zondag 24 april 2022

Mahlers Auferstehung, de zangstukken. Claudio Abbado, 2003.

Symphonie nr. 2, Mahler. Te hoen via YouTube, 
onder DEZE LINK.
Contralt Anna Larsson, vertolkt prachtig het O Röslein Rot.
De tekst van dat lied stamt uit Des Knaben Wunderhorn, een 19e-eeuwse verzamelbundel van volksliedjes. Hieronder ook religieuze teksten. 
Het lied Urlicht is op de genoemde YouTube-site terug te beluisteren vanaf ongeveer 43 minuten, 

Tekst Urlicht: 

O Röschen rot,
Der Mensch liegt in grösster Not,
Der Mensch liegt in grösster Pein,
Je lieber möcht ich im Himmel sein.
Da kam ich auf einen breiten Weg,
Da kam ein Engellein und wollt mich abweisen,
Ach nein ich liess mich nicht abweisen.
Ich bin von Gott und will wieder zu Gott,
Der liebe Gott wird mir ein Lichtchen geben,
Wird leuchten mir bis an das ewig selig Leben.


Vertaling: 

Oerlicht

O roosje rood!
De mens verkeert in hoge nood!
De mens verkeert in grote pijn!
Liever zou ik in de hemel willen zijn!
Toen kwam ik op een brede weg.
Daar kwam een engeltje dat mij wilde wegsturen.
Maar nee, ik liet mij niet wegsturen!
Maar nee, ik liet mij niet wegsturen:
Ik ben van God en wil terugkeren naar God!
De lieve God zal mij een lichtje geven,
dat mijn pad verlicht tot in het eeuwige zalige leven!


(De vertaling August Agasi, 2021.

Er is nog een prachtig koorstuk in deze Mahlersymfonie, met de volgende tekst: vanaf 1 uur, 9 minuten en ongeveer 20 seconden onder de genoemde YouTube-link. Sopraan is daar Eteri Gvazava:
Eteri Gvazava 
Tekst:
Aufersteh’n, ja aufersteh’n
wirst du, mein Staub, nach kurzer Ruh
Unsterblich Leben wird Der dich rief dir geben.

Wieder aufzublüh’n wirst du gesät
Der Herr der Ernte geht und sammelt Garben uns ein
die starben

O glaube, mein Herz, o glaube!
Es geht dir nichts verloren!
Dein ist, was du gesehnt,
dein was du geliebt, was du gestritten
O glaube!
Du wardst nicht umsonst geboren
Hast nicht umsonst gelebt, gelitten.

Was entstanden ist, das muß vergehen
Was vergangen ist, auferstehen
Hör auf zu beben!
Bereite dich zu leben!

O Schmerz, du Alldurchdringer!
Dir bin ich entrungen
O Tod, du Allbezwinger!
Nun bist du bezwungen
Mit Flügeln, die ich mir errungen
in heissem Liebesstreben
werde ich entschweben zum Licht
zu dem kein Aug’ gedrungen
Mit Flügeln die ich mir errungen werde ich entschweben.
Sterben werd’ ich um zu leben!
Aufersteh’n, ja aufersteh’n wirst du, mein Herz in einem Nu!
Was du geschlagen, zu Gott wird es dich tragen!

Vertaling (AdW):
Opstaan, ja opstaan 
zul jij, stoffelijk lichaam, na een korte rust 
Het onsterfelijk leven zal je geven Wie je geroepen heeft.
 
Je zult gezaaid worden om weer te bloeien 
De Heer van de Oogst zal schoven binden
van ons die zijn overleden

O geloof, mijn hart, geloof! 
Niets is voor jou verloren 
O geloof, mijn hart, geloof! 
Niets is voor jou verloren! 
Het jouwe is waar je naar verlangt, 
waar je van hield, waar je voor streed 

Oh geloof! Je bent niet tevergeefs geboren 
Hebt niet tevergeefs geleefd, geleden 

Wat is ontstaan, moet voorbijgaan 
Wat voorbij is, is herrezen 
Stop met beven! 
Bereid je tot het leven! 

O pijn, jij, die alles doordringt 
Ik ben aan je ontsnapt 
O dood, gij overwinnaar! 
Nu ben je verslagen 
Op vleugels die ik veroverde 
in een hartstochtelijk streven naar liefde
zal ik wegdrijven naar het licht 
dat geen oog nog bereikte
Met vleugels die ik heb veroverd
zal ik wegdrijven.
Ik zal sterven om te leven! 
Je zult in een oogwenk opstaan, ja, opstaan, mijn hart!
Wat je ook treft, het zal je naar God dragen!
Gustav Mahler, 1909.
Claudio Abbado in 2008.

vrijdag 22 april 2022

Josef Stalin, Dmitri Volkogonov, 1989 (1990)

Triomf en Tragedie - Een politiek portret van 
Josef Stalin
door Dmitri Volkogonov; 1989.
Dit boek staat sinds enkele maanden in mijn kast. Ik heb het gekregen uit een erfenis van een goede vriend, die bijzonder geïnteresseerd was in de Russische geschiedenis. 
Die interesse heb ik ook. Wel moet ik eerlijk zeggen dat de dikte van het boek me wat afschrikte: het is 1051 pagina's, volgedrukt met kleine lettertjes. 
Het is ook niet mijn bedoeling om het boek van kaft tot kaft te gaan lezen. Eigenlijk was de directe aanleiding om erin te gaan grasduinen de oorlog in Oekraïne. 

Ik wil er hier een paar zeer opmerkelijk dingen uit halen: ten eerste over de schrijver van het boek; ten tweede over het hoofdstuk Het intellect van Stalin. Dit laatste is te lezen als een essay apart. 
Dmitri Volkogonov, 1928-1995
Over de schrijver van het boek: Dmitri Volkogonov
Dmitri Volkogonov was een Russische officier, defensieadviseur, schrijver en historicus. Behalve dit boek over Stalin schreef hij biografieën over Lenin: Een nieuwe biografie (1994) en Trotski: The Eternal Revolutionary (1996). Hij is de geschiedenis in gegaan als: Sovjet-revisionistisch of 'Sovjet-liberaal'. In Stalins tijd verdachte termen!
Volkogonov begon zijn carrière als een hoge Sovjet militaire officier die gespecialiseerd was in psychologische oorlogsvoering. Tegen het einde van zijn diensttijd richtte hij zijn aandacht op de geschiedenis en werd de belangrijkste exponent van het Sovjet-revisionisme.
Hij werd geboren in Oost-Siberië als zoon van een onderwijzeres en een Sovjetfunctionaris die een gecollectiviseerde boerderij beheerde. Toen Volkogonov negen was, werd zijn vader weggevoerd door stalinistische agenten en geëxecuteerd om redenen die niet aan de familie werden uitgelegd.

In 1945 trad hij toe tot het Rode Leger. Hij studeerde lange tijd aan Sovjet militaire academies, waar hij uiteindelijk promoveerde. Een groot deel van zijn latere militaire dienst was gericht op het bestuderen en produceren van Koude Oorlog-propaganda en materiaal over psychologische oorlogsvoering.
Voor buitenstaanders zou Volkogonov een typische hardliner zijn geweest, loyaal aan het leger, het Sovjet-socialisme en de staat. Achter de schermen waren de opvattingen van Volkogonov echter aan het verschuiven. In de late jaren 1970, begon hij onderzoek te doen voor een biografie van Joseph Stalin. De conclusies van Volkogonov veroordeelden niet alleen het politieke leiderschap en de militaire strategieën van Stalin, maar ook zijn karakter.
Deze controversiële manuscripten bleven jarenlang ongepubliceerd tot de opkomst van Gorbatsjov met diens opvattingen over glasnost in 1988. Toen ze eenmaal waren vrijgegeven, maakten ze Volkogonov impopulair, vooral bij zijn militaire bazen, die hem uit de dienst ontsloegen.
Volkogonov zette zijn onderzoek voort, dompelde zich onder in de ooit gesloten archieven van het Kremlin en schreef geschiedenissen die de tekortkomingen van Sovjetleiders aan het licht brachten - zelfs van iconen als Vladimir Lenin en Leon Trotski. Tijdens dit onderzoek ontdekte Volkogonov de reden voor de executie van zijn eigen vader, namelijk dat hij in het bezit was van een pamflet geschreven door Nikolai Boecharin. (!)
De werken van Volkogonov werden uiteindelijk vertaald en in het westen uitgebracht.

Het is heel bijzonder om te weten dat Volkogonov zo veel materiaal kon raadplegen. Hij beschikte over  alle aantekeningen die Stalin zelf overal in of op had aangebracht. Ook brieven en notities van hem had hij. Hij wist ook precies welke boeken Stalin in zijn kast had staan. Zie wat ik verderop schrijf over het hoofdstuk Het intellect van Stalin. 
Hij noemt Stalin zeker geen middelmatigheid, maar zag haarscherp zijn intellectuele beperktheden. Als enkel voorbeeld haal ik naar boven wat Volkogonov schreef over Stalin en Boecharin, 
Nikolai Boecharin (1888-1938)
Russisch socialistisch en bolsjewistisch leider die een belangrijke rol speelde in de nieuwe maatschappij, vooral als de wetenschappelijke theoreticus. 
Stalin wilde de Nieuwe Economische Politiek zo drastisch doorvoeren, dat er hongersnood van ging komen. Boecharin begreep dat gevaar, en wilde Stalin overtuigen van een menslievender, en wat rustiger aanpak. Maar hoe pijnlijk ook, Stalin was ongevoelig was voor de redelijke, genuanceerde denkbeelden van Boecharin. Boecharin hield zijn mond niet dicht, en heeft het moeten bekopen met de dood. Hij was een van de vele doden die geëxecuteerd werden na een showproces, 1938.
Er bestaat een boek, geschreven door Boecharins vrouw, met haar herinneringen aan haar man: 
Ik hoop hier later op terug te komen. 
Gegrasduind heb ik ook in Volkogonov over Beria,  'Stalins monster', zoals Volkogonov hem noemt.   Over Beria schreef ik eerder een blog. Het zou wellicht nog eens interessant zijn enkele namen uit dat boek te vergelijken met wat Volkogonov over hen zegt. Hetzelfde geldt voor het boek van Boecharina. 
Ik vervolg nu mijn blog over het hoofdstuk met de titel:
Het intellect van Stalin. 
"De uil van Minverva vliegt alleen 's nachts uit."
Dit citaat trof me uiteraard, omdat Thierry Baudet het ook gebruikte. Ik ga hier verder niet in op Baudet, noem de betekenis die het voor Stalin en Hegel had:
De gedachte vloog, zoals men in de klassieke oudheid geloofde, boven de mens, boven de geschiedenis. Stalin haalt bovenstaand citaat van Hegel aan, om te zeggen: er is een onvermijdelijke achterstand van het bewustzijn ten opzichte van de werkelijkheid.
Volkogonov begint dit hoofdstuk met dit citaat, en verklaart vervolgens wat volgens hem het begrip 'intellect' precies inhoudt. Er is een rationele (theoretische) component en een emotionele (zintuigelijke). Ook kun je zeggen dat een algemene karakterisering is het vermogen van de mens tot creatief denken.
Ieder mens heeft in verschillende mate intellectuele kwaliteiten. De rede is de hoogste trap van het begripsvermogen, voor een goed begrip van de omringende wereld is daarnaast intuïtie noodzakelijk.
Sommigen menen dat bij Stalin de verstandelijke vermogens niet boven het gemiddelde uitkwamen. Maar dat valt voor Volkogonov niet te rijmen met het feit dat hij leider was van de staat, en dat Lenin hem een van de 'vooraanstaande leiders' noemde. 
De kneep zit 'm erin, dat Stalins misdaden, zijn sluwheid, wreedheid en meedogenloosheid altijd onwillekeurig op de eerste plaats komen. Maar dat zijn feitelijk morele eigenschappen, geen intellectuele. Zijn intellect op het algemeen menselijke, zedelijke plan wordt praktisch tenietgedaan door de organische verbinding van dat intellect met het kwaad. 'Ik denk dat zedelijke aftakeling een enorm gat slaat in het intellect,' zegt Volkogonov. 
Stalin probeerde wel degelijk zijn politieke en theoretische kennis maximaal te vergroten. Interessant in dat opzicht is een document uit 1925, waarin Stalin opsomde waaruit hij wilde dat zijn persoonlijke bibliotheek moest bestaan. I.P. Tovstoecha, Stalins belangrijkste secretaris, werd met die opdracht belast. De volledige lijst is te vinden in dit boek, p. 313-314, 
Uit de lijst concludeert Volkogonov tot 'een zekere ruime blik' van Stalin.
Volkogonov vindt heel wat stof tot nadenken in Stalins bibliotheek. De pagina's van heel veel boeken van Stalin, of ze nu uit het Kremlin, zijn datsja in Koentsevo of uit zijn huis afkomstig waren, staan vol onderstrepingen, opmerkingen en kanttekeningen. Zo bijvoorbeeld bij het Verzameld werk van Lenin, dat staat bol van de aantekeningen van Stalin. 
Van de tijdgenoten las hij vooral Boecharin en Trotski. Bij voorbeeld de brochure van Boecharin De techniek en economie van het moderne kapitalisme (1932): die staat vol met rode potloodstrepen van de leider, met name bij Boecharins conclusies over de relatie tussen produktiekrachten en produktieverhoudingen. 

Stalin bleef zijn hele leven sterk geïnteresseerd in historische literatuur. Volkogonov noemt onder andere Ivan de Verschrikkelijke van Tolstoi. 
Zijn assistenten informeerden hem over nieuwe interessante stukken in kranten en tijdschriften. Soms liet hij zijn helpers de een of andere kunstenaar opbellen om hem geluk te wensen. Volkogonov geeft een ander voorbeeld, waarin Stalin een schrijver meedeelt dat hij zelf een paar zinnen aan het werk heeft toegevoegd! (p. 315) 
Hij koketteerde met zijn dilettantisme. (Dit is: de karakteristieke werkwijze of eigenschap van een persoon die zich alleen in zijn vrije tijd, maar nooit professioneel, met een kunstvorm of een wetenschap bezighoudt, AdW.)
Hij volgde de buitenlandse literatuur op de voet, en alles wat Trotski schreef werd voor hem vertaald (in één exemplaar!). 
In een speciale kast in zijn kamer werd veel 'vijandige' en witte emigrantenliteratuur bewaard. Opvallend was ook zijn houding tegenover antireligieuze literatuur, die hij 'pulp' noemde. Vaak slopen religieuze motieven in zijn uitspraken, bij voorbeeld: dat de arbeidersklasse hem voortbracht en vormde naar haar eigen beeld en gelijkenis. Niet, dat Volkogonov in de verste verte ook maar denkt dat religieuze elementen voor Stalin van levensbelang waren, maar hij vindt het wel waarschijnlijk dat het uitgesproken dogmatisme van zijn intellect religieuze oorzaken had. 'Stalin was de apologeet van de formule, definitie en het vastgeroeste begrip.'
Hij kon elke discussie op een vrij inhoudsloos niveau brengen; hij deed dat door altijd iets uit Lenin te citeren, of het nou werkelijk van toepassing was of niet. 'Stalin had al lang gemerkt dat dit schild van citaten van Lenin hem praktisch onkwetsbaar maakte.' (.....) 'Mede door zijn rechtlijnigheid, agressiviteit, strijdlustigheid en grofheid werden zijn opponenten uiteindelijk uitgeschakeld.'
Zijn 'tegenstanders' plaatste hij in de hoek van de 'revisie van het leninisme', terwijl hij het leninisme verdedigde!
In al Stalins werken werd alles tot het uiterste vereenvoudigd, en daardoor toegankelijk. Dit verlamde de creativiteit. Een grondige analyse, of een opheldering van een gecompliceerd vraagstuk zat er zo nooit in!
Met zijn dogmatisch intellect bleek hij niet in staat ook maar een betrekkelijke filosofische diepgang te bereiken. Hij beheerste de dialectiek niet. Op aanbeveling van de leiding van het Instituut van het Rode Professoraat nodigde hij de toen bekende sovjetfilosoof Jan Sten bij hem thuis uit, voor wat lessen in de dialectiek, 
Jan Sten, 1899-1937. Tutor van Stalin.
Sten had een speciaal programma uitgewerkt, waarin de studie was opgenomen van onder anderen Hegel, Kant, en Feuerbach. Over Hegel leerde hij diens opvattingen over wezen, vervreemding en de identiteit van zijn en denken, dat wil zeggen als de openbaring van een idee. 'Wie maakt nou in de praktijk gebruik van al die onzin?' vroeg Stalin zich af. 
Sten legde uit, dat Hegel één van de bronnen van het marxisme geworden was, en ging onverstoorbaar verder: 'De hegeliaanse filosofie is in wezen het materialisme.' Het hielp allemaal niks, Stalin bleef zenuwachtig aandringen door filosofische wijsheden die hem boven de pet gingen tot het uiterste te vereenvoudigen, Het lukte Sten niet om Stalin wijzer te maken. Waarschijnlijk was dat de reden dat de leider uiteindelijk niets dan vijandschap kon voelen voor zijn leraar. Sten werd in 1937 om het leven gebracht, als 'huisknecht van het trotskisme'. 

De hele wetenschap kwam in een kwaad daglicht te staan. Politieke methoden werden ingevoerd in de wetenschap, en zo werd de filosofie wellicht het eerste slachtoffer van Stalins manier van 'wetenschap bedrijven'. In een redevoering zei hij: 'Die hele filosofische en natuurwetenschappelijke mesthoop moet eens flink omgewoeld en uitgespit worden. Alles wat door de groep van Deborin (lid van de Akademie van Wetenchappen) is geschreven, moet uit de weg worden geruimd'. 
Abraham Deborin, 1881-1963
Stalin hielp de filosofen 'op de rechte weg', terwijl hij bijna niets van filosofie begreep. De hoofdzaak was 'erop slaan'. 
Zo werd de Stalintijd een tijd van enorme stagnatie in het filosofisch denken, en niet alleen in het filosofisch denken.

Intellectuele rijpheid, vervolgt Volkognov, is in hoge mate afhankelijk van de capaciteiten van het individu, met name het vermogen tot een actieve en creatieve weergave van de werkelijkheid. Stalin nu weerspiegelde de realiteit niet als spiegelbeeld, maar selectief. Hij analyseerde alles door het prisma van politieke stellingnames, 
Er kwam een speciale beschikking, waarin medestanders van Deborin werden gebrandmerkt als een 'groep met mensjewistische idealen'. 
Stalin dacht dat het verstand niet zwakker werd door slijtage, maar door luiheid in denken: rust roest. Daarom verstouwde hij enorme hoeveelheden informatie; op elk stuk zowat plaatste hij orders of aanwijzingen, gaf kort en bondig zijn mening over de meest uiteenlopende vraagstukken weer. 
Volkogonov geeft het volgende, pijnlijke voorbeeld: het betreft een prachtig voorstel van Stachanov.
 Stachanov was tot Held van de Sovjet-Unie benoemd vanwege de grote hoeveelheid werk die hij verzette. In 1935, in de mijnen van de Donetsbekken, dolf hij veertienmaal de door de staat als norm gestelde hoeveelheid steenkool. Hij stond symbool voor het communistisch arbeidsethos. De term Stachanovist (of Stachanov-arbeider) is sindsdien een vaste uitdrukking geworden voor de ideale arbeider: hardwerkend en zwijgzaam.
Stachanov nu, en Grant hadden het verzoek ingediend voor scholing om goede mijnwerkers om te scholen tot ingenieur of technicus, waarbij ze voor een à twee dagen zouden moeten worden vrijgesteld van hun 6-daagse werkweek. De kranten hadden er wel hoopvol over geschreven, velen ondersteunden het voorstel, het leek een revolutionair, nieuw voorstel.
De reactie van Stalin  aan een partijlid luidde: 

Kam. Ordzjonikidze
De zaak is de moeite niet.
J.St.
Sergo Ordzjonikidze, 1886 - 1937.
Kwam om het leven in zijn cel. Onduidelijk of het moord, of zelfmoord was. 
Stalin probeerde alles in een gegeven schema te brengen. En als hij toch eens intuïtief te werk ging, dan sloeg hij als het ware enkele fases in zijn waarneming over. 
Er waren herhaaldelijk ongefundeerde verdenkingen. Zo'n verdenking ontstaat gewoonlijk als gevolg van een gebrek aan bepaalde zedelijke elementen in het bewustzijn. Stalin kon een van zijn strijdmakkers aankijken en met veel aplomb zeggen: 'Waarom vermijd je mij recht in de ogen te zien?' Hij was ziekelijk van wantrouwen, niet omdat hij intuïtief dacht, maar omdat zijn uitgangspunt uiterst schadelijk was, namelijk om in iedereen een potentiële vijand te zien. 

Volkogonov gaat nu in op de wil als aspect van het intellectueel vermogen. 'De wil maakt het mogelijk om de overtuigingen en plannen te concretiseren in daden. De wil is als de spieren van het verstand.'
In dit verband volgen enkele positieve getuigenissen, opvallend genoeg van Stalin als opperbevelhebber. 
(NB: ik heb ooit ergens, maar ik weet niet meer waar, gelezen dat Stalin juist niet goed bevel voerde in de oorlog. Maar dit terzijde, AdW.) 
Maarschalk Zjoekov prees Stalins 'natuurlijke, analytische verstand'. Meerdere grote legeraanvoerders  getuigen positief van Stalin. Hij verwerkte grote hoeveelheden materiaal, en had de wil snel tot de kern door te dringen. Maarschalk  Vasilevski noemt Stalins ongelooflijk scherpe geheugen. 
Churchill prijst Stalins juiste strategische inschatting over het plan-Torch (geallieerde invasie in Noord-Afrika, AdW.)
Volkogonov noemt deze 'oorlogsgetuigenissen' omdat ze een beter begrip mogelijk maken van de details van Stalins intellect. Er valt niets in te brengen tegen Stalins fikse denkkracht, een grote doelgerichtheid en een sterke wil. Maar, relativeert Volkogonov: het lukte Stalin alleen dan die kwaliteiten in te zetten/uit te spelen als daar een bijzondere noodzaak toe was. Volkogonov voegt toe, dat noch Zjoekov, noch Vasilevski, toen zij hun oordeel gaven, veel over Stalin wisten, en trouwens, zij konden niet veel zeggen. 
Maarschalk Zjoekov, 1896-1974.
Maarschalk Vasilevski, 1895-1977.
Een volgend aspect is, dat Stalin niet in staat was prognoses voor de lange termijn vast te stellen. Volkogonov citeert Ivan Kabanov: 'Stalins intelligentie is niet analytisch maar schematisch. Een vraagstuk uit het verleden kan hij fantastisch goed behandelen, maar nieuw perspectieven openen dat lukt hem niet.' 

Stalins intellect kende geen rationele remmen bij het taxeren van de eigen mogelijkheden. Hij kon een categorisch oordeel vellen over bijna alle kennisgebieden. Die veelzijdigheid was echter amateuristisch en gebrekkig. 
Als voorbeeld haalt Volkogonov het buitengewoon treurige voorbeeld aan van de bouw van het Paleis van de Sovjets. 
Dit was een plan, het is nooit gerealiseerd. De grond was te zacht door het kwelwater van de rivier de Moskwa. Hij had echter wel de kerk al gesloopt die op de plaats stond waar dit monstrum moest komen!
Stalin maakte duidelijk, dat dit paleis hem tot in lengte van dagen zou verheerlijken.
Bovenop moest een 100 meter hoog standbeeld van Lenin komen. 
Christus Verlosserkathedraal, Moskou, in 1905.
Deze kerk moest wijken voor het paleis van de Sovjets. 
De kerk was gebouwd door gewone mensen. Het stond er nog maar pas, en de mensen hadden zich bij de bouw van de kerk veel offers moeten getroosten. Stalin ging daar volledig aan voorbij, hij wist waarschijnlijk nauwelijks dat het volk dit nationale heiligdom op eigen kosten had laten bouwen.
De vernietiging van de Kathedraal van Christus de Verlosser, 1931.
'De zeldzame, unieke filmbeelden die het opblazen van de kerk vastlegden, zijn als een steek in het hart, (...) Daar werd niet gewoon een kerk opgeblazen, daar werd een cultuur opgeblazen, daar werd het verleden opgeblazen.'
Volkogonov, p. 325.
Kerk anno 2005
 Uiteindelijk (na de waterproblemen) werd het project Sovjetpaleis definitief afgeblazen door Nikita Chroestjov in 1953.
Met de val van het communisme werd religie snel weer in ere hersteld in Rusland. Boris Jeltsin verleende in 1990 toestemming om een nieuwe kathedraal naar het oude ontwerp te bouwen op dezelfde locatie. De volledige kathedraal werd gewijd op 19 augustus 2000.
Volkogonov was uiteraard bij het schrijven nog niet op de hoogte van deze laatste ontwikkelingen. Het verandert bovendien niets aan de praktijken van Stalin. 
Stalins enorm pragmatische intellect, besluit Volkogonov, was niet in staat om concrete historische en cultuurschatten in relatie te zien tot eeuwigheid, tijdperk, tijd. Zijn praktische intellect was niet gekleurd in de zachte, nobele tintten van humaniteit en menslievendheid.
Het kende geen nieuwsgierigheid, verbazing of twijfel. Dit zijn gevoelens die je onder voorbehoud intellectuele gevoelens kunt noemen. Ze gaan samen in het proces waaruit het scheppend denken van de mens blijkt. - Maar Stalins intellect was koud, vaak ijskoud. 
Een laatste voorbeeld illustreert dat:
In juli 1946, rapport Beria dat zich in de arbeidsverbeteringskampen 100.000 gevangenen hadden opgehoopt die volledig arbeidsongeschikt waren geworden, maar voor wier onderhoud belangrijke materiële hulpbronnen moesten worden aangeboord. De MVD (Binnenlandse zaken) stelde voor ongeneeslijk zieke mensen, waaronder geesteszieken, vrij te laten. Stalin preciseerde: met uitzondering van  bijzonder gevaarlijke misdadigers en vijanden die veroordeeld zijn tot dwangarbeid. 'Voor de leider deed het er wel degelijk toe hóe deze ongelukkigen aan hun einde zoude komen.'

maandag 18 april 2022

De Stad der Blinden, José Saramago, 1995 (2011)

Boekomslag
Inhoud van het boek: 
Een bestuurder die stopt voor een stoplicht ontdekt ineens dat hij blind is. Zo begint het verhaal van een epidemie van blindheid die niemand kan verklaren. Dit verandert de stad in chaos, met mensen die worden geïsoleerd en aan hun lot overgelaten.
Portugese boekomslag; de titel luidt anders: vertaald:
Essay over blindheid.
José de Sousa Saramago
 1922-2010
Saramago ontving de Nobelprijs voor de literatuur in het jaar 1998. De Stad der blinden is zijn meest populaire werk. 
De Portugese titel laat zien, dat het om méér dan fictie gaat, Saramago noemt het een essay. Je zou dan ook het beste het boek kunnen lezen als een allegorie. Ik baseer me hiermee op een (nogal moeilijk te lezen) studie van Olivier Faigenblat, getiteld Onder Ogen. Zie ONDER OGEN, pdf.

Faigenblat ziet het boek niet als een op één onderwerp samenhangende allegorie, maar wel als een 'labyrint van gebeurtenissen' met verwijzingen naar allerlei allegorische interpretaties. De meest in het oog springende is 'de val van de menselijke beschaving' ofwel 'de onthulling van de menselijke aard.'
Een andere zou kunnen zijn: afhankelijkheid van de menselijke lichamelijkheid van sociale structuren. Samenwerking is nodig. 
Er is altijd een blinde vlek om naar jezelf te kijken. 
Ook 'becoming animal' zou een allegorie kunnen zijn: mensen worden steeds beestachtiger. Terwijl de ene hond die in het boek voorkomt, tranen oplikt, en zo medemenselijke trekjes krijgt. 

Buiten alle allegorie is het boek trouwens ook een avonturenroman. 
Er zijn ook verwijzingen naar kunstwerken buiten het boek: bij voorbeeld naar het schilderij van Brueghel de Oude, de Parabel van de Blinden:
Schilderij van rond 1568, Pieter Brueghel de Oude, Parabel der Blinden. .
Citaat Saramago:
"Het was duidelijk dat die blinden, ook al waren ze nog zozeer vader, moeder, zoon of dochter, niet voor elkaar konden zorgen, want dan zou hun hetzelfde overkomen als de blinden van het schilderij, samen lopen, samen vallen en samen sterven." (274)
Delacroix, 1830, La liberté guidant le peuple. 
Citaat Saramago:
"Iemand had het laatste restje stof om haar bovenlijf getrokken, nu waren haar borsten bloot, (....) maar ze was niet de Vrijheid die het volk aanvoert, de gelukkig volle tassenzijn te zwaar om als een vlag omhoog te steken. (516)
(Het gaat hier om de vrouw van de oogarts, AdW)
Geen enkele persoon in het boek heeft een naam: ze worden allemaal aangeduid, omschreven. Daarbij valt op, dat al die aanwijzingen iets te maken hebben met ogen: de oogarts, de vrouw van de oogarts, het schele jongetje, de man met het zwarte lapje oog, het meisje met de zonnebril. Wat dat betreft doet het boek denken aan Elcerlyc, dat zijn ook geen individuen. 'Het zou wel eens over ons allemaal kunnen gaan', lijkt Saramago te zeggen.

Het boek heeft een opvallende schrijfwijze: afwijkende interpunctie, surreële, groteske benadering, van de werkelijkheid. De blindheid heeft geen oorzaak. De blinden zien alles wit, een gewone blindheid wordt met zwart geassocieerd. Soms schiet je in de lach, maar niet zo vaak: het verhaal ontspoort grotendeels naar een verschrikkelijke, rauwe werkelijkheid. Daarin valt vooral de bestialiteit op, het smerige van gangen vol uitwerpselen, de brute, dierlijke behandeling van de gevangenen onderling. 

Saramago geeft ook een motto mee:

Wie ogen heeft, die kijke
Wie zien kan, neme waar.
(Boek der Raadgevingen)

Volgens Fagenblat verwijst dit motto naar het Mattheus-evangelie, hoofdstuk 13 vers 10-16. 
Kern daarvan is, dat Jezus met opzet tegen zijn leerlingen in gelijkenissen spreekt: 'Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen, hun is dat niet gegeven. (...) Dat is de reden waarom ik in gelijkenissen tot hen spreek: omdat zij ziende blind en horende doof zijn en niets begrijpen.' 

Een politieke benadering vond ik in dit essay van: João Manuel
Hij ziet de blindheidsepidemie als kritiek op het kapitalisme. Het "Essay over Blindheid, zegt hij, is geen boek over een ziekte van biologische oorsprong, noch gaat het over goddelijke straf. Blindheid kan leiden tot een wereld waarin er geen hoop meer is. 

De vrouw van de oogarts is de enige die kan zien. Zij is ook degen die beweert dat blindheid een weigering is om te zien, om verantwoordelijkheid te voelen en te dragen, oog te hebben voor normen en waarden. De vrouw van de oogarts blijft wél zorg dragen voor haar groep blinden, blijft ook de normen en waarden hoog houden. En juist daardoor weet ze hen te behoeden voor het afglijden naar bestiaal gedrag. Door haar blijven ze elkaar respecteren, helpen en verzorgen; hebben ze, hoewel ze blind zijn, oog voor elkaar.
Degene die het ziet, is degene die de wreedheid van het kapitalisme beseft en niet accepteert om in deze hopeloze wereld te leven. 
De overige blinden daarentegen transformeren, keren zich tegen elkaar en laten uiteindelijk de donkerste kanten van de mens zien. De stad wordt getransformeerd in een chaos van menselijke vernietiging, waar elke blinde man vecht voor zijn voortbestaan, zichzelf overgevend aan zo'n wanhoop dat ze uiteindelijk elk spoor van menselijkheid achterlaten.
0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0
Mijn eigen indruk van dit boek was negatief: ik vond het een akelig boek, waarvan ik bovendien niet goed de betekenis te pakken kreeg. Vandaar dat ik veel secundaire literatuur vermeld. Ik heb het trouwens niet uit kunnen lezen. 
Soms deed het verhaal me denken aan de quarantaine van de coronapandemie, maar de verschillen waren te groot. Alles liep hier op onmenselijkheid uit, ik vond het niet om uit te houden. Saramago zelf schijnt ook veel geleden te hebben onder het schrijven van zijn eigen verhaal. 
Ik geef ten slotte de link naar een uitstekend SCHOLIERENVERSLAG, en eindig met links naar eerdere blogs van mij over Saramago.  

vrijdag 15 april 2022

Revolusi! David van Reybrouck - Senia-lezing, Utrecht, 13-4-22

De schrijver-historicus in de Theaterzaal, Bibliotheek Neude, Utrecht. 
Oude postkantoor, prachtig; nu bieb.
Een hal als een kerk!
Vandaag een lezing gehad in de prachtige bibliotheek Neude te Utrecht. Onderwerp was het boek Revolusi, van David van Reybrouck. 
Congo verscheen in 2010; eerder geschreven door dezelfde auteur.
VR begon met de verklaring van de titel van het boek: Revolusi, samen met de ondertitel: Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld. 
Hij wees op het feit dat de spelling Indonesisch is, tegelijk is het woord Revolusi geheel verstaanbaar voor Nederlanders. Die Indonesische spelling staat voor het perspectief waarvan uit VR geschreven heeft, het was nadrukkelijk zijn bedoeling los te komen van het Europese perspectief, en in plaats daarvan het Indonesische te gebruiken. Die bredere, ofwel ándere kijk, zit ook in de ondertitel. Kolonisatie had een dynamiek op internationaal vlak, en uiteraard gold datzelfde voor de dekolonisatie. Denk aan India, Filipijnen, Japan, Nepal, de Arabische landen enzovoort. 

Het gesprek ging aan de hand van vragen uit de zaal. 
De eerste vraag was, hoe het voor een Belg was om over Indonesië te schrijven. 
Toegegeven: 'raar', zei DVR. Anderzijds gaf het ook voordelen: juist omdat hij een buitenstaander was kon hij met meer vrijheid een kritische blik bieden. 'Maar het was een beetje of ik over mijn schoonouders roddelde', gaf hij meteen weer toe. Ook moest worden gezegd dat deze geschiedenis, zijnde een stuk wereldgeschiedenis óók van hem was, niet alleen van Nederlanders of Indonesiërs.

Evenals hij in het boek deed, verwees hij ook in dit verband weer naar het grote belang van de Conferentie van Bandung, van 1955. Grote mensen als Martin Luther King en Mandela verwezen ook naar Bandung. 
Deelnemende landen aan de Bandung-conferentie. 
Het belang was, dat zuidelijke, Afrikaanse en Aziatische landen confereerden buiten Europa en Amerika om. Soekarno wilde een sterk blok van derde-wereld-landen maken; westerse landen voerden te vaak overleg buiten deze landen om. 
Een laatste opmerkelijk punt in dit opzicht (VR een Belg) is nog, dat twee buitenlanders grote invloed hebben gehad op de geschiedschrijving: Remy Limpach, een Zwitser, en 'onze' David van Reybrouck. 
Dit proefschrift verscheen in 2017.
Overigens werd VR getriggerd door het lezen van de Max Havelaar, van Multatuli. Hij stuitte daarop bij zijn bezoek aan iemand in Congo! In een ellendig schuurtje lagen verkommerde, door insecten aangevreten, vieze boeken. Daartussen lag Multatuli. 
VR heeft ook nog eerst geprobeerd Nederlandse historici aan te moedigen tot het schrijven van dit stuk geschiedenis. Hij vroeg het aan Geert Mak en Frank Westerman. Maar die deden het niet.

0-0-0-0-0-0-0-0

Zoal bekend past DVR het principe van 'oral history' toe: hij heeft allerlei interviews afgenomen met oude mensen, die de oorlog nog hebben meegemaakt. Voor hem was het opvallend, dat de herinneringen aan de doorstane ellende en trauma's 'krasvrij' waren overgekomen. Soms hadden mensen er ook hun leven lang over gezwegen, en praatten er nu pas over. 
Hij vermeldt, dat de gesproken bronnen soms lastig zijn te interpreteren, maar dat dat evenzo geldt voor geschreven bronnen.
Wat bronnen betreft merkte hij nog op, dat er vaak gebruik gemaakt wordt van 'documentatie van de top': daarmee komt echter niets naar boven van verslaggeving of getuigenissen van gewone mensen. 
Het ging VR nadrukkelijk om details; daar vroeg hij eindeloos over door. Het ging hem niet om meningen, die zijn er genoeg. Als sprekend en treffend voorbeeld gaf hij een getuigenis van iemand die de inval van de Japanners had meegemaakt op Sulawesi. Het verhaal klopte exact met wat uit andere bronnen bekend was; ook dat onderzocht VR. 

Een compliment uit de zaal kreeg DVR over zijn prachtige metaforen. Het is zodoende niet alleen een historisch belangrijk boek, ook een literair werk. (En aangezien er ook 'filosofie-leesgroepers' aanwezig waren, is het boek nóg breder/dieper!)
VR ging hierop in. Hij is steeds minder bezig 'literatuur te maken', maar zo'n beeld als dat van de pakketboot diende zich automatisch aan. Hij vergeleek zijn werkwijze met de gitaarmuziek van J.J. Cale, tegenover de virtuositeit van Mark Knopfler. J. J. Cale doet het met één enkele, maar trefzekere noot af, terwijl Knopfler ik-weet-niet-wat-voor toeren uithaalt. 'Moeiteloze moeite', herhaalde hij nog eens in andere woorden, uit het Taoïsme. Alleen de grootste kunstenaars bereiken vroeg of laat het punt van geniale nonchalance. Een lofzang op het sublieme aanklooien.
Ode aan de achteloosheid.: zo citeerde hij zichzelf (uit De Correspondent).

0-0-0-0-0-0-0-0

Voor al zijn onderzoek prees hij de website Delpher, waar krantenartikelen vanaf de 17e eeuw (!) te vinden zijn. 
Pakketboot Junyo Maru.
1.517 mensen stierven er toen de Titanic op 15 april 1912 zonk na een botsing met een gigantische ijsrots in het water. Het wordt nog steeds gezien als een van de grootste scheepsrampen uit de geschiedenis. Maar zo’n 30 jaar later, vonden bijna 5.600 mensen de dood in het water toen de Junyo Maru zonk.
VR zocht in Delpher alle slachtoffers van de ramp na, en kwam zo aan de weet in welk segment (welke klasse) van de samenleving ze thuishoorden. Wat een onderzoek!!
Deze metafoor - de drie dekken van de pakketboot - speelt het hele boek door. Prachtig!
Ook de website DBNL prees hij, daar zijn zo veel boeken te vinden!

0-0-0-0-0-0-0-0-0-0

Vraag over de zending: iemand van wie een oom in de jaren 50 naar Indonesië ging als zendeling. Hij kwam terug in 1975.
VR erkent dat ook na de Onafhankelijkheidsverklaring nog zendelingen naar Indonesië gingen, eerder om te helpen dan om te bekeren. Er was een duidelijk onderscheid tussen gebiedsdelen die islamitisch waren en de niet-islamitische. De zending trad alleen op in de niet-islamitische. 
Over de zending in Congo schreef DVR het theaterstuk Missie. 

Niet iedereen die naar Ind ging had slechte bedoelingen, er waren zeker geëngageerde mensen. Wel heeft de Nederlandse opstelling VR zeer verbaasd. Het koloniale systeem bracht ernstige problemen. De tijd van de ethische politiek was nog de beste tijd, maar de hoofdzaak bleef ook toen: het land economisch rendabel maken. 
0-0-0-0-0-0-0-0-0

Vraag: was de aversie tegen Japan groter dan die tegen Nederland?
VR constateerde een evolutie: in het begin, 1942, werden de Japanners verwelkomd als een soort broeders. Er was meer gelijkwaardigheid en respect, er kwam onderwijs; de mensen leerden trots te zijn op hun Indonesische identiteit. 
De bekoeling kwam al na een jaar, voornamelijk door de militarisering en mobilisering van de Japanners.  De leuze werd dan ook: Vrij van alles, dus zowel van Japan als van Nederland. 

Vraag: heeft het huidige Indonesië ook kolonies?
Ja. Java, hangt een stichtingsmythe aan. Het Europees kolonialisme is dan wel weg, maar nu vigeert een Javaans kolonialisme. Met een discriminatie van de Papoea's, die VR vergelijkt met die van de aboriginals in Australië. Of van die met de Friezen in Nederland, en ook met die van de gele hesjes in Frankrijk, ten opzichte van de arrogante Parijzenaren. 

Vraag: het boek geeft dikwijls VR's oordeel, waarom dat niet aan de lezer gelaten?
In Congo, erkent VR, geeft hij veel minder oordeel. Wel bij voorbeeld over Leopold: Boudewijn sprak van 'het genie van Leopold II'!!
VR wijst erop, dat het oordeel dat hij geeft, niet alleen van hemzelf is. Het gaat om dingen die ook toen al gedacht werden, het kritische perspectief bestond al.
Zelfs Jan Pieterszoon Coen werd in zijn eigen tijd gekritiseerd. 
Op sommige punten is VR strenger tegenover Nederland dan tegenover Congo. De dekolonisatie van de Nederlanders verliep gewoon slechter. Zo werden 14 resoluties van de Veiligheidsraad genegeerd. Politieke weerstand werd verbannen. Het werd een goelag-equivalent, zegt VR. Dat móest uiteraard benoemd worden in het boek. 
Dit boek kwam ter sprake. 
De strijd om Bali is een geschiedenis van de ongekend hevige guerrillastrijd die vlak na de Tweede Wereldoorlog op het eiland ontvlamde. Een ontluisterend verhaal over onderdrukking, verzet, vriendschap en verraad dat onlosmakelijk is verbonden met het imperiale verleden, maar ook met de kern van de Nederlandse dekolonisatiepolitiek.
Aan de hand van ruim 120 interviews op Bali en in Nederland, uitvoerig archiefonderzoek, brieven en memoires, dringt Anne-Lot Hoek door tot in de haarvaten van het koloniale systeem. Ze brengt een gelaagd en vernieuwend beeld van een wrede onafhankelijkheidsstrijd.
Dit boek werd aangehaald door iemand die juist van mening was dat VR te mild in zijn oordeel was. 
Deze vraagsteller was gevoed door het lezen van onderzoeken van het NIOD en van dit boek.

VR adviseert de 2 vraagstellers met elkaar in verbinding te brengen. Hij kent Annelot Hoek, en stelt dat haar conclusies die van hemzelf bevestigen. 
Hij vestigt óók nog eens de nadruk op minister-president Beel, een katholiek(!) politicus die de politionele acties mogelijk maakte. De militairen werden uiteindelijk 'geroepen', de hoofdverantwoordelijken zaten in de regering! 

Vraag: is de wereld inhoudelijk veranderd door de vrijheidsstrijd in Indonesië?
Niet alleen door de vrijheidsstrijd in Indonesië, ook door die in India, de Filipijnen, Congo. Overal was het verzet religieus e/o etnisch. 
Wel was de Bandung-conferentie van mondiaal belang, zoals al eerder aangegeven. Soekarno werd hiermee een wereldleider. 

De dekolonisatie van de Latijns-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische landen was er al veel eerder, in de periode 1820-1830. 
0-0-0-0-0-0-0-0-0-0

De CIA speelde vaak een bedenkelijke rol. Ii 1965 introduceerde de CIA Soeharto in Indonesië, en Mobuto in de Congo. 
De militaire coup van Suharto betekende een gruwelijke vervolging van communisten, progressieve nationalisten, leden van progressieve en nationalistische massaorganisaties. Honderdduizenden (sommige bronnen spreken van miljoenen) mensen werden vermoord of zonder vorm van proces in gevangenissen en concentratiekampen opgesloten. Met tal van demonstraties werd in ons land na de coup van 1965 de vrijlating van de honderdduizenden politieke gevangenen en het herstel van de democratische rechten in Indonesië geëist. 
Soeharto (rechts) op de begrafenis van de bij de poging tot staatsgreep vermoorde generaals.
De massamoord in Indonesië in 1965-66 was een anticommunistische zuivering die volgde op de mislukte staatsgreep door de zogenaamde "30 September-Beweging". De meest gangbare schatting van het aantal doden is 500.000 tot 1 miljoen. De zuivering was een keerpunt waarin de Communistische Partij van Indonesië (Partai Komunis Indonesia, PKI) werd vernietigd en Indonesië overging naar de "Nieuwe Orde"; president Soekarno werd vervangen door generaal Soeharto, die, gesteund door het leger, tussen 1967 en 1998 als dictator de macht bleef uitoefenen.
De communisten kregen de schuld van de op 30 september 1965 gepleegde mislukte staatsgreep en werden vervolgens uit het sociale, politieke en militaire leven verbannen, terwijl de communistische partij werd verboden. De massamoorden begonnen veertien dagen na de staatsgreep, bereikten hun hoogtepunt aan het einde van het jaar, namen vanaf begin 1966 af en eindigden in maart. 
De massamoord werd heimelijk gesteund door westerse regeringen, vooral Amerika, het Verenigd Koninkrijk en Australië. Zweden stuurde wapens en de CIA stuurde het leger een lijst van 5.000 (vermeende) communisten. Journalisten werd de toegang tot Indonesië ontzegd, zodat de westerse pers zich in haar berichtgeving vooral baseerde op de positieve verslagen van de westerse ambassades over de machtsovername door het leger en generaal Soeharto.
Dit boek vertelt een vergelijkbaar verhaal over de Congo. In de ondertitel staat: Hoe de Verenigde Staten Mobutu aan de macht brachten, hem beschermden tegen zijn vijanden en hem hielpen een van de rijkste mannen op aarde te worden en er tijdens hun leven spijt van kregen. Boek begint met Mobutu's staatsgreep in 1965. 
Toevoeging van mijzelf: de CIA hielp ook Lumumba te vermoorden. 

0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0

In verband met de Bandung-conferentie wijst VR nog op het 'verzuidelijken' van Verenigde Naties. Oe Thant was een Birmees. Die trend is nu weer weg, maar die heeft wel invloed gehad. 
VR wijst op de website Tricontinentale Conferentie, voor het volgen van de ontwikkelingen mondiaal. Je krijgt een veel bredere kijk op het wereldgebeuren. 
Wikipedia:
'The Tricontinental Conference was a gathering of countries that focused on anti-colonial and anti-imperial issues during the Cold War era, specifically those related to Africa, Asia, and Latin America. The conference was held from 3rd to 16 January 1966, in Havana, Cuba and was attended by roughly 500 delegates from 82 different countries.
Hieruit is het instituut Tricontinental Conference ontstaan, voor sociaal onderzoek. Ze richten zich op het stimuleren van intellectueel debat, en willen een ​​scharnierpunt zijn tussen politieke bewegingen en academische productie. Er is aandacht voor kunst, er zijn politieke dossiers (bij voorbeeld over Julien Assange) en er verschijnen Nieuwsbrieven. Ze gaan uit van de gewone mensen. Zie Tricontinental.org.
Wat mij bijzonder boeide in deze website is VR's opmerking, dat je hier werkelijk goede informatie kunt vinden over de oorlog in Oekraïne!

Ten slotte wijs ik nog op een website van VR zelf, REVOLUSI.NL
VR heeft die in het leven geroepen om verhalen te blijven verzamelen. Eenieder die vindt dat hij iets heeft toe te voegen aan de geschiedenis van Indonesië, is daartoe uitgenodigd via deze site. 
Ik citeer: 

Via dit platform bieden wij iedereen de kans om verhalen over Indonesië te delen: ooggetuigen, nabestaanden, familieleden, kennissen… Of het nu om de koloniale tijd, de Japanse bezetting of de onafhankelijkheidsstrijd gaat, uw verhaal is de moeite waard.
Heeft u ook een aangrijpende getuigenis? Hangt er een taboe in de familie? Staat er nog een kist op zolder? Zit u met een vraag?
Deelt u ze dan hier! Dat kan anoniem of onder uw echte naam, openbaar of alleen naar de redactie.


Ik besluit met de opmerkingen die VR maakte over de verschillen in de verhouding van Nederland tegenover Nederlands-Indië, en die van België tegenover Congo:

Nederland was veel langer in Indonesië, dan de Belgen in de Congo. De kolonisatie dateerde voor Nederland vanaf 1600, en was voornamelijk gebaseerd op landbouw Nederlands-Indië was een eilandenrijk, dat al eeuwenlang deel uitmaakte van de handel. Er waren zelfstandige staten en sultanaten. De Islam-cultuur was zeer hoofs. 

Congo's relatie met België dateert pas vanaf 1885. Deze kolonisatie was gebaseerd op mijnbouw en industrie. Tot 1880 was het gebied afgesloten van de wereld, een witte vlek op de kaart. Leopold II was geïnspireerd door koning Willem I.
In Indonesië werden de mensen uiteindelijk mondjesmaat opgeleid, in 1910 waren er al enkele Indische artsen. In Congo werden mensen niet universitair opgeleid.
De dekolonisatie in Indië was in 1945: de eerste. Congo kon zich daaraan spiegelen.
Er waren ook verschillen in aantallen van mensen: 300.000 Nederlanders hebben gewoond en gewerkt  in Indië, in Congo 100.000. 
Een laatste verschil is, dat veel Indonesiërs hebben meegewerkt met de kolonisatoren. In Congo niet.

VR noemt zijn boek synthetisch, er is ontzettend veel materiaal in samengebracht. Dat maakt het levendig. maar vaak moest hij denken aan het 'kill your darlings'. 
Herziening nee, die zal er niet komen. Maar wel zal er steeds meer bijkomen er is ook inmiddels al wéér meer gepubliceerd. 

Er wordt nog een vraag gesteld over de tentoonstelling in het Rijksmuseum, gemaakt door Harm Stevens. Ze gebruikten dezelfde term onafhankelijk van elkaar.
VR heeft er nog wel een markante bijdrage aan geleverd: de gejatte koran van Joop Hueting. Het was een handgeschreven exemplaar uit de 19e eeuw. VR heeft eerst geprobeerd de moskee terug te vinden, dat is niet gelukt. Nu heeft het sacrale werk een mooie plaats gevonden, in een context waarin het past. 
Een jonge Joop Hueting, die de moed had voor de oorlogsmisdaden die waren begaan - ook door hem - te openbaren. 
Koran, Rijksmuseum, tentoonstelling Revolusi. 19e eeuws handschrift. 
VR heeft nog geprobeerd de moskee terug te vinden waaruit het manuscript afkomstig was, maar dat is niet gelukt. 
VR herhaalt hier een opmerking die ik me ook herinner uit zijn boek: 
Hij vindt de Nederlanders slecht opgeleid in het vak geschiedenis, slechts 3 jaar is het een verplicht vak. e Nederlanders zelf worden geframed als tolerant, democratisch, vrijheidslievend. Te positief, zegt VR, er moet beter gekeken worden naar de zwarte bladzijden. Hij noemt in dit verband:
De Indische Doofpot, van Maurice Swirc.
Waarom zijn Nederlandse soldaten nooit vervolgd voor de oorlogsmisdaden die ze tussen 1945 en 1949 pleegden in toenmalig Nederlands-Indië? Tijdens onderzoek voor De Groene Amsterdammer stuitte Maurice Swirc op documenten (met de status ‘zeer geheim’), die laten zien dat de hoogste militaire leiding en de regering in Den Haag door Nederlandse militairen gepleegde oorlogsmisdaden in de doofpot stopten. Dit gebeurde onder meer door klokkenluiders te negeren en te intimideren, bewijsmateriaal te vernietigen en onafhankelijk onderzoek te traineren. De constructie van de Verjaringswet moest de vervolging van deze oorlogsmisdaden definitief onmogelijk maken. Dit boek is het eerste over de Nederlandse oorlogsmisdaden dat is geschreven vanuit een historisch-juridische invalshoek. Maurice Swirc, die voor zijn onderzoek tal van nieuwe bronnen boven water wist te krijgen, laat gedetailleerd zien hoe groot de impact van de Indische doofpot was op onze rechtsstaat.