zondag 27 januari 2019

You were never really here, Lynne Ramsay, 2017.

Poster
Boekomslag, boek geschreven door Jonathan Ames, 2013
Jonathan Ames, geboren 1964. 
De film is geschreven naar het boek met dezelfde titel. Het screenplay is van de regisseur Lynne Ramsay. 
Zij heeft de naam een 'moeilijk' regisseur te zijn, en dat vindt ze niet leuk. Helaas kan ik het met deze kritiek wel eens zijn. You were never really here liet mij met heel veel vragen zitten: waarom trekt hij een paar kiezen bij zichzelf eruit? Wat betekenen de scenes met het aftellen, met een plastic zak om het hoofd? Hoe heb ik de scenes kunnen missen met het kindermisbruik van hoofdpersoon Joe? Wie zijn precies al die vermoorde mensen? Waarom gaat hij hand in hand zingen met één van zijn stervende (door zijn hand) slachtoffers? 
Als ik de recensies lees, dan vindt men het juist fantastisch van deze film, dat Ramsay zo weinig toont, en het aan ons laat om de puzzelstukjes bij elkaar te passen. We zitten in het hoofd van Joe (Joaquin Phoenix) en beleven de flashbacks (die door zijn verdringing heel kort duren) en fantasieën (zijn zelfmoord in het restaurant aan het eind) méé, zonder enige uitleg. 
Nina en Joe. Nina gespeeld door Ekaterina Samsonov. Dit deel van de plot is wél duidelijk: Joe werkt in opdracht van iemand (wie??) om kleine meisjes die door mensenhandelaren in de prostitutie zijn beland, te bevrijden. 
Hoewel ik de gegeven informatie dus te weinig vond, vond ik bepaalde beelden prachtig, bijvoorbeeld als Joe door de gangen van het bordeel loopt; of de beelden van zijn logge, maar gehavende berenlijf, als hij zich doucht; of zijn getormenteerde blikken als hij in de camera kijkt. Maar ik wil het verhaal wel kunnen begrijpen, en dat was me na één keer kijken niet gelukt.
Het is waar wat de kritieken schrijven: de film is anders dan andere met hetzelfde thema. Ramsay toont geweld op een andere manier, niet minder dreigend, wel misschien iets minder expliciet in hoe het wordt uitgeoefend. Joe koopt een hamer, we zien hem er even mee toeslaan vanuit de verte, en daarna meteen het slachtoffer dat op de grond ligt. Of, in de scene waarmee de film opent, waarin we we hem allerlei attributen in een zak zien stoppen, sommige bebloed. Het is meteen duidelijk, daar is er net iets vreselijks gebeurd. Van  dergelijke beelden is de film doortrokken. Het maakt van Joe een griezelige man. Die aan de andere kant iets teders heeft: zijn gedrag tegenover zijn moeder, zijn bevrijding van jonge meisjes uit de seksindustrie. Hij is getraumatiseerd door zijn verleden - al moest ik vooral uit de kritieken lezen wat dat verleden precies behelsde: de ervaringen van de marineman, en die van het kind met een gewelddadige vader.
Dat is dan ook de verdienste van de film: het is een karakterstudie. 

Phoenix was bijna niet als zichzelf te herkennen, met die woeste baard en dat lange haar. Maar hij zet zeker iemand neer!
‘A ghost in his own life’ noemt één van de recensenten Joe. Je weet niet precies wie hij is, hij krijgt zijn gestalte door zijn verleden. Hij heeft een obsessie met geweld, waarmee hij de trauma's uit het verleden wil rechtzetten. Een 'stuk' mens, die graag een eind zou willen maken aan zijn leven, ook bijna zelfmoord pleegt, en daar dikwijls mee bezig is in zijn hoofd. 
Bij alle moorden die er gepleegd worden - niet alleen door Joe, ook door zijn tegenstrevers -  zit ook de moord op Joe's demente moeder. Het misdadigerscircuit dat de meisjes seksueel uitbuitte en misbruikte, heeft zich tegen Joe gekeerd. 
Hij draagt zijn moeder ten grave in het water, waarbij hij zijn zakken vol stenen stopt. Op het laatste moment ziet hij van die zelfmoord af.
Hij gaat naar het huis van Senator Williams, de hoofdverdachte van de menshandelaars. Maar Nina is hem daar voor geweest, zij heeft de man met een scheermes om het leven gebracht. 
Dit is de scene waarin hij zijn moeder (en zichzelf) wil begraven in een rivier.
De enige recensie waarin ik enige kritiek vond, stond op THE FEDERALIST. Deze criticus vindt het boek beslist beter dan de film, en hij ziet ook niet in waarom Ramsay ervan afwijkt. Wel vindt hij Joe 'als karakterstudie' geweldig. 
Ramsay doet in elk geval dit, waar de criticus het mee oneens is: 
"She added an absurdly out-of-character scene in which Joe lies on a kitchen floor at one point to sing a song with someone he has just shot, and even holds the dying man’s hand as he expires.
En verder:
"Far worse, Ramsay has replaced Ames’ chillingly depraved and twisty original ending with one that not only is less interesting, but makes Joe’s very presence at the finale almost irrelevant."
Overigens vindt deze James Dawson het uiterlijk van de oud-marinier niet passend, met zijn baard en vette haar in een staartje. In het boek heeft hij een kaal hoofd, zoals gebruikelijk bij de mariniers.
Maar Dawson besluit wel dat Joaquin Phoenix terecht de prijs heeft gewonnen van Best Actor in Cannes (en Ramsay die voor beste screenplay).
Maar het slotwoord luidt:
The book is undeniably better, but the movie gets enough of it right before going somewhat wrong, and Phoenix is unforgettable.

Ik wil ook nog even de vergelijking noemend, die Dawson maakt met een ander personage die opkomt voor een vrouw in de prostitutie:
Joaquin Phoenix plays the disconnected loner Joe as a sadder and more tragically human version of Robert De Niro’s Travis Bickle from 1976’s 'Taxi Driver.'

Foto van de filmset.
Regisseur Lynne Ramsay.

De scherven in deze scene staan haast symbolisch voor de scherven in Joe's hoofd. 
Ik blijf het een fantastische speler vinden. Maar ik vind dit niet zijn allerbeste rol: die zat voor mij in The Master. 
Trailer


Geen opmerkingen:

Een reactie posten