donderdag 12 mei 2022

Blijf bij ons, Bach - Sigiswald Kuijken, 2020.

Boekomslag. Ondertitel:
Het verhaal van een innige relatie.
In de Goede Week was op Klara een vaste gast Sigiswald Kuijken. Klara liet een uitvoering van de Johannes Passion horen in een uitvoering van zijn koor en orkest, La Petite Bande. 
In 1972 richtte Kuijken dit barokorkest op, onder impuls van Deutsche Harmonia Mundi en Gustav Leonhardt. Ze traden wereldwijd op en maakte diverse opnamen. 
In een interview vertelde Sigiswald Kuijken dat hij sinds een paar jaar 'vanuit een doorgedreven onderzoek belangrijke vernieuwingen in de uitvoering van de (religieuze) muziek van Bach heeft ingevoerd: géén koor, maar een solistisch vocaal kwartet (soms door Bach zelf uitgebreid tot acht zangers), een even slanke instrumentale bezetting, een uitgesproken aandacht voor de juiste tekstdeclamatie. 
De beluisterde Johannes-Passie was prachtig!
La Petite Bande, onder leiding van Sigiswald Kuijken (3e van rechts vooraan)
Zoekend op internet vond ik dit boek van de hand van Kuijken. Ik was geïnteresseerd geraakt door zijn prachtige uitvoering, maar ook door de begeestering waarmee hij sprak over Bach, de muziek en de teksten. 
Uit het boek pak ik één hoofdstuk dat een belletje bij mij deed rinkelen: het hoofdstuk Cantate BWV 6, 'Bleib bei uns, denn es will Abend werden'. Ik ben al een tijdlang gegrepen door deze tekst met muziek, zoals gecomponeerd door Josef Rheinberger. - Ik weet het: geen Bach, maar zó prachtig, en eenvoudig. En vooral:  zo mooi gezongen!
 
Een prachtige uitvoering door VOCES8 van Abendlied
van Joseph Rheinberger. 
De tekst: Bleib bei mir, denn es will Abend werden, komt uit Lucas 24:13-35:
    "Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. Zij spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. 
    Terwijl zij zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf op hen toe en liep met hen mee. Maar hun blik werd vertroebeld zodat ze hem niet herkenden. Hij vroeg hun: 'Waar loopt u toch over te praten?  Met een bedrukt gezicht bleven ze staan. Een van hen, die Kléopas heette, antwoordde: 'Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?' Hij vroeg hun: 'Wat dan?' Ze antwoordden: 'Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazareth, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood te laten veroordelen en laten kruisigen. Wij leefden in de hoop, dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dat alles gebeurd is. Bovendien hebben een paar vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, vonden ze zijn lichaam daar niet gevonden en ze kwamen zeggen, dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen gezegd hadden, maar Jezus zagen ze niet.'
    Toen zei hij tegen hen: 'Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben! Moest de Messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?' Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.
    Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. Maar ze drongen er sterk bij hem op aan dat niet te doen en zeiden: 'Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.' Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. Toen hij met hen aan tafel aanlag nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden zij hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: 'Brandde ons hart niet in ons toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?' 
    Ze stonden op en keerden onmiddellijk naar Jeruzalem terug, waar ze de elf en de anderen aantroffen, die tegen hen zeiden: 'De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!' De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood."
Emmaüsgangers
Schilderij van Janet Brooks Gerloff (1947- 2008)
Bleib bei uns, Bach BWV 6; door Collegium Vocale Gent o.l.v. ,Philippe Herreweghe.
Emmaus, Rembrandt van Rijn. 
Wat mij inspireert, is wat Kuijken beschrijft over wat Bach voor hem betekent: Bach brengt hem bij zijn diepste innerlijk. Precies zoals Meister Eckhart, Rumi, of Johannes Tauler dat doen. 
Ik citeer Kuijken, die op p. 205 Rumi aanhaalt:

'De bron, door velen God genoemd, ligt binnen in ons, al van voor we bestonden, en als we die zoeken, dan zoeken we eigenlijk iets van ons dat we steeds al hadden, een plek waar we steeds al verbleven, een kern die we steeds al waren, alleen weten we het (nog) niet en hebben we het (nog) niet ervaren. Er zijn overigens wel mensen die het weten en ervaren hebben.' (....) 'Naar mijn mening heeft Bach in de diepte steeds met dat alles te maken.' 

Vandaar de titel van zijn boek: Blijf bij ons, Bach - zoals de Emmausgangers naar nabijheid van Jezus verlangden. 
Sigiswald Kuijken, geboren 1944.
Kuijken vertelt in dit boek heel veel over Bach, veel meer dan ik hier aanhaal. Hij biedt veel verdiepende kennis over bepaalde muziekwerken en de instrumenten.  Aan bod komen onder andere de Brandenburgse Concerten, een aantal cellosuites, en in extenso de cantate Bleib bei uns. 
Ik heb me tot bovenstaande enkele overweging beperkt. Getroffen door het Emmaus-thema. 

dinsdag 10 mei 2022

Het Schemeren van de Wereld, Werner Herzog, 2021.

Boekomslag 
boekje in de serie Oorlogsdomein.
Oorspronkelijke titel: Das Dämmern der Welt. 
Dit boekje is om tweeërlei reden interessant voor mij: ten eerste door het onderwerp, ten tweede vanwege de schrijver. 
Om met het laatste te beginnen: ik ben een fan van Werner Herzog. Ik vind niet alles even mooi en goed, maar veel wel, en altijd is hij interessant. Ik kende hem tot nu toe alleen als filmer/regisseur. Ik noem een paar van mijn blogs over films van hem:
Zie mijn blog Grizzley Man, 2005.
Dit was de spannendste. 
Dit is de schrijver-regisseur Werner Herzog. Geboren 1942. 
Hij heeft een kenmerkend stemgeluid. 
Foto uit 2019, bij toekenning belangrijke oeuvreprijs. 
Maar dit gaat over een door hem geschreven boek. De aanleiding was interessant: ooit werd Herzog uitgenodigd om bij de Japanse keizer op audiëntie te komen. Dit was toen hij in Japan een opera regisseerde, de keizer wilde hem ontmoeten. Herzog weigerde, hij zag er niets in om op te moeten zitten en pootjes geven. Dit was een daad waar hij nog altijd voor door de grond zou willen zakken van schaamte, want het was totaal ondenkbaar dat je zo'n keizerlijk verzoek zou weigeren. Alle omstanders verstijfden dan ook van schrik. Maar goed: toen ze weer wat in beweging konden komen, vroegen ze Herzog wie hij dan wél zou willen ontmoeten. Dat antwoord had hij meteen klaar: Hiroo Onoda. 
Het gesprek vond plaats rond in 1997. Herzog ensceneerde toen de opera Chushingura in Tokio. 
Hiroo Onoda, 
1922-2014.
Wie was die man die hij wilde spreken? 
Ik citeer Wikipedia:
"Hiroo Onoda was een Japans militair die vooral bekend werd doordat hij zich bijna dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog nog ophield in de jungle van het Filipijnse eiland Lubang, omdat hij weigerde te geloven dat de oorlog was beëindigd."

Herzog spreekt Onoda, en schrijft dit verslag. Wat hij is Onoda's leven verslaan gedurende de tijd van 1945 tot 1974. Maar wat valt daar precies over te vertellen? Het was vooral overleven. Veel dagen waren hetzelfde.
Ik citeer Herzog zelf, voorafgaand aan het eigenlijke verhaal (op bladzijde 5):

"Veel details kloppen, veel kloppen er niet. Iets anders was belangrijk voor de schrijver, iets wezenlijks, zoals hij het tijdens zijn ontmoeting met de protagonist van dit verhaal meende te zien."

Voordat ik uitkom bij dat wezenlijke, geef ik, overigens in navolging van Herzog, een enkel stukje concrete context. Het is de naam van de Japanse officier die Onoda in 1945 opdracht gaf zich te blijven verzetten tegen de Amerikanen:
Yoshimi Taniguchi,
majoor. Instrueerde Onoda aan het eind van de oorlog stand te houden; kwam na de oorlog, als oude man, hem bevrijden van de opgelegde plicht.
Dat vond ik erg mooi: dat alleen de man die hem opdracht had gegeven stand te houden, Onoda kon overtuigen van het einde van de oorlog. Alle eerdere signalen had hij niet vertrouwd.
This picture taken on March 11, 1974 shows former Japanese imperial army soldier Hiroo Onoda (2nd L) walking from the jungle where he had hidden since World War II. (JIJI PRESS/AFP/Getty Images)
De man rechts moet de inmiddels meer dan 80 jaar oude majoor Taniguchi zijn.
Er is niet veel te vertellen over de lange tijd dat Onoda zich ophield in de jungle. Hij heeft net na de oorlog geprobeerd de order uit te voeren om het vliegveld en een brug te laten ontploffen. Er hebben zich een paar andere soldaten bij hem gevoegd. Die zijn allemaal in de loop der tijd verdwenen of gestorven. Alleen Onoda bleef over.

Werner Herzog beschrijft natuurlijk ook wel enkele van de overlevingsstrategieën, zie verderop; maar vooral schrijft hij poëzie met dit boek. Ik citeer een stukje tekst van bladzijde 55. Vooraf: 
De drie soldaten vinden een pamflet, zonet uit een vliegtuig gestrooid; het is 1945. Onoda leest dat de naam van zijn bataljon is gewijzigd, enkele weken vóór de strategische terugtrekking van de Japanners. De nieuwe naam klonk dapperder, zegevierender: 'De wieg van stormen, We moeten als een taifoen over de vijand razen en hem wegvagen.'
En dan volgt mijn citaat:

"Hier begint iets, terloops, alsof een permanente begeleider zich onopvallend bij hen voegt, een natuurlijke broer van de droom met de zekerheden van de droom: een vormloze tijd van slaapwandelen, hoewel alles echt is, direct, tastbaar, gruwelijk en onherroepelijk in zijn praesens - de jungle, het moeras, de bloedzuigers, de muskieten, het gekras van vogels, de dorst, het jeuken van de huid. De droom heeft zijn eigen tijd, hij spoelt snel vooruit of terug, hij hapert, staat stil, houdt zijn adem in, maakt abrupte sprongen alsof je nietsvermoedend wild hebt laten schrikken. Een nachtvogel krast, en een heel jaar is verstreken. Een druppel water op een groeiend blad aan een tros bananen vangt even een zonnestraal op, en weer is er een jaar verstreken. Een straat van miljoenen en miljoenen mieren trekt ineens vanuit het niets tussen de bomen weg zonder dat je hun oorsprong ooit zal kunnen vinden. (....) Onoda's strijd wordt gevormd door de vereniging van een imaginair niets en een droom, maar Onoda's strijd, aldus door niets verwekt, is een overweldigende gebeurtenis, een die is afgedwongen van de eeuwigheid."

Dit citaat geeft goed weer hoe de lange periode van 29 jaar geweest zijn, en hoe Herzog daar uitdrukking aan geeft. Het geeft ook een mooie verklaring voor de titel van het boekje. 
Qua feitelijkheden vertelt Herzog hoe Onoda één is geworden met de jungle, hoe zijn leven bestaat uit het gevecht om in leven te blijven; kleding moet voortdurend worden gerepareerd, hij moet zich van voedsel voorzien. Onoda heeft een vanzelfsprekend overwicht over de andere soldaten, hoe klein het groepje mannen ook is. Hij laat zich door niets of niemand van zijn droom/overtuiging afhouden.

Het is niet voor te stellen wat dit betekend moet hebben. Het kan alleen maar worden uitgedrukt door woorden als bovenstaande, die je meer doen voelen dan echt begrijpen hoe precies de tijd verglijdt.

Onoda is uiteindelijk teruggekeerd in de Japanse maatschappij, maar hij was zo teleurgesteld door de consumptiemaatschappij, dat hij emigreerde naar Brazilië. Hij is dik in de negentig geworden. 

In 2021 verscheen er een film, Onoda: 10.000 Nights in the Jungle, onder regie van Arthur Harari. Trouw schreef in zijn recensie, dat in deze film de poëzie ontbrak. 
Zo zie je maar. 
Franse filmposter, 2021.
Ik merk ten slotte op, dat ik voor het eerst las over Onoda in het boek Revolusi van David van Reijbrouck. 

0-0-0-0-0-0-0-0-0-0

"Er trekt een briesje door het oerwoud, flarden van spinnenwebben vliegen langzaam voorbij en met hen verwaaien maanden van niets om vast te houden, van geen trillende takken, van geen druppelende regen. Niets was, alleen een paar ademhalingen."
(p. 51) 

maandag 2 mei 2022

Guido van der Werve: Palpable Futility, Tentoonstelling Eye, 2022.

 

Poster Tentoonstelling Eye
Op de poster een afbeelding van Guido van der Werve, die Nocturne nummer 1 van Chopin speelt. Het is film Nummer Vier, Ik wil hier niet bij betrokken raken. Ik wil hier geen deel van uitmaken. Praat me eruit. De filmer zit op een drijvend vlot in een mistig meer. 
Ik kom erop terug.

Ik noem van deze mooie tentoonstelling maar een paar dingen:
Ik was zelf erg getroffen door het gebruik dat Van der Werve maakte van muziek. Zo stond ik naar de film Nummer twee te kijken, Alleen omdat ik hier sta, wil nog niet zeggen dat ik dat wil. In die film is de kunstenaar net geschept door een auto, en ligt dood/gewond, in elk geval roerloos, op straat. Een politiebusje arriveert en er stappen ballerina's uit, die gaan dansen. Er klinkt mooie muziek. Schoonheid vermengd met dood. Onschuldige danseresjes, maar achter hen ligt een lijk op straat...

En onderwijl die geruststellende dans, rustige muziek met die gruwelijke achtergrond... klinkt vanuit een nevenruimte een gebulder, gedonder. 
Het is Film Nummer 8, Everything is going to be allright.
Mij stoorde die interferentie niet.  De dreiging in nummer vier kreeg hier een extra stem. 
Of... een andere stem? 
Of... wás het wel opnieuw dreiging?

Film Nummer 8, Alles komt goed is de beroemdste film van Van der Werve. Hij loopt hierin voor een ijsbreker uit. Het gebulder is het vervaarlijke kraken van het ijs, het denderen van de ijsbreker. 
Toeschouwer in Eye
[Zoals je vóór de film zit, zie je de ijsbreker echt op je afkomen. Het geluid is onheilspellend. De figuur die voor het schip uitloopt, stelt je weliswaar gerust, omdat hij daar met het volste vertrouwen loopt, en de titel suggereert ook geen onheil. Er gáát inderdaad niets fout, en toch denk ik daar de hele tijd aan, 'als het maar goed gaat, smeltend ijs, het schip vergist zich...'
Tegelijk probeerde ik, zo lang en zo vaak als dat kon, iemand op het schip waar te nemen: op het dek, of achter een van de ramen. Soms denk ik dat ik wat zie, maar schijn bedriegt. De wandelaar is echt helemaal alleen met dat roestige bakbeest achter zich aan, dat maar gromt en dendert. Het schip legt zich al varende als het ware op het ijs, waardoor er schollen van afbreken. Dan zakt het weer een eindje de diepte in. Soms raakt het een beetje uit koers, dan loopt de wandelaar iets te veel naar links, het schip wijkt nu naar rechts. Het geluid gaat onafgebroken door, het gebrom van de motor van het schip, en het kraken van het ijs. 
0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0

Maar terug naar film nummer Vier, de film van de poster. Zoals gezegd, Guido van der Werve speelt hier op een vlot midden op een mistig meer Nocturne nummer 1 van Chopin. Het is onwaarschijnlijk stil en prachtig buiten op het water.
Nocturne in B-Flat Minor, Op. 9 No. 1, hier gespeeld door Pieter van Winkel
Zodra Chopins Nocturne is uitgespeeld, komt uit de verte een schip aangevaren. We horen dan al de klanken van het Lacrimosa, uit het Requiem van Mozart. 
Het schip vaart uiterst langzaam. Wij kijken mee met de camera aan de wal, het schip komt op ons af. Op het schip zitten dicht opéén gepakt een heel orkest, en een koor, die samen Mozart ten gehore brengen. De natuur houdt met mij de adem in. Het schip vaart rustig op mij af. Als het mij bijna gepasseerd is, is het Lacrimosa ten einde. Geen van de musici kijkt in de camera, iedereen zwijgt als het stuk ten einde is. 
Tot mijn grote schrik viel hierna Van der Werve vanuit de lucht in het water. 
Lacrimosa, Mozart hier uitgevoerd door Rosa Music.
Schip met koor en orkest, Lacrimosa, Requiem Mozart.
Er waren nog veel méér mooie dingen te zien. Zo was ik onder de indruk van Film 18, waarin Van der Werve laat zien hoe hij zichzelf terugwint na een ernstig ongeval. Mij trof het, hoe hij door zijn vrouw aangekleed wordt met beschermende kleding, zoals je die bij het skaten gebruikt: helm, knie- en elleboogbeschermers. Dat aankleden gaat heel langzaam, en als het klaar is, gaat Van der Werve... paddenstoelen zoeken. Zo kwetsbaar....

Ook vond ik mooi hoe hij stukjes van wandelingen achter mekaar opnam. Je zag steeds een stukje berglandschap, waar hij als wandelaar ergens opdook. Je volgde hem meestal diagonaal over het beeld, hij liep er zo letterlijk in en uit.... Ongehaast, zo lang als het lopen over dat stuk berglandschap duurde.  Vervolgens stond de camera weer op een nieuwe plek in het landschap, waar hij óók weer vanuit eenzelfde hoek opdook, en er dwars doorheen liep.
Het raakte me, vooral met de titel in gedachten. Palpable futility. Het is bijna niets wat er gebeurt, en tegelijk is het misschien wel alles... Het leven is gewoon doorlopen, verder gaan. Soms door de grootste schoonheid. 
Ik werd er stil van. 
Guido van der Werve, 
geboren 1977; foto Wikimedia Commons.