woensdag 12 juni 2019

Lied der Revolutie, Geschiedenis van de Amerikaanse vrijheid, Russell Shorto, 2017.

Boekomslag. Het plaatje geeft 'Washington crossing the Delaware' weer, door E. Leutze, 1851 olieverf op doek. 
Eerst een opmerking vooraf: dit boek van Russell Shorto gaat over de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, 1775-1783. Ik zelf verwarde die met de Amerikaanse Burgeroorlog, die woedde van 1861-1865. Die laatste oorlog was, kort gezegd, een strijd tussen de noordelijke en de zuidelijke staten, tussen protectionisme en vrijhandel, democraten en republikeinen, grootgrondbezit en slavernij tegenover noordelijke kleine boeren.
Maar het gaat om die oudere strijd, die voorafging in de tijd aan de Franse Revolutie. (1789-1799). Het was de strijd van de bevrijding van de Amerikaanse kolonisten van het moederland Groot-Brittannië - waar overigens ook de Indianen een belangrijke rol in speelden. (Plus de Fransen en de Spanjaarden...)

Voorafgaand aan de Vrijheidsoorlog speelde de Zevenjarige Oorlog, 1756-1763; dit was een verzamelnaam voor een reeks van oorlogen in die tijd tussen Europese staten en hun kolonies. De Franse en Indiaanse Oorlog of Fransindiaanse oorlog is de Amerikaanse benaming voor het deel van de Zevenjarige Oorlog waarvan het strijdtoneel in Amerika lag. Het was daar de vierde in een serie van koloniale oorlogen tussen de Fransen en de Britten. De verhouding was ongeveer 60000 Fransen tegen 2 miljoen Engelse kolonisten, vandaar dat de Fransen genoodzaakt waren om zich te verenigen met de lokale bevolking: de indianen.

Russell Shorto bouwt zijn verhaal over de Amerikaanse Revolutie op rond zes hoofdpersonen. Dat maakt het lezen niet gemakkelijk. We springen van de ene persoon over naar de andere, zonder dat die erg veel verband met elkaar houden. Daarbij is het verloop van de geschiedenis en van de strijd al lastig genoeg voor ons, niet-Amerikanen. Ëén probleem dat ik bijvoorbeeld ervoer, was de omvang van Amerika in die tijd. Het was niet groter dan 13 kolonies. Zie de kaart:
De dertien Koloniën in 1775.
Ik had het ook makkelijker gevonden als er bij de verslaggeving van de oorlogshandelingen af en toe een kaartje bij had gestaan. Maar er staat maar één kaart voorin het boek, Het Amerika van Margaret Coghlan, Cornplanter, Venture Smith, George Washington en Abraham Yates. 
Hiermee zijn al vijf van de zes spelers weergegeven. De zesde is George Germain/Sackville, die een belangrijke rol heeft gespeeld, maar een Brit was, en nooit een voet in Amerika gezet heeft. 
De kolonisten hebben zich in de Amerikaanse Revolutie bevrijd van de Britten. De Britten waren te autoritair, te arrogant. Ze meenden bijvoorbeeld, dat ze belasting konden heffen van de Amerikanen zonder dat die er zelf enige inspraak in hadden. Een voorbeeld is het belasting heffen op geïmporteerde thee. De Amerikanen waren hierover zo woedend, dat ze een hele scheepslading thee in zee stortten bij Boston. 
16 december 1773, Boston.
Hiermee komen we op de eerste hoofdpersoon in het bek van Shorto: George Germain, eigenlijk Sackville; 1716-1785. Hij was staatssecretaris onder President North ten tijde van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, en kreeg grotendeels de schuld van het verlies van de dertien Amerikaanse koloniën in Amerika. Sackville en Lord North deden drie aannames over de oorlog waarmee ze te maken zouden krijgen: ten eerste konden de Amerikaanse troepen de aanvallen van de Britten niet doorstaan; ten tweede zou de oorlog vergelijkbaar zijn met oorlogen die ze met succes in Europa hadden gevoerd; en tenslotte, zou hun overwinning hun doel bewerkstelligen om de loyaliteit van de koloniën te verwerven. Al hun veronderstellingen bleken vals; de eerste, niet omdat de Engelsen zwakker waren, maar omdat de Amerikanen een andere tactiek namelijk de guerilla-tactiek toepasten. De Revolutie maakte een eind aan het Eerste Britse Rijk. Aan het mercantilisme - bescherming van de eigen economie door de staat - was een einde gemaakt, een herstart van het Rijk werd gemaakt met het economisch liberalisme. 
Germain had twee carrières, die allebei oneervol eindigden. De eerste keer werd hij als lafaard gezien door zijn rol in de slag om Minden (Pruisen); de tweede keer was het debacle in de Amerikaanse Revolutie, Zijn politieke carrière eindigde met de val van de Noord-regering in maart 1782. Germain was steil en ondiplomatiek. Hij had geen oog voor de vrijheidsdrang en het streven naar gelijkberechtiging van de Amerikanen.
George Sackville/Germain. Groeide op in Groot-Brittanië, in Knole House. 
Knole House: met 12 ingangen, 52 trappen, zeven binnenplaatsen enzovoorts. Bezit geweest van de aartsbisschop van Canterbury, Henry VIII, koningin Elizabeth, maar in 1700 al enkele generaties het bezit van de familie Sackville. 

De volgende hoofdpersoon is Chief Cornplanter, eigenlijk: Gaiänt'wakê, Kaintwakon. Hij was een Seneca Leader geboren tussen 1732 en 1746, gestorven 1836. De Seneca zijn een groep van inheemse Iroquois-sprekende mensen afkomstig uit Noord-Amerika, die destijds leefden ten zuiden van Lake Ontario. Zij waren de natie het verst naar het westen gelegen binnen de Six Nations of Iroquois League (Haudenosaunee: de mensen van het langhuis)

 Woonplaats van de Iroquois-sprekende volken en hun buren. 

Het langhuis werd bevolkt door een groep families die via de vrouwelijke lijn verwant waren. Elke familie had zijn eigen compartiment, en voor elke twee families was er een haard. Om de rook te laten ontsnappen was er om de zoveel meter een vierkant gat in het dak, dat werd afgedekt met een stuk schors, dat van beneden af weggehaald kon worden.
Vóór de Amerikaanse Revolutie vocht Cornplanter al in de Franse en Indiaanse Oorlog; daarna in de Vrijheidsoorlog. In beide oorlogen waren de Seneca en drie andere Iroquois geallieerd met de Britten. Na de oorlog leidde Cornplanter de onderhandelingen met de Verenigde Staten (ook rechtstreeks met de eerste president, George Washington) en ondertekende het Treaty of Fort Stanwix (1784). 
Chief Cornplanter. 
Shorto gebruikte deze biografie over de Seneca-leider. Het is wel heel interessant te lezen hoe de Indianen zich gedroegen in de hele Onafhankelijkheidsstrijd. Hun cultuur (neem hun manier van  onderhandelen, maar ook de vorm van het vechten) verschilt heel erg van de westerse, die hun werd opgelegd. Het was buitengewoon moeilijk voor de Indianen zich te verplaatsen in de denkwereld van de witten. Ze moesten zich wel onderwerpen. Veel wijsheid ging verloren.

Een zeer belangrijk figuur was uiteraard George Washington.

George Washington 1732 – 1799; was generaal, opperbevelhebber van de koloniën in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, slavenhouder en de eerste president van de Verenigde Staten van 1789 tot 1797.
Washington wordt qua persoonlijkheid beschreven als een charismatisch en krachtig. Zijn uiterlijke vertoning was imposant; hij was lang, breed en fysiek sterk. Hij kon goed dansen en had een grote voorliefde voor paarden. Uiterlijk vertoon was voor hem van het grootste belang als nieuwe president. Wanneer hij door kleine dorpen reed als president stapte hij uit zijn wagen en op zijn witte paard. De mensen vonden het geweldig om hem als groot leider te zien en hij realiseerde zich het belang hiervan. In zijn brieven was hij zeer bescheiden, meermaals stelde hij volkomen ongeschikt te zijn voor het presidentschap, dat hem uiteindelijk toch ten deel viel.
Vanwege zijn bijzondere persoonlijkheid en belangrijke invloeden op de VS en het presidentschap wordt Washington beschouwd als het voorbeeld waarnaar presidenten moeten streven.
Als een terzijde voeg ik hier een plaatje toe van een biografie van Washington, geschreven door Ron Chernov. 
Washington streefde er als jonge man naar, promotie te maken bij de Britten. Dit viel hem evenwel niet ten deel. Hij streed in de Fransindiaanse oorlog, waar hij een nederlaag leed tegen de Fransen. Wel had hij zich heel moedig gedragen. 
Hierna trok hij zich terug op zijn landgoed, Mount Vernon in Virginia. Hier leefde hij het grootste deel van zijn leven. Hij trouwde met de rijke weduwe Martha Dandridge Custis.
Martha Washington Dandridge Custis
Mount Vernon, landgoed van George Washington in Virginia. Hij hield hier ook slaven. 
Washington zocht eigen leermeesters op, bijvoorbeeld zijn halfbroer Lawrence, en George William Fairfax. Hij kreeg geen regulier onderwijs. 
George had een dominante, nogal nare moeder, Hij kreeg geen onderwijs vanwege de zorg die hij droeg voor de andere kinderen. Hij vond wel dat hij er recht op had. Hij sprokkelde alles zelf bij elkaar, maar zou bijvoorbeeld altijd missen dat hij geen Latijn en Grieks had geleerd. 
Zijn bijbel werd een uitgave van de Jezuïeten uit 1595: Youths Behaviour, or Decency in Conversations amongst Men. 
Uiteindelijk zou Washington alles (en méér) bereiken dan hij ooit had kunnen dromen. Alleen vocht hij uiteindelijk tégen de Engelsen, bij wie hij aanvankelijk zo graag geschitterd zou hebben. 
De laatste jaren waren zwaar voor hem, want na het einde van de Revolutie had hij zich liever teruggetrokken. Toch gordde hij zich nog één keer aan voor de strijd (die toch weer niet doorging) en werd ook president. 
Ondertekening van de Vrede van Parijs, 1783. Einde van de Amerikaanse Vrijheidsoorlog. Vlnr:
John Jay, John Adams, Benjamin Franklin, Henry Laurens en William Temple Franklin op een schilderij door Benjamin West uit 1783. De Britse onderhandelaars weigerden te poseren en het stuk bleef onvoltooid.
De stad Washington is naar hem genoemd, en werd de hoofdstad van de Verenigde Staten van Amerika, die na de Vrijheidsoorlog ontstonden. De hoofdstad van de Verenigde Staten was achtereenvolgens New York (van 1783 tot 1790) en Philadelphia in de staat Pennsylvania (van 1790 tot 1800). De plaats waar de permanente hoofdstad zou komen, was een twistpunt tussen de diverse staten.  Na lang touwtrekken kwamen de noorderling Alexander Hamilton en de uit het zuiden afkomstige Thomas Jefferson overeen om het federale district aan de Potomac te vestigen. In 1790 werd de Residence Act aangenomen; uiteindelijk werd in 1791 besloten het federale district Columbia Territory te noemen, en de erin gelegen hoofdstad Washington.

De volgende hoofdpersoon is Broteer Furro, alias Venture Smith.
Broteer Furro, alias Venture Smith; geboren omstreeks 1729, gestorven 1805.
Smith werd gevangen genomen toen hij 6½ jaar oud was in West-Afrika; hij werd naar Anomabo gebracht, aan de Goudkust, tegenwoordig Ghana om als slaaf te worden verkocht.
Hier begon Broteers reis naar Amerika. Shorto bezoekt dit fort met een paar telgen uit het nageslacht van Broteer. Heel respectvol.
Bovenstaande foto laat Fort William zien, ook bekend als Anomabu Castle. Bij zijn ontstaan tussen 1753 en 1760 werd dit beschouwd als de sterkste fortificatie aan de Afrikaanse kust. Het werd het centrum voor de Britse Slavenhandel, tot de afschaffing van de slavernij in 1807.
Als volwassene kocht Venture Smith op Rhode Island (Connecticut) zijn vrijheid en die van zijn familie.  Hij legde verslag van zijn leven in A Narrative of the Life and Adventures of Venture, a Native of Africa: But Resident above Sixty Years in the United States of America, Related by Himself.  Deze autobiografie is een van de vroegste voorbeelden van een autobiografische vertelling in een volledig Afrikaanse literaire vorm. Van de bijna 12 miljoen Afrikaanse gevangenen die scheep gingen naar Amerika op de 'Middle Passage' (tussenstadium driehoekshandel)  liet slechts een twaalftal verslagen na van hun belevenissen uit de eerste hand.

De autobiografie van Venture Smith, alias Broteer Furro. 
De volgende hoofdpersoon is Abraham Yates, die weer een heel andere kant van de strijd laat zien. Shorto zegt namelijk in zijn Proloog, dat de Amerikaanse Revolutie meer in het algemeen een diepere stroming vertegenwoordigde van het streven naar vrijheid. Yates liet hiervan weer een ander aspect zien. Hij was 'maar' een schoenmaker, hoewel hij burgemeester werd van Albany, New York. Hij kwam op voor de gewone mensen, zij moesten het voor het zeggen krijgen, en niet de aristorcratie (die hij wel zag ontstaan).  Pamflettist; sherriff; advocaat; anti-federalist.
Abraham Yates 1724-1796
Burgemeester van Albany, New York,
Ambtstermijn 1790 – 1796
Een volgende persoon is Margareet Moncrieffe Coghlan. Shorto wilde ook het vrijheidsstreven van een vrouw weergeven, en dat werd deze dame. 
Margaret Mncrieffe Coghlan
Zij leidde een heel avontuurlijk en scandaleus leven, dat zij zelf te boek stelde. Ze werd uitgehuwelijkt aan een man van wie ze niet hield, en die wreed voor haar was. Ze was pas zeventien. Ze liep van hem weg, en leidde een leven als courtisane: liet zich dus onderhouden door zeer rijke heren, die haar evenwel niet trouwden. Ze versleet een aantal heren, en werd ook een paar keer zwanger. Van het geld dat ze zo binnenkreeg, schafte ze zich allerlei rijkdommen aan, koetsen, zijden kleding, sieraden. 
Uiteindelijk werd ze vervolgd door het gerecht vanwege haar schulden. Ze belandde ook een aantal malen in de gevangenis, en vroeg de regering om hulp. Die kreeg ze niet. Ze liet zichzelf twee keer dood verklaren, ook om aan de schulden te ontkomen. 
Fotografische herdruk.
Coghlan, Margaret. Memoirs of Mrs. Coghlan, (daughter of the Late Major Montcrieffe,): Written by herself and dedicated to the British nation; being interspersed with anecdotes of the Late American and present French war, with remarks moral and political. London: J. Lane, 1794.
Aaron Burr, 1756-1836. Moncrieffe was zijn eerste liefde. 
Politicus; 3e vice-president van de Verenigde Staten. 
Benjamin Franklin, 1705/6-1790; politicus en wetenschapper
Het boek wemelt van de namen, wat het lezen niet gemakkelijker maakt. Ik heb hier de informatie per persoon neergezet, in het boek wisselen de verhaallijnen elkaar af.
Hierboven heb ik een foto van één van de 'bij-figuren' geplaatst, omdat die mij ook interessant leek, én ik nog maar zo weinig over de geschiedenis van Amerika weet.
Benjamin Franklin is het bekendst als medeopsteller van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring (1776) en de Amerikaanse grondwet. Hij is een van de Founding Fathers die zich in Europa opwierp als belangrijk pleitbezorger en steun voor de Verenigde Staten. In zijn latere jaren zette Franklin zich in voor de gemeenschap: hij introduceerde openbare bibliotheken, ziekenhuizen en de vrijwillige brandweer in Amerika en ijverde voor de afschaffing van de slavernij.
De dertien koloniën
Ik kom hier ook nog één keer terug op de omvang van de dertien koloniën, zoala die in het boek een rol spelen. Het helpt wellicht ook bij voorkomende termen als Nieuw-Nederland.
De dertien koloniën kunnen in drieën worden gesplitst. Het noorden (New England) is een onvruchtbaar, rotsachtig gebied waarin de economie draait op nijverheid, visserij en handel. In dit deel, tegenwoordig de provincies New Hampshire, Massachusetts, Rhode Island en Connecticut, overheersen puriteinse en calvinistische waarden. Ten zuiden van New England, in de Middle Colonies, is een modernere en gevarieerdere cultuur. Dit gebied staat in die tijd bekend als Nieuw-Nederland, een gebied dat het huidige New York, New Jersey, Delaware en Pennsylvania beslaat. Pennsylvania is lange tijd de grootste staat, New York geldt met name als handelsstad en is - mede daardoor - een smeltkroes van verschillende mensen met verschillende nationaliteiten en denkbeelden. In dit gebied heerst een gevoel van verbondenheid en er zijn maar weinig van de streng-christelijke waarden van de bovenburen terug te vinden. De derde groep koloniën ligt het meest zuidelijk en bevat de meest vruchtbare grond. In de kustgebieden werken Afrikaanse slaven op plantages, die onder andere rijst, indigo en tabak verbouwen. Meer landinwaarts wonen vrije boeren met een redelijk democratische instelling. De provincies die destijds de Southern Colonies vormden, zijn Virginia, Maryland, North- and South Carolina, en Georgia.
Ik besluit met een paar andere boeken over de Vrijheidsoorlog: bovenstaand boek is vanuit Europees perspectief geschreven, en omvat veel meer dan alleen de Revolutie. 
Dit boek is van 2006, van Dale Anderson; het geeft wat overzichtelijker oorzaken en gevolgen. 
Dit is een jeugdboek; soms is het helemaal niet zo gek om op dat niveau te beginnen om iets nieuws onder de knie te krijgen. Stewart Ross, 2001. 
En ten slotte dit boek uit 1998, van Theodore Draper.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten