schilperoord las dit voor op 30 januari jl. Het ontroerde me meteen.
Forensisch psychologoog, schrijver. 
Szymborska kende ik natuurlijk al, Joke Hermsen eigenlijk ook. De bundel Zandkorrel met uitzicht staat in mijn kast. Szymborska leefde van 1923-2012. 
Joke Hermsen kende ik van het boek Kairos Castle. 
Boekomslag, 2017.
Eerst over het boek met de prachtige titel Windstilte van de ziel. Hermsen houdt hierin een dagboek bij in een vakantie die zich richt op de stilte, op het niets doen. Een vorm van meditatie. Wat gebeurt er als je even niet denkt, niet regelt, niet organiseert, verzamelt, enzovoort... Je komt tot jezelf. En wat is dat 'jezelf' nou precies?
Ik kon me een heel eind vinden in dit boek, En ik las natuurlijk naar het prachtige gedicht van Szymborska toe, dat aan het eind van het boek staat. 
Toch bleef ik bij een paar uitspraken van Hermsen hangen, waarmee ik het niet eens kon zijn. Ze heeft het over de uitspraak van Meister Eckhart: 'Beati pauperes spiritu'. Alleen als de ziel zich van elke individualiteit heeft schoongewassen, kan op dit 'lege gemoed' van de 'armen van geest' een vonk van God overspringen - zo legt Hermsen de uitspraak uit. Ze noemt dit gezegde 'het instrument bij uitstek van de kerk, die het volk dom en gewillig wilde houden.'
Zijzelf houdt, zoals zij zegt, liever een pleidooi voor 'de transgressie van het bewuste ik ten gunste van een inspiratie vanuit het dieper gelegen zelf.' - De vraag is of ze daarmee zo ver van Eckhart af staat. - Maar goed:
Wat ik op haar kritiek tegen heb, is dat Eckhart weinig van doen had met wat de officiële kerk allemaal uitspookte. Eckhart was een mysticus, die de persoonlijke relatie tussen de mens/een mens met God beschreef. Daar zit geen kerk tussen!
Meister Eckhart, 1260-1328.
Verderop beschrijft ze een kerkbezoek, waarin monniken een sobere dienst houden en zingen. In de kerk zitten op dat moment bruingebrande toeristen met hun mobieltjes foto's te maken.... Ze heeft het dan, sprekend over de monniken over 'hun brave gedweeheid' en noemt hen ook 'onderwerpingsgezinden' (tegenover de relitoeristen). Ik voel vooral bij dat 'onderwerpingsgezinden' te veel veroordeling, en bij alle bewondering voor haar werk, zint mij dat niet. Heeft niet ieder mens zich te onderwerpen aan het leven? 
Filosoof Joke Hermsen.
Beeld Marijn Smulders
Ze maakt wel heel veel dwarsverbanden met literatuur, schrijvers en filosofen die over de ziel hebben geschreven - die ik eigenlijk allemaal wél boeiend vind. Ik noem er een paar, om te onthouden:

Aristeles, Over de ziel;
Roel Bentz van den Berg, Engelen in regenjas;
Henri Bergson, Inleiding tot de metafysica;
Gerard Visser, Gelatenheid. Gemoed en hart bij Meister Eckhart; 
Simone Weil, De geschonden ziel;
Virginia Woolf, The Waves en Wezenlijke momenten. 
Het is overigens ook interessant dat Hermsen een verband legt tussen de ziel en Kairos. In tegenstelling tot Chronos (Kronos) is Kairos de beleefde tijd. Chronos is zeg maar de kloktijd. Kairos is anders, is heel gelaagd, wat hij omvat ook al onze oudere lagen, herinneringen. Het oude kasteel Gaasbeek - met alle oude tijdlaagjes - was daar een goed symbool voor.  
In 2017 had Hermsen een expositie in Kasteel Gaasbeek in België. 
De expositie had als ondertitel 'the art of the moment'. Ik had er destijds naar toe gewild, maar het is er niet van gekomen. Het boekje dat ik in mijn kast heb staan is, behalve een filosofisch werk, ook een catalogus van de tentoonstelling. 

dinsdag 21 februari 2023

Herakleitos en Richard Long, Katja Rodenburg, online lezing, 03-02-2023

Afbeelding van Heraclitus
By Unknown author - Thomas Stanley, 1655, The history of philosophy, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=21228008
Katja maakte gebruik van deze editie van Heraclitus, bezorgd door Cornelis Verhoeven. Tweetalige uitgave, Grieks en Nederlands. Verhoeven is een groot kenner van Herakleitos.
Herakleitos (Griekse benaming, Heraclites of -tus is Latijn) hoort bij de pre-socratische filosofen. 
De pre-socratische filosofie vormt de beginfase van de westerse filosofie in de periode 600–400 v.Chr., vóór de tijd dat Socrates en zijn volgelingen de filosofie beïnvloedden. Pre-socratische denkers waren afkomstig uit onder andere de Griekse koloniën. Heraclites kwam uit Efeze, thans Turkije. 
Kaart van het Archaïsche Griekenland
750-490 voor Christus. 
Zie Efeze 
Pre-socraten waren voornamelijk natuurfilosofen, ze braken met de daarvóór geldende religieuze denkbeelden. Als natuurfilosofen bedachten ze verklaringen voor het ontstaan en de werking van het heelal en natuurprocessen.
Herakleitos leefde van 540 tot ongeveer 480/470 voor Christus. Hij schreef één werk in cryptische, spreukachtige stijl. Het geschrift heette volgens Diogenes Laërtius Over de natuur (Peri phuseōs) of mogelijk De muzen. Het werk is verloren gegaan, we kennen Heraclites' denkbeelden alleen van de citaten van andere grote denkers. 

Over de mens Herakleitos
Zijn bijnaam was 'de duistere': dat sloeg niet op een kwaadaardig karakter.
Herakleitos, geschilderd in 1630, Utrecht. 
Door Johan Moreelse - Johannes Moreelse, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=95512
Johannes Moreelse schildert Heraclites met een globe, bovendien betraand. Aldus toonde de schilder de sombere houding tegenover de wereld; Heraclites, de huilende filosoof, het zogenaamde vanita mundi-motief verbeeldend. Het begaan zijn met het lot van de mens in de wereld. 
Moreelse schilderde ook de tegenhanger: de filosoof Democrites, de lachende filosoof.
Democritus
Door Johan Moreelse - Mauritshuis, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=86339012
Herakleitos vormt met zijn filosofie een brug tussen oude inzichten uit India en de Griekse beschaving. Efeze was een Griekse kolonie, zie kaart. 
Leuk om te weten is, dat de naam Herakleitos betekent: de glorie, of het eervolle, van Hera. Hera was de jaloerse echtgenote van Zeus, Herakleitos was dus vernoemd naar een vrouw. Herakleitos schreef één hoofdwerk, dat vermoedelijk Over de Natuur heette. Dat werk hebben we niet meer; Herakleitos kennen we alleen nog via fragmenten bij andere grote schrijvers. 
Onder anderen Socrates had een grote achting voor hem 

De filosofie van Herakleitos: 
Als voor-socratisch denker had Herakleitos belangstelling voor de kosmos, de vier al genoemde elementen, maar ook: voor de plaats van de mens in dit alles. Dat leidde tot een nieuw perspectief. 
Hij ging uit van de vier elementen: vuur, water, aarde en lucht als de samenstellen bestanddelen van de natuur. Herakleitos had een bijzondere belangstelling voor de oorsprong van de kosmos. Wat was volgens hem het eerste, het oer-element?
Hij dacht: het vuur. Daaruit ontstond de hele wereld; een proces dat vanzelf ging, volgens een principe dat zich steeds verder ontwikkelde. 
Het leidde vanzelf ook tot de vraag naar de plaats van de mens daarin, alsook naar de vraag naar het wezenlijke. 
Het vuur, het oer-vuur, zet alles in beweging en brengt alles voor. Het is geen element van de wereld, het bevindt zich daarbuiten. 's Nachts is het te zien, want sterren zijn gaten in het heelal waardoorheen het oervuur, het kosmisch vuur schijnt. 
Daarnaast hebben we ook fysisch vuur. Dat maakt deel uit van een hele kringloop: vuur - water -aarde - lucht - vuur. Weliswaar verandert de gedaante steeds, maar de massa blijft behouden. 
Marcus Aurelius buste. 
Vergelijk deze uitspraak van Marcus Aurelius, Ad seipsum IV, 46:

Vuur leeft de dood van de aarde en lucht leeft de dood van het vuur, water leeft de dood van de lucht, aarde van het water.

Vuur heeft ook een geestelijke vorm bij Heraclites:
Achter alle verschijnselen zit de logos; de redelijke ordening die eigenlijk van alles wat ontstaat op de materiele wereld in beweging zet.
Is de Logos een soort verstand? Of soort energie? Nogmaals: het is een bepaalde ordening die alles voortbrengt. De wereld is in principe logisch, verstandig, en 
harmonisch ingericht
Als mens hebben we daar deels toegang toe. We zouden kunnen begrijpen wat er allemaal gebeurt in de kosmos, alleen is het helaas zo dat we wakende slapen. We zien die ordening niet.
En als we half slapen is het de taak van de filosofen ons wakker te maken.
Heraclites vroeg zich ook af of wij als mens 'te vochtig' waren. Wijn drinken, betoogde hij, houdt ons in slaap. Ons doel moet zijn: droog worden. Vermoedelijk zouden we onszelf dan ook beter begrijpen. 
Heraclites vermoedde ook onder ons bewustzijn nog een onderlaag. Konden we die wellicht bereiken?
Katja noemde dat 'een diepgaande kosmische gedachte'.

Heraclites' leer wordt ook de leer van de tegenstellingen genoemd. Vergelijk dit citaat van Hippolytus, uit Refutatio omnium haeresium IX, 10): 
De god is dag en nacht, winter en zomer, oorlog en vrede, verzadiging en honger; hij neemt een andere gedaante aan, zoals olie, wanneer die wordt vermengd met geurstoffen, genoemd wordt naar wat ieder het aangenaamste vindt.

Katja noemt dit het tegendeel van hoe we nu kijken: wij zien nu uitsluitend de tegenstelling dag en nacht, terwijl Heraclites ze samen ziet. Je kunt niet spreken van het een als het ander er niet is. Ze zijn beide noodzakelijk voor elkaar om elkaar voort te brengen. Het leidt tot dynamiek: een voorlopige gedaante die de strijd kan aannemen. 
Alles lijkt dus wel tegengesteld, maar in feite is alles één, 'uitéén- en samen- strevend'. 
Die strijd van de tegenstellingen dat is de grote harmonie, dynamisch dus.
Stilstand, stasis, is de dood.
Het vuur is daarvoor een prachtig beeld, laait opnieuw op, dooft voortdurend uit.
Oerknal, foto EO;
Oerknal, of oervuur....? 
De dynamiek van Heraclites klinkt ook door in de uitdrukking: alles stroomt, panta rei. Achter deze vaak gehoorde woorden hoort nog een stukje: 'en niets blijft'. Alles is steeds in flux, in verandering. Je kunt niet 2 x in dezelfde rivier stappen, niet alleen is de rivier nooit twee keer hetzelfde, ook jij bent dat niet. 

Heraclites' filosofie vindt zijn tegenhanger in een andere natuurfilosofie, die alles als altijd hetzelfde blijvend beschouwt. Hierover praten we in deze lezing verder niet. 

Met de rede liggen we het meeste overhoop - vindt Heraclites. We kunnen de dynamiek van het vuur, en de leer van de tegenstellingen gewoon niet goed begrijpen. 'Veracht de mensen daarom, dat ze het niet zien.'
Als je maar goed kijkt....
Is er dan niks permanents?
Zoeken we iets grijpbaars? Wat staat vast? Het antwoord is ook alweer lastig:
Alle afzonderlijke verschijnselen zijn verschillende gedaanten van wat gescheiden wordt. De wereld is een soort cyclus. Een levend geheel, en uiteindelijk keert het vuur weer terug. 
Wat constant is aan het aan vuur, is zijn veranderlijkheid. Maar de ordening van de verandering is gelijk.
Vergelijk (Clemens van Alexandrië, Stromateis V, 105):
Deze ordening, dezelfde voor alle wezens, is niet gemaakt door iemand van de goden of van de mensen, maar zij was er altijd, is er en zal er zijn, een eeuwig levend vuur dat volgens zijn maten ontbrandt en dooft. Afwisselende gestalten van vuur: vooreerst zee, de ene helft van de zee aarde, de andere gloeiende wind. …de zee stort zich uit en krijgt haar maten naar dezelfde verhouding zoals die er was voordat zij aarde werd.
De ordening komt dus niet van de mens, hij is eraan onderworpen.  

Heraclites wordt nog steeds bestudeerd, met de gedachte dat de mens beperkt is in zijn waarneming)
Denk aan Nietzsche: iets wat we observeren houdt zich nooit stil.

Tegen vuur kan alles ingewisseld worden en vuur tegen alles, precies zoals tegen goud goederen en tegen goederen goud.

Want het vuur zal, als het komt, alles oordelen en aanpakken.
(Hippolytus, Refutatio omnium haeresium IX, 10)
Vuur is hier ook weer de oerkracht in de kosmos. 

De menselijke aard sluit geen inzichten in, maar de goddelijke wel.
(Origenes, Contra Celsum IV, 12) 

Een man heet onnozel in vergelijking met de god, precies zoals een kind in vergelijking met een man.
(Origenes, Contra Celsum VI, 12)
Origenes: zegt feitelijk: we tasten in duister. De plaats van de mens is maar stofje in de kosmos.
Heraclites is in dit opzicht heel anders dan Plato of Socrates. Deze beiden waren van mening, dat als wij, mensen, ons best doen, wij via de filosofie onze inzichten terug kunnen krijgen. Wij kunnen zicht krijgen op de Ideeën.
In vergelijking met Heraclites is de mens bij Plato en Socrates veel machtiger. Socrates spreekt ook niet over een proces, hij wil veel meer vastzetten. Als we de ratio maar ontwikkelen, kunnen we de wereld begrijpen. Hem van daaruit beheersen en aan hem onze wil opleggen. 
Socrates was een beetje bang voor Heraclitus, die liet de mens als heel klein zien, tegenover de kosmos als grote kracht. 
Heidegger en ook Nietzsche zien Heraclites' inzichten weer als zeer waardevol. 

De heer van wie het orakel in Delphi is, zegt niet en verbergt niet, maar geeft een teken.
Het orakel van Delphi was eigenlijk een spleet in een rots. Aan een priesteres kon je vragen stellen, maar de antwoorden waren ongrijpbaar. Het orakel zegt niets, verbergt niet, zij toont. Wij moeten dat teken kunnen lezen. 
Vergelijk hiermee de duistere uitspraken van Heraclites. 

De laatste die ik citeer is omstreden geraakt; hij luidt: 
Oorlog is de vader van alles, de koning van alles. Aan de ene groep wijst hij hun plaats toe als goden, aan de anderen als mensen; sommigen maakt hij slaaf, anderen vrij.
(Hippolytus, Refutatio omnium haeresium IX, 9)
Op grond van deze uitspraak wordt wel beweerd dat Heraclites de vader van het fascisme was. 
Niets is minder waar - is mijn overtuiging. Met 'oorlog' wordt de strijd, de botsing der tegenstellingen bedoeld; de dynamische energie. Heraclites pleit nergens voor een strijd tussen mensen. Strijd is simpelweg altijd als mechanisme aanwezig; als mens kunnen wij daar geen invloed op uitoefenen - helemaal niet als goden opereren. We kunnen proberen het mechanisme te begrijpen, wij allen zijn onderhevig aan de natuur, aan dezelfde dynamiek. 
Heraclites' inzicht heeft niks met moraal, inzichten te maken.
NB: uit een latere discussie viel nog de opmerking, dat we bij Heraclites steeds met vertalingen te doen hebben. Zo bezien valt er nog enige ruimte te zien in wat hij mogelijk bedoelde. 

Ik vat nog enkele inzichten samen: 
'Zelfs water is een andere gedaante van vuur.' Ja, want vuur is de drager van alle kosmische ontwikkeling.

pauze
Na de pauze besteedden we aandacht aan de kunstenaar Richard Long.
geboren 1945.
Richard Long koos Katja niet voor niets als de kunstenaar bij Heraclites de filosoof.  Longs kunstwerken kenmerken zich vooral door de sterke betrokkenheid op de natuur. Eigenlijk is de natuur zijn kunstwerk. En wat Long tot uiting probeert te brengen in de natuur is de beweging. 
 
 Sculpture of a man walking through a landscape, 1965.
Eerste kunstwerk, nog met gips. Long werd ervoor van school gestuurd, omdat het gips niet te verwijderen viel. 
Hierna volgt hij een heel ander pad. Dit kunstwerk hierboven was zéér permanent, de hiernavolgende niet meer. 
Kunst moet voor hem iets maken wat beweging uitdrukt. Of in beweging zet.
Gaat het om wat we zien, of om wat het uitdrukt?
De gedachte leidde tot het idee dat je iets kon doen zónder materiaal, met de elementen die er al zijn. 
Long liep dit stuk gewoon, een aantal keren door het gras, en fotografeerde het pad. Aldus drukte hij uit dat hij daar geweest was, en zoals het op zijn foto te zien was. Hij maakte gebruik van alles wat de natuur zelf al in huis had. Voegde niks toe, maakte geen blijvend monument. 
Het bestreken gebied wordt wel steeds groter en verder weg. 
Katja associeert dit kunstwerk met een filosofisch werk van de Roemeen Mircea Eliade, Het heilige en het profane. Zoals de bibliotheek het beschrijft: Een godsdienstwetenschappelijke verhandeling over de inhoud en beleving van de religie van de archaïsche mens, geprojecteerd naar de moderne mens.
Katja: 'De cirkel heeft eigenlijk een religieuze oorsprong. Het begon met het neerzetten van een paal. Daarmee begon de mens een ordening op te leggen aan de natuur. De kosmos heeft een religieuze ondergrond. Een cirkel is iets onnatuurlijks, die wordt altijd door de mens gebracht.' 
Long ging altijd zonder gereedschap of iets op weg. Zelfs zonder water, hij dronk uit de rivieren onderweg. Een expositie van hem heette dan ook: Drinking the Waters of Dartmoor.
Zijn weg, kunst, is uniek, hij hoort niet bij de landschapskunstenaars, zoals Christo: Long bouwt geen monument op. Hij is ook geen conceptueel artiest, er ligt geen bepaald concept aan zijn werk ten grondslag. Het gaat bij hem om 'centering the artist’s life-long concern with walking as an aesthetic and philosophical practice.'
In deze cirkel staan gewoon korte weergaven van iets wat hij een bepaalde dag of nacht gezien of beleefd heeft: bij voorbeeld: 7e nacht; dierenholen; windstil; hagedissen; rode spin, et cetera. 
Het titelwerk, Drinking the Rivers of Dartmoor, (is) 'a wall-filling text, essentially a list of 14 streams (Yealm, Erme, Plym etc), laid out like a piece of concrete poetry – though he stresses such works absolutely aren’t poetry. It’s based on a six-day “ritualised walk around one of my life’s prototype landscapes” – not so far from his home in Bristol.'
Aldus The Guardian.
Rhythm and Blues, 2011
Photograph: Ken Adlard/Courtesy Lisson Gallery
In dit kunstwerk maakte Long alleen gebruik van water en modder.
Al bij al drukt Long mooi het vergankelijke uit. Zo'n foto als England 1968 laat een pad door een veld madeliefjes zien. Het is al lang weer weg, en de natuur heeft zich sindsdien ook al lang hersteld. Niets is aangetast. 

donderdag 16 februari 2023

Fanny en Alexander, Ingmar Bergman, 1982.

 
Filmposter
Het verhaal:
De film gaat over de twee titelpersonages, Fanny en Alexander. Het zijn twee jongen kinderen, broer en zus, en allebei lid van de weelderige en kleurrijke familie Ekdahl in een Zweeds stadje, aan het begin van de twintigste eeuw. Hun ouders, Oscar en Emilie, beheren samen het lokale theater, en worden daarbij geholpen door Oscars moeder en broer. 
Mooi, kleurrijk, overvloedig, rijk, gelukkig.
Zo ziet de kleurrijke familie Ekdahl er ongeveer uit. Je kijkt je ogen uit in de film, als ze Kerstmis vieren. Allerlei dienstmeisjes dragen de mooiste gerechten binnen, het hele huis is versierd en in feeststemming. 
Een van de ooms (hij loopt hier voorop in de polonaise) is behoorlijk libertijns, openlijk versiert hij één van de dienstmeisjes. 
Als Oscar op vroege leeftijd sterft, trouwt de weduwe Emilie met een bisschop. Samen met de twee kinderen verhuizen ze naar een sobere en strenge kanselarij. Het is een verandering die grote gevolgen heeft en de kinderen diepongelukkig maakt.
Dit is bij die akelige bisschop, diens twee zusters en ik geloof een huishoudster. Hier wordt Alexander ondervraagd over iets onschuldigs. Desalniettemin wordt hij met zweepslagen getuchtigd. Aangezien moeder en kinderen opgesloten zitten in het bisschopshuis, is het behoorlijk troosteloos en zonder uitzicht. 
De kinderen achter tralies. 
Op DEZE SITE vond ik interessante uitspraken over Bergeman en zijn laatste film. Bijvoorbeeld deze, die uit de film zelf is. Het is uit een speech van de jonggestorven vader van Fanny en Alexander, Oscar: Oscar is theaterdirecteur, hij spreekt hier zijn werknemers toe: 

“My only talent, if you can call it (…) is that I love this little world inside the thick walls of this playhouse, and I’m fond of the people who work in this little world. Outside is the big world, and sometimes the little world succeeds in reflecting the big one so that we understand it better. Or perhaps, we give the people who come here a chance to forget for a while, for a few short moments, the harsh world outside. Our theater is a little room of orderliness, routine, care and love. I don’t know why I feel so comically solemn this evening.”

Ernst Ingmar Bergman, 1918-2007. Zweeds toneel- en filmregisseur, met een oeuvre van veertig films.  
Het verhaal loopt gelukkig goed af, tegen elke verwachting in. De kinderen kunnen ontsnappen dankzij een slimme oom, die ze feitelijk ontvoert uit de pastorie. De bisschop komt om. Wel blijft hij in Alexanders hoofd na-spoken, zo gaat dat met trauma's...
De film is uitgezonden bij Zomergasten, het was de keuzefilm van een psychiater. Wat hij mooi vond aan deze film, was dat de kinderen in hun beleefde trauma elkaar hadden. De meeste jeugdtrauma's doorsta je alleen. 
Zelf maakte ik in mijn jeugd Ingmar Bergman ook mee als filmmaker: we keken uit naar elke aflevering van Scenes uit een huwelijk; en ik vond op een bepaald moment heel veel troost bij de film The Magic Flute, die Mozarts opera vertolkt. Prachtig! Ik was vergeten dat die ook van hem was!
Dvd-omslag van Scenes uit een huwelijk; de vrouwelijke hoofdrol was voor Liv Ullmann.
Herfstsonate, Wilde aardbeien: die titels van films van Bergman doen wel iets resoneren, maar ik ben er niet mee bekend (geweest).
Maar deze film keken we ademloos uit, ondanks de lengte. Want het was boven al: genieten!
Trailer

Stil, Susan Cain, 2012.

 
Boekomslag
Volledige titel: Stil - de kracht van introvert zijn in een wereld die niet ophoudt met kletsen
Uit het Engels vertaald door Jan Willem Reitsma. Oorspronkelijke titel: Quiet - the power of introverts in a world that just can't stop talking.
Dit is een interessant boek, en toch ga ik het niet uitlezen. Er is gewoon te veel leesvoer, en om een boek echt te lezen moet je erin investeren. Dat gaat nu gewoon niet, ik geef andere boeken voorrang. 
Misschien later nog eens… 
Susan Cain, geboren 1968.
Één ding heb ik wel opgepikt dat ik toch het vermelden waard vind: het onderscheid dat Cain maakt tussen karakter en persoonlijkheid. Karakter zit 'diep', persoonlijkheid zit aan de buitenkant; we hebben het dan over: hoe je overkomt of wat je uitstraalt, je charisma, je uiterlijke succes. Cain gebruikt graag het voorbeeld van de cheerleader voor de persoonlijkheid. 
Eigenlijk heb zelf die hele omslag meegemaakt, van innerlijkheid, naar 'in de etalage staan'. Niet zozeer in mijn persoonlijke leven, maar 'in de wereld', de verschuiving van de aandacht. Denk aan alle meningen en meninkjes op de tv, die belangrijker zijn dan diepgravend iets onderzoeken, of ergens aandacht aan geven. Voor mij voelt dat als een verlies, en dat maakt dit onderwerp dan ook belangrijk. 

Cain geeft haar boek een motto mee van allen Shawn, wat ik genoeg vind zeggen en hier daarom overneem: 

"Een soort waarvan iedereen generaal Patton is, heeft net zo weinig kans van slagen als een ras waarvan iedereen op Vincent van Gogh lijkt. Ik geloof liever dat de wereld sportlieden, filosofen, sekssymbolen, schilders en wetenschappers nodig heeft; dat ze behoefte heeft aan hartelijke, hardvochtige, koelbloedige en teerhartige mensen. Ze heeft behoefte aan hen die hun leven kunnen wijden aan de bestudering van het aantal waterdruppels dat de speekselklieren van honden onder bepaalde omstandigheden afscheiden, aan hen die de vluchtige indruk van kersenbloesem kunnen vangen in een gedicht van veertien lettergrepen of vijfentwintig pagina’s kunnen besteden aan de ontleding van de gevoelens van een jongetje dat ’s avonds in bed ligt te wachten tot zijn moeder hem welterusten komt kussen. [...] Het bestaan van uitmuntende vaardigheden vooronderstelt zelfs dat de energie die nodig is op andere terreinen daarvandaan is weggeleid."

Allen Shawn

Allen Shawn, geboren 1948.
Componist, en schrijver van onder andere het boek Wish I Could Be There: Notes from a Phobic Life - dat de relatie onderzoekt van zijn ervaringen met angst en paniekstoornissen, alsook zijn relatie met zijn tweelingzusje Mary. 
Schreef verder o.m. over Schönberg.  

Opruimen voor je doodgaat, Margareta Magnuson, 2017.

 
Boekomslag
De ondertitel van dit boek luidt: De edele Zweedse kunst van döstädning. 
Het leek mij een goede aanvulling op de opruimboekjes van Marie Kondo. 
Wat de schrijfster vooral betoogt is dat dit werk(je) niet verdrietig is. 
Ik werd er ook niet verdrietig van, maar het verveelde me een beetje. Het is een beetje een kabbelend gesprekje met... Oma. Niks nieuws, niks verrassends. 
Ik moet er wel bij zeggen dat het een bestseller is geweest, dus het ligt ongetwijfeld aan mij... 
Hoe dan ook: 
Het gaat praktisch ongelezen terug naar de bieb. Ik zal toch echt zelf moeten bedenken hoe of war of waar ik mijn rommel e/o overtollige boeken laat.... 
Margareta Magnusson,
'ergens tussen de tachtig en honderd jaar oud.'