vrijdag 28 oktober 2022

Le Chant du Loup, Antonin Baudry, 2018.

 
Filmposter; ook wel aangekondigd als The Wolf's Cry. 
Verrassend goede film, gewoon spannend, met mooie beelden en een goed/aardig (verzonnen) verhaal.
Hoofdpersoon is 'Sokkemans', Chaussets, ook wel Oreille d'or (gouden oortje) genoemd. Hij speelt een cruciale rol in de film, want hij kent alle geluiden onder water, van het type duikboot of vrachtschip, met aantal bladen, tot en met walvissen, duikers. De hele bemanning vertrouwt op hem.
In het begin gaat dat fout. We zien hem aarzelen, hij weet niet zeker wat hij hoort. Over die twijfel is hij duidelijk, toch wordt het hem als een fout aangerekend.
Op deze poster Francois Civil als Chanteraide/"Socks"/ "Sokkemans".
Hij krijgt een vriendin, wordt toch weer wel aangenomen op het schip, maar dan gebeurt er iets dramatisch: er vindt een raketaanval plaats, ergens bij Finland. Dit roept een reactie op, maar ook hier hoort "Sokkemans" dat er iets mis is met het geluid: de kop van de raket is niet geladen met kernmateriaal. Het is een val van de islam - onwaarschijnlijk genoeg hebben zij die kunde, maar vooruit maar - en bedoeld om een tegenaanval te provoceren. 
De twee duikboten nu van 'de goeien' dreigen elkaar te vernietigen. Hoe dat afloopt is heel spannend. Ook wel naar, er vallen veel slachtoffers. Het enige goede is, dat een wereldramp zo is voorkomen. 
Dit is de hele cast van de film. Links 'Gouden Oortje, rechts zijn vriendin. In het midden zijn meerderen. 
Antonin Baudry, schreef en regisseerde de film. Interessant: behalve filmregisseur is hij diplomaat. Hij schrijft onder het pseudoniem Abel Lanzac. 
Maar het prachtige van de film zit 'm vooral in alle beelden en voorstellingen van de onderzeeërs, de ruimtes met de schermen en hoe ze varen. Zie voor de lof hierop ook de site MARINESCHEPEN.NL . Hier zijn professionals aan het woord die het weten kunnen. Zij vertellen ook hoe de maker van de film zo goed geïnformeerd is geraakt. 
Oh ja: de titel: le chant du loup is het geluid van de sonar, een jankend hoge piep. Chanteraide blijft dit maar horen, ook als hij weer terug aan de wal is. 
Trailer, Frans; Nederlands ondertiteld.

maandag 24 oktober 2022

Bijna een man, Dagboeken 1939-1955, J.J. Voskuil

Boekomslag. 
Ik heb destijds met heel veel plezier de zeven delen van Het Bureau gelezen, van J.J. Voskuil. Zelfs twee keer. 
Ook de boeken van zijn vriendin, Frida Vogels, de twee delen De Harde Kern, gingen er bij mij in als koek. Geweldig, wat een mooie literatuur, zo het leven dicht op de huid te beschrijven, zonder enige mooi-doenerij, met de pijnlijke dingen in de menselijke ontmoetingen. Of, zoals bij Vogels, die pijnlijke knie....
Toen Frida Vogels met haar dagboeken op de proppen kwam, vanaf 2005, en inmiddels 11 delen, heb ik nooit gedacht: die moet ik ook lezen. Geen zin in. 
Bij de aankondiging van de dagboeken van Voskuil was dat anders. Ik verwachtte dat die mij opnieuw leesplezier, of anders wel verdieping zouden brengen... 
Nou, dat is niet zo. 

Laat ik beginnen met te vertellen wat ik in dit eerste deel (en verder zal ik vermoedelijk niet komen) wél leuk vond: dat is hoe hij de oorlog beschrijft, als tienerjoch. Ik wist niet hoe het er daar, in Den Haag, uitzag. Dat de mensen daar daadwerkelijk met bommen en vliegtuien en alles geconfronteerd werden. Het was ook onthutsend te lezen hoe de hongerwinter ervaren werd, dat persoonlijke. Ik vond het ook 'leuk' om te lezen hoe de fietsbanden steeds 'gaarder' werden en niet meer gerepareerd konden worden. 
Feitelijk heeft dat oorlogsstuk niet zo veel met de rest van het dagboek uit te staan. Want na de oorlog gaat Voskuil gewoon naar school, nog weer later studeren. En daar gaat het meeste over, over het gewone leven, in die periode als student. En dan vooral over de gesprekken die hij heeft met zijn medestudenten. 
Het boek is ook verwerkt in deze tv-serie van Frans Weisz, en uitgezonden in 1991. Toen is mijn belangstelling ook gewekt. De serie nog steeds te koop op dvd.  

Ik 'kende' die verhoudingen al van Bij nader inzien, dat vond ik geweldig! 
Dit is anders. Het is vooral niet te volgen. Daar is schuld aan, dat ik niet weet welke 'Jan' hij op het oog heeft als hij het over Jan heeft (er zijn er een stuk of vier). Maar vooral kan ik de gedachtegangen meestal helemaal niet volgen. 
Ik las eenzelfde ervaring terug bij Gerbrand Bakker, die een recensie schreef in Trouw. 
Ik citeer: 
"Ik begreep heel veel domweg niet. Nu overkwam me hetzelfde, maar dan nog een graadje erger. Voskuils manier van denken, redeneren en opschrijven is dusdanig uniek dat ik er niets van begrijp. Ik kan hem gewoon niet volgen. Dat leest niet fijn, bladzijde na bladzijde vol tekst die je niet begrijpt. Nu weet ik van mezelf dat ik niet de intelligentste ben, maar ik ben toch ook niet van de straat. Ik heb ook Nederlands gestudeerd, net als Voskuil.

Omdat ik zo vol onbegrip ben, krijg ik mijn vinger niet achter zijn probleem; wat zit hem nu precies dwars? Vanwaar deze worsteling? Wat veroorzaakt zijn spleen? Ik wil stoppen met lezen, maar dat gaat niet als je de taak hebt een bespreking te schrijven. Een voorbeeld. 6 januari 1954: ‘Dit alles te verbranden lijkt soms de beste oplossing, maar ik ben bang niet meer herkend te worden als ik naakt sta’. Wat staat daar in godsnaam?" Zie DEZE LINK: Trouw.
Gerbrand Bakker, 2020 foto Trouw. 
Ik ben het een hele tijd blijven proberen. Er staat achterin het boek een opsomming van wie wie is, dus óók alle 'Jannen'. Ook wie Jaap is, Jaap Oversteegen, die in Bij nader inzien zo'n prominente rol speelt, en die ik heb leren kennen toen als een naar mens. 
Er staat ook een interessante verantwoording in van de samenstellers van het boek. Want er is in het leven en het huwelijk van Han en Lousje Voskuil wel het een en ander aan de publicatie voorafgegaan. Lousje vond dat het óók haar dagboek was, en heeft zo'n 5 % van de dagboekbladen weggeknipt. 
Lousje Voskuil-Harpers. 
Die belandde in een vuilniszak, die kwam onder een bed, en een overijverige huishoudelijk hulp zorgde ervoor dat die bladen met de vuilnisman meegingen...
Enfin.
Het hele verhaal over die feiten is terug te vinden in de recensie van de Volkskrant van Bert Wagendorp. Wagendorp stelt trouwens vast dat hij Voskuil 'onaangenaam en arrogant' vindt.

Een heel uitgebreid verslag staat te lezen in De Groene, zie DEZE LINK. Het is het verslag van een lezing van Elsbeth Etty. 
Elsbeth Etty, geboren 1950; foto DWDD
Etty is zonder twijfel de best geïnformeerde recensent. Zij kent al het overige werk van Voskuil ook, en kan dus goed laten zien waar Voskuil volgens haar bij voorbeeld jaloers is, of wraakzuchtig, of over de schreef gaat als het over het schrijven over vrienden gaat. De studievriend Jaap Oversteegen noemt zij een briljant letterkundige, en Voskuil noemt ze jaloers. Het is hem ook nooit gelukt diens vrouw Suus in bed te krijgen. 
J.J. Oversteegen (rechts) met de Turkse dichter Ülkü Tamer
Een andere vriend, Jan Bruggeman, heeft hij te kijk gezet door brieven die aan hem persoonlijk gericht waren te publiceren. Bruggeman zou ook antisemitische uitlatingen gedaan hebben. Hij was manisch-depressief en kwam aan zijn einde door zelfmoord. Zie Requiem voor een vriend, van Voskuil 
Al die kennis is natuurlijk interessant, en ik heb die niet. Het is óók interessant te lezen, dat Etty uiteindelijk tóch smult van dit dagboek, en met plezier uitkijkt naar de volgende delen. 
Han Voskuil.

Moonage Daydream, Brett Morgen, 2022.

Filmposter.
De film viel mij na alle zeer lovende recensies wat tegen. Ik vind sommige dingen van Bowie geweldig, en ik herinner me dan ook dat ik met heel veel genoegen naar de expositie in het Groninger Museum geweest ben. Zie Dit blog van mij, 2016
Nu ik de film vergelijk met de expositie zie ik ook, dat ik Bowie vooral bewonder als kunstenaar, en eigenlijk veel minder als musicus/muzikant. De film maakt heel veel lawaai, wat natuurlijk heerlijk is als je zijn muziek graag hoort. Ook zijn er veel beelden van de ontzettend grote mensenmassa's voor wie hij op stond te treden. Allemaal met dreunend geweld. 
In de recensie had ik gelezen dat er veel spirituele teksten van hem waren. Dat viel mij nogal tegen, hij had het er wel eens over, maar vaak maakte dt op mij niet zo veel indruk.
Repetitie Lazarus, David Bowie en regisseur Ivo ten Hove. 2015
Ik miste de naam Ivo van Hove, met wie Bowie een paar keer heeft samengewerkt. Niets over Lazarus, zijn laatste project, waar genoeg 'spiritueels' over te zeggen zou zijn geweest. 
De titel Moonage Daydream verwijst naar een single met die titel, en ook naar een boek van Bowie.  
Dit vond ik erover op internet: 

Moonage Daydream is een nummer van David Bowie en voor het eerst uitgebracht als single in 1971 met de band Arnold Corns. Een opnieuw opgenomen versie, met Bowie en zijn band The Spiders from Mars, werd in 1972 uitgebracht op zijn album The Rise and Fall of Ziggy Stardust and the Spiders from Mars.
Boekomslag. Boek gepubliceerd in 2002 door Bowie zelf. 
Het nummer vertelt over een alien-messias en hint naar zijn doel om de wereld te redden van een aankomende ramp, die werd beschreven in het eerste nummer van het album "Five Years", en zijn lot als typische zielsliefhebber, beschreven in het tweede nummer "Soul Love". In het verhaal van het album is dit een van de belangrijkste nummers, aangezien het de creatie van titelkarakter Ziggy Stardust beschrijft; door middel van een combinatie tussen religie, romantiek, seksuele vrijheid, rebellie en passie verandert hij in de archetypische rockster.
Ziggy Stardust, alter ego Bowie
Moonage Daydream: The Life and Times of Ziggy Stardust is de titel van een boek geschreven door Bowie dat werd vernoemd naar dit nummer, gepubliceerd in 2002. Het boek documenteert de jaren 1972 en 1973 en werd volledig geïllustreerd met foto's van Mick Rock. Bowie en Rock ontmoetten elkaar in 1972 en vormden een goede werkrelatie en een blijvende vriendschap. Rock werd hierdoor meteen de enige fotograaf die toestemming had om de tweejarige carrière van Ziggy Stardust vast te leggen.
Trailer
Regisseur Brett Morgen, geboren 1968.

zondag 23 oktober 2022

Hockney's Eye, Teylers Museum, expositie 2022.

Zelfportret David Hockney.
Foto van de schilder in 2017.
Hockney werd geboren in 1937.
Viewers looking at a ready-made, with skull and mirrors. 2018.
De afbeelding is opgebouwd uit honderden foto's met elk hun eigen perspectief. Het had op ons een verbluffend effect. 
De expositie als geheel viel ons wat tegen. Er werd veel aandacht geschonken aan de wis- of natuurkundige uitleg van lijnenspel en perspectief. Hockney werkt, werkte ook veel met spiegels of andere instrumenten. Ik voor mij haak af als ik dat eerst moet begrijpen. 
Ik heb wat neergezet om een indruk vast te kunnen houden. 
Zelfportret Christiaan Andriessen, met camera obscura. 
Dit schilderijtje trof me. Andriessen was een Amsterdamse tekenaar, die leefde van 1775-1846. Vermoedelijk gebruikte hij de camera obscura bij het maken van zijn tekeningen. 
Het hangt hier, omdat Hockney ook belangstelling heeft voor vroegere kunstwerken, waarop/-mee/-in meetinstrumenten werd gebruikt of getoond. 
Een kleine uitweiding over Andriessen: 
Er bleek in 2008 een expositie van zijn werk te zien te zijn geweest in het Amsterdams archief. Gemist, helaas! Er bestaat wel een boek met tekeningen van hem:  
De wereld van Christiaan Andriessen. Zijn vader Jurriaan tekende ook zo mooi! Christiaan verluchtigde zijn dagboek met zijn tekeningen.
Dürer was een andere artiest die gebruik maakte van instrumenten om te tekeningen in goed perspectief. 
De afbeelding komt uit zijn boek Underweysung der Messung. 1525. We zien rechts de kunstenaar die naar zijn object kijkt door een raam met lijnen. Dit moest het juist tekenen ondersteunen. Wel moest het oog dan steeds op de centrale plaats blijven. 
In één van de zalen van het Teylers Museum hing net zo'n perspectiefraam: 
Misschien wat moeilijk te zien, de lijntjes van dit historisch hulpmiddel.
Annunciatie; variatie door Hockney op dit thema van Fra Angelico, Renaissance. 
Fra Angelico, 1395-1455
Annunciatie, Florence. 
Pieter Saenredam 1597-1665;
interieur Grote of Sint Bavokerk, Haarlem. 
Mooie lijnen, maar heeft niet één verdwijnpunt gekozen, aldus de toelichting. Waardoor het zou zijn alsof je de kerk door een groothoeklens ziet. 
‘12 Portraits after Ingres in a Uniform Style’ (1999-2000). Potlood, kleurpotlood en gouache op papier, waarbij een camera lucida is gebruikt. © David Hockney
Deze serie van twaalf portretten (1999-2000), wordt een van de hoogtepunten van de expositie Hockney’s Eye genoemd. Ze is gemaakt met behulp van een camera lucida. Met dit optische instrument, gepatenteerd in 1806, kan de werkelijkheid tamelijk gemakkelijk, bijna fotorealistisch op doek of papier worden over- of nagetekend. Het blikveld is echter maar klein, waardoor soms opnieuw moet worden ‘gefocust’ – vandaar dus die machtig grote suppoostenhanden.
Camera lucida (circa 1860) uit Teylers Museum. 
Nogmaals de portretten.
Meindert Hobbema, laantje in Middelharnis, 1689.
Hockney goochelt met het perspectief, en maakt er dit van. 
Tot slot: onder en boven Grand Canyon; boven met de schaduw van de kunstenaar erop. 
2017; Hockney schilderde de Grand Canyon talloze malen.
Trailer Expositie

dinsdag 18 oktober 2022

Dagje Rijksmuseum, 16 oktober 2022. - Expositie Onderkruipsels

Affiche expositie Onderkruipsels, Rijksmuseum; bezocht op 16 oktober 2022. 
NIKON Small World Fotografiewedstrijd; 
winnende foto: 
Embryonic hand of a Madagascar giant day gecko (Phelsuma grandis)
Image of Distinction
Ant (Camponotus)
Deze beide foto's, de mier en de embryonale poot van een gekko, stonden 14 oktober in de Trouw. Fascinerend!
Er stond bij dat werk van Wim van Egmond te zien was in het Rijksmuseum - dat bleek achteraf Rijksmuseum Boerhaave te zijn. 
En, oh toeval: in het Rijksmuseum Amsterdam was de tentoonstelling Onderkruipsels. Daar zocht ik tevergeefs naar nog meer mooie foto's.... 
Die waren er dus niet, wel heel mooie andere dingen uit de geschiedenis van de natuurhistorie. 
Ik laat het een en ander zien: 
Aardewerk schotel, door Bernard Palissy 1550-1580; afgebeeld in het geglazuurde aardewerk zijn amfibieën, reptielen, insecten en vissen.
P. was een gelovig protestant, 'het boek der natuur' was voor hem als een vijfde evangelie, dat je dichter bij God bracht. 
Schaal uit het Louvre. 
Jan van Kessel, takje witte aalbessen met insecten.
We zijn met dit schilderijtje al een eindje gevorderd in de geschiedenis van de weergave van de onderkruipsels. 
Het verhaal begint met het memento mori, de beestjes die de doden opaten. In die begintijd wist men nog neit dat insecten en wormen ook een natuurlijk manier van voortplanting hadden; men dacht dat ze 'ontstonden' uit modder. 
De weergaven daarna zijn ook heel leuk: afschrijvers van manuscripten maakten kleine tekeningetjes van beestjes in de marge van hun boeken. 
Zoals in dit Getijdenboekje, circa 1500, Brugge. 
De kennis nam natuurlijk wel toe: hier reptiel op sterk water, 18e eeuw. 
En de uitvinding van de microscoop bracht ook de onthulling van veel geheimen mee. Hier een boek met uitvouwbaar blad, met een getekende vlo. 18e eeuw. 
Otto Marseus van Schrieck, zag de natuur ook als boek van God. 
1620-1678.
Vol met diertjes. Ik vond deze zo mooi vanwege de blauwe winde, wij zeggen hier: ipomoeia. Uit Museum Twenthe.
Webs of At-tent(s)ion, Tomas Saraceno;
aandacht voor spinnen. 
En zo was het museum aangekleed, geheel in stijl met de lekker-griezelige middag.
Veel kinderen namen deel, heel gezellig. Er werd veel getekend. 
Catalogus
We waren nog even niet uitgekeken in het Rijks. Deze keer maar eens naar de Chinees-Japanse afdeling. Een paar plaatjes daar: 
Duiken, Onchi Kashuro, 1932.
'Een van de mooiste prenten uit de schenking.
Pijnboom en kraanvogels; beide symbool voor een lang leven, ook volharding. 
Chiang Yi-Tsai, 1973 
Prachtig stuk stof, met gouddraad; titel: Zekerheid, Aiko Tezuka, 1976.
Bodhisattva Manjushri, 9e eeuw. 
Buiten was het heel gezellig: de marathon werd gelopen. Herinneringen bij ons kwamen boven, Ton de hele, ik de halve marathon. 
Het viel niet mee om over te steken, maar er waren ingenieuze sluizen gemaakt. Zo konden de lopers lopen, en wij wandelaars oversteken.
Een heel leuke dag gehad!
Wachten om over te steken
 Halve marathon-lopers 'flitsen' voorbij. 
Lege helft van de straat; in de verte steekt de overkant naar de overkant. :-)