woensdag 30 januari 2019

All is lost, J.C. Chandor, 2013.

Filmposters
Ik vond dit een mooie film, met maar één speler erin, die bovendien bijna niets zegt. Hoe krijg je dat voor mekaar? En dan te bedenken, dat de maker, Jeffrey McDonald Chandor, bekend als J.C. Chandor, twee jaar eerder debuteerde met Margin Call, waarin juist heel veel gesproken werd. Onderwerp toen was de bankencrisis, en ik herinner me een ijzersterke rol van Jeremy Irons.
Die ene speler is Robert Redford. Zijn zeilschip is lek geslagen door een losse container op de oceaan.
De film begint met het einde: een boodschap van een zeiler, waarin hij vertelt dat hij alles geprobeerd heeft maar het niet heeft gered. All is lost. 
Dan gaan we acht dagen terug in de tijd. 
We zien de zeiler, een oude man, alleen op de oceaan. De Indische Oceaan, ontdekken we gaandeweg. 
Wij weten niet waarom die anonieme zeiler daar is. Hij wordt wakker van een klap, en ziet dat zijn kajuit vol water staat. Het water stroomt naar binnen. Het schip is in aanvaring gekomen met een container. Het lukt hem, zijn schip weer los te trekken van de container, en om het gat in de romp van zijn schip te dichten. Zijn hele kajuit staat onder water, en zijn spullen zijn nat. Ook zijn radio, hij kan geen S.O.S. doen uitgaan.
Hij repareert het gat.
Hij droogt zijn kussens en zijn kaarten, repareert de tuigage, en probeert op een zeeroute terecht te komen. Het is gruwelijk  om te zien, hoe tot twee keer toe er inderdaad een enorm schip (een containerschip, het andere een cruise-schip?) langs hem vaart, maar dat geen van tweeën hem zien. Ondanks lichtsignalen die hij uitzendt. 
Een tweede storm treft het bootje, en de zeiler moet het schip verlaten. Hij gaat in een opblaasbare reddingsboot.
De container die het gat sloeg.
Hij heeft de sextant van zijn zeilboot mee kunnen nemen, en probeert te bepalen waar hij is. Ook zijn watertank heeft hij mee, en blikken met eten. 
Na nog een storm is zijn water bedorven, er is zout water bij gekomen. 
Hij kan alleen maar drinken van wat zelf-gecondenseerd water. 
Ook zijn er intussen haaien om hem heen gekomen. Hij schrijft de boodschap, die we in het begin uit zijn mond als voice-over hebben gehoord. Het wordt een boodschap in een fles. 
Dan ziet hij tóch in de verte één enkel lichtje aan komen. Hij heeft geen pijlen meer, en stookt een vuurtje van zijn logboek. Helaas vliegt daarbij zijn hele reddingsboot in de fik. 
Alle hoop is verloren, hij gaat min of meer bewust te water om te verdrinken. 
We denken al dat dat het einde van de film is.... Maar onder water neemt hij waar, dat het schip nu zijn brandende reddingsvlot genaderd is. Hij haast zich naar de oppervlakte. Een arm trekt hem uit het water. 
Dit is de regisseur aan het werk.  
De storm aan boord van het schip




De camera aan het werk. 
Er zaten af en toe prachtige opnamen bij. Hier het vlot van heel hoog, hieronder vanuit het water gefilmd. 

Trailer
Wat mij betreft is de film bijzonder vanwege het doorzettingsvermogen, het werk, en de moed van de man. Voor ieder probleem dat hij ondervindt, zoekt en vindt hij een oplossing. Ik kreeg het gevoel dat ik naar aan parabel keek over de worsteling van het leven. Dat maakte de film voor mij ook méér, en anders dan een avonturenfilm, of thriller: benamingen die ik allebei ben tegengekomen. 
In de verte deed de film me denken aan het boek van Cynan Jones: Inham. - Er zijn ook grote verschillen trouwens. 
Zo op jezelf aangewezen zijn, ik denk dat dat een aansprekend thema is - voor mij in ieder geval. Dat was duidelijk en indringend aanwezig. 
PS: Robert Redford werd geboren in 1936: hij was dus 77 bij de opnames. Wow!
Foto boven is van recent. Hij schijnt nu echt te willen stoppen.  

zondag 27 januari 2019

You were never really here, Lynne Ramsay, 2017.

Poster
Boekomslag, boek geschreven door Jonathan Ames, 2013
Jonathan Ames, geboren 1964. 
De film is geschreven naar het boek met dezelfde titel. Het screenplay is van de regisseur Lynne Ramsay. 
Zij heeft de naam een 'moeilijk' regisseur te zijn, en dat vindt ze niet leuk. Helaas kan ik het met deze kritiek wel eens zijn. You were never really here liet mij met heel veel vragen zitten: waarom trekt hij een paar kiezen bij zichzelf eruit? Wat betekenen de scenes met het aftellen, met een plastic zak om het hoofd? Hoe heb ik de scenes kunnen missen met het kindermisbruik van hoofdpersoon Joe? Wie zijn precies al die vermoorde mensen? Waarom gaat hij hand in hand zingen met één van zijn stervende (door zijn hand) slachtoffers? 
Als ik de recensies lees, dan vindt men het juist fantastisch van deze film, dat Ramsay zo weinig toont, en het aan ons laat om de puzzelstukjes bij elkaar te passen. We zitten in het hoofd van Joe (Joaquin Phoenix) en beleven de flashbacks (die door zijn verdringing heel kort duren) en fantasieën (zijn zelfmoord in het restaurant aan het eind) méé, zonder enige uitleg. 
Nina en Joe. Nina gespeeld door Ekaterina Samsonov. Dit deel van de plot is wél duidelijk: Joe werkt in opdracht van iemand (wie??) om kleine meisjes die door mensenhandelaren in de prostitutie zijn beland, te bevrijden. 
Hoewel ik de gegeven informatie dus te weinig vond, vond ik bepaalde beelden prachtig, bijvoorbeeld als Joe door de gangen van het bordeel loopt; of de beelden van zijn logge, maar gehavende berenlijf, als hij zich doucht; of zijn getormenteerde blikken als hij in de camera kijkt. Maar ik wil het verhaal wel kunnen begrijpen, en dat was me na één keer kijken niet gelukt.
Het is waar wat de kritieken schrijven: de film is anders dan andere met hetzelfde thema. Ramsay toont geweld op een andere manier, niet minder dreigend, wel misschien iets minder expliciet in hoe het wordt uitgeoefend. Joe koopt een hamer, we zien hem er even mee toeslaan vanuit de verte, en daarna meteen het slachtoffer dat op de grond ligt. Of, in de scene waarmee de film opent, waarin we we hem allerlei attributen in een zak zien stoppen, sommige bebloed. Het is meteen duidelijk, daar is er net iets vreselijks gebeurd. Van  dergelijke beelden is de film doortrokken. Het maakt van Joe een griezelige man. Die aan de andere kant iets teders heeft: zijn gedrag tegenover zijn moeder, zijn bevrijding van jonge meisjes uit de seksindustrie. Hij is getraumatiseerd door zijn verleden - al moest ik vooral uit de kritieken lezen wat dat verleden precies behelsde: de ervaringen van de marineman, en die van het kind met een gewelddadige vader.
Dat is dan ook de verdienste van de film: het is een karakterstudie. 

Phoenix was bijna niet als zichzelf te herkennen, met die woeste baard en dat lange haar. Maar hij zet zeker iemand neer!
‘A ghost in his own life’ noemt één van de recensenten Joe. Je weet niet precies wie hij is, hij krijgt zijn gestalte door zijn verleden. Hij heeft een obsessie met geweld, waarmee hij de trauma's uit het verleden wil rechtzetten. Een 'stuk' mens, die graag een eind zou willen maken aan zijn leven, ook bijna zelfmoord pleegt, en daar dikwijls mee bezig is in zijn hoofd. 
Bij alle moorden die er gepleegd worden - niet alleen door Joe, ook door zijn tegenstrevers -  zit ook de moord op Joe's demente moeder. Het misdadigerscircuit dat de meisjes seksueel uitbuitte en misbruikte, heeft zich tegen Joe gekeerd. 
Hij draagt zijn moeder ten grave in het water, waarbij hij zijn zakken vol stenen stopt. Op het laatste moment ziet hij van die zelfmoord af.
Hij gaat naar het huis van Senator Williams, de hoofdverdachte van de menshandelaars. Maar Nina is hem daar voor geweest, zij heeft de man met een scheermes om het leven gebracht. 
Dit is de scene waarin hij zijn moeder (en zichzelf) wil begraven in een rivier.
De enige recensie waarin ik enige kritiek vond, stond op THE FEDERALIST. Deze criticus vindt het boek beslist beter dan de film, en hij ziet ook niet in waarom Ramsay ervan afwijkt. Wel vindt hij Joe 'als karakterstudie' geweldig. 
Ramsay doet in elk geval dit, waar de criticus het mee oneens is: 
"She added an absurdly out-of-character scene in which Joe lies on a kitchen floor at one point to sing a song with someone he has just shot, and even holds the dying man’s hand as he expires.
En verder:
"Far worse, Ramsay has replaced Ames’ chillingly depraved and twisty original ending with one that not only is less interesting, but makes Joe’s very presence at the finale almost irrelevant."
Overigens vindt deze James Dawson het uiterlijk van de oud-marinier niet passend, met zijn baard en vette haar in een staartje. In het boek heeft hij een kaal hoofd, zoals gebruikelijk bij de mariniers.
Maar Dawson besluit wel dat Joaquin Phoenix terecht de prijs heeft gewonnen van Best Actor in Cannes (en Ramsay die voor beste screenplay).
Maar het slotwoord luidt:
The book is undeniably better, but the movie gets enough of it right before going somewhat wrong, and Phoenix is unforgettable.

Ik wil ook nog even de vergelijking noemend, die Dawson maakt met een ander personage die opkomt voor een vrouw in de prostitutie:
Joaquin Phoenix plays the disconnected loner Joe as a sadder and more tragically human version of Robert De Niro’s Travis Bickle from 1976’s 'Taxi Driver.'

Foto van de filmset.
Regisseur Lynne Ramsay.

De scherven in deze scene staan haast symbolisch voor de scherven in Joe's hoofd. 
Ik blijf het een fantastische speler vinden. Maar ik vind dit niet zijn allerbeste rol: die zat voor mij in The Master. 
Trailer


zaterdag 26 januari 2019

Oud genoeg om dood te gaan, Barbara Ehrenreich, 2018

Nederlands boekomslag
De oorspronkelijke titel:
Natural Causes: An Epidemic of Wellness, the Certainty of Dying, and Killing Ourselves to Live Longer 
Het boek behandelt de Amerikaanse en westerse fixatie op gezond blijven en worden. Ehrenreich kijkt met een verfrissende blik naar hoe wij omgaan met gezondheid en dood. Ze is zich in haar eigen leven langzamerhand gaan verzetten tegen alle mogelijke preventieve onderzoeken, zoals de pijnlijke onderzoeken op borstkanker. De preventieve zorg gaat door tot het einde van het leven, maar kan heel wel pijnlijke behandelingen, misvormende operaties of ernstige beperkingen ten gevolge hebben. Schildklierkanker noemt zij als voorbeeld van een ziekte die bijzonder gevoelig is voor overdiagnose.
'Vernederende rituelen' noemt zij met name de onderzoeken bij vrouwen, die in de zestiger-zeventiger jaren nodig waren bij anticonceptie.
Gynaecologietafel.
Ze vergelijkt de artsen in witte jassen en maskers op met sjamanen van zogenaamd primitieve volkeren. Dergelijke rituelen hebben een grote emotionele impact, vooral omdat artsen een excuus hebben de normale privacyregels naast zich neer te leggen.
'Het dunne laagje vernis van de wetenschap' doelt op de vraag, hoe wetenschappelijk de traditionele, 'wetenschappelijke' geneeskunde eigenlijk is. Uit die terechte vraag ontstond de zogenaamde 'evidence-based' geneeskunde: het idee, dat elke handeling bij een patiënt dient te worden ondersteund door statistisch bewijs. Mammografieën waren dat in elk geval niet, evenmin de screenings op prostaatkanker. In laboratoria konden onderzoeken tot op celniveau worden gedaan. Het leren snijden in kadavers  helpt studenten vooral te leren allerlei handelingen te verrichten die afstandelijkheid, een 'regelrecht negatieve emotionele houding' te kweken tegenover zijn patiënt. Maar hoe verhouden die zich tot de onderzoeken op de levende mens?
Mammografie borst screenings-apparaat
Vervolgens richt Ehrenreich zich op 'het afgebeulde lichaam', de mens die zijn lijf door allerlei bewegings- spier- en fitnessoefeningen gezond probeert te houden. Ze is daar geen tegenstander van, ze beoefende (en beoefent nog steeds) die sport zelf ook. Alleen het idee, dat men daarmee zijn leven verlengt, heeft iets van een nieuwe religie. Al kon je de wereld niet veranderen, over je eigen lichaam was je wel de baas. 'Naar de sportschool gaan is een andere vorm van ostentatief consumeren', stelt ze. Het bedrijfsleven is erachter gekomen, dat een betere gezondheid leidt tot lagere ziektekosten (verzekering), dus wordt de fitness door hen gepromoot. Dat armoede, ras en beroep een grote rol spelen in de status van iemands gezondheid, wordt veronachtzaamd, mensen krijgen zelf de schuld van hun gezondheid. Zelfverbetering en eigen verantwoordelijkheid zijn de issues.
Er is ook een rage aan zelf-monitoring, allerlei apps.
Diverse Apps, met hieronder een viertal voorkeurs-apps voor de gezondheid:
My fitness Pal: calorie-verbranding, stappenteller en dergelijke
Sworkit: welk deel van je lichaam wil je hoe trainen en voor hoe lang. 
Headspace: voor korte meditatie-oefeningen. 
My fitness Pal: voor bewustwording van je voeding
Dat sluit meteen aan bij het volgende onderwerp: De waanzin van mindfulness. Ook daarvoor zijn allerlei appjes, het is afkomstig van de technocraten uit Silicon Valley. Eerst laat Ehrenreich zien, hoe de filosofie ons klaarstoomt voor die mindfulness: Je moet op je geest vertrouwen, want die leidt je naar een gezond leven (Deepak Chopra). Ze noemt Ray Kurzweil, die het lichaam als een machine ziet - een computer eigenlijk - die constant kan worden geüpgraded: 'Ik heb een persoonlijk programma dat elke progressieve ziekte en elk verouderingsproces bestrijdt,' beweert hij.
Boek van Ray Kurzweil, The Age of Spiritual Machines: When Computers Exceed Human Intelligence
Een ander, Peter Thiel, hoopt op een dag 'van de dood te genezen.'
Boeddhisme werd een statussymbool, mede onder invloed van Steve Jobs, die zich tot het boeddhisme bekeerde. Ze noemt ook Richard Gere, nog een beroemde boeddhist.
Massale ongeconcentreerdheid is een probleem (denk aan ADHD), en de hightechindustrie kan ons daarin helpen. Mindfulness is tegenwoordig net zo alom verspreid als vroeger het positieve denken dat was. 'Neuroplasticiteit' zou de grote winst zijn van het beoefenen van mindfulness. Het is vooral het bedrijfsleven dat garen spint bij de mindfulness-appjes. En neuroplasticiteit mag wetenschappelijk klinken, het is niet meer dan een normale eigenschap van het neuronale weefsel.
De dood in een sociale context laat zien, dat veel van de mensen die 'beloofden' dat hun beheersing van het eigen lichaam tot een langer, gezonder leven zou leiden, zelf relatief jong stierven. Ze noemt Steve Jobs overleed aan alvleesklierkanker, ondanks zijn werk als 'dieetgoeroe (rauw vegetarisch voedsel); James Fixx, de hardloopgoeroe, die op zijn 52e dood langs de weg werd gevonden.
Dit boek van James Fixx was bij ons ook zeer in trek!
Je gezondheid wordt 'je eigen schuld', genieten van een boterham met boter is verboden.
De grote witte sterfte vond ik een schokkend hoofdstuk: 'De econoom James Smith, onderzoeker bij Rand Corporation (....) stelt: arme mensen lijken minder te beseffen dat veel slechte gewoonten niet onmiddellijk negatieve gevolgen hebben - overmatig drankgebruik, roken, drugsgebruik. Die kunnen je op korte termijn een goed gevoel geven, maar zeker is dat je er uiteindelijk aan onderdoor gaat.' 
De materiële omstandigheden van witte mensen uit de laagste 20 procent inkomens zijn vergelijkbaar geworden met die van de zwarte bevolking.
Witte mensen hebben bovendien vaak een vuurwapen, die ze bij voorkeur gebruiken bij zelfmoord.
De kloof tussen arm en rijk is niet alleen in Amerika zo idioot groot.
De strijd tussen conflict en harmonie gaat over de holistische visie op de biologie, op de volledige mens; William Harvey (arts 17e eeuw) ontdekte het lichaam als machine, met samenwerkende delen zonder eigen wil. sturende kracht in 'de beste aller mogelijke werelden'.
William Harvey, 1758-1657
Harvey staat bekend als de man die de grootste verandering, al dan niet gewenst door hemzelf, heeft gebracht in het beeld dat bestond over de bloedsomloop.
Immuunsysteem zou werken als een leger om het lichaam te beschermen. Een afwijking van dat harmonie-model, als een auto-immuunziekte werd een vorm van muiterij van het eigen leger genoemd, het systeem keert zich tegen het lichaam zelf.
Een ander voorbeeld van het conflict ziet ze in de zogenaamde bloedveten: over de vraag waartoe de overvloedige menselijke menstruatie dient. Is dat nou echt voor de inbedding van het embryo, of is het een dodelijke strijd tussen baarmoederslijm en embryo om toegang te weigeren respectievelijk te krijgen? Alleen het sterkste embryo wint.
Dat voert Ehrenreich naar Het verraad der cellen, een terrein waarop ze zich zeer thuis voelt, want ze is opgeleid celbiologe. Ze vertelt over de macrofagen (eters), die beginnen als monocyten (onrijpe macrofagen) die in de bloedbaan worden losgelaten. Daar worden ze aangetrokken door stilstaande objecten, een dode of gewonde cel bijvoorbeeld, waarmee ze zich voeden. Daarmee dijt de macrofaag uit en wordt geactiveerd, waardoor hij nog meer kan eten.
Macrofaag, letterlijk: veelvraat.
Het wordt nu als simplistisch gezien, de cellen in het lichaam te zien als 'the good guys' tegenover 'the bad guys'. Maar je eigen immuncellen kunnen medeplichtig zijn aan de dodelijke opmars van kankercellen, omdat de macrofagen soms overlopen naar de vijand.
Macrofagen helpen bij de uitzaaiing van long- bot- maag- en andere kankers, zo is al bewezen.
Kleine geesten: over besluitvorming. Handelingsbekwaamheid, in de filosofische zin van Jessica Riskin (The Restless Clock) 'We kennen zonder erbij na te denken handelingsbekwaamheid toe aan dingen waarvan we weten dat ze geen bewustzijn hebben of niet eens leven, bijvoorbeeld als we zeggen: De auto wil niet starten; volgens Riskin wil de wetenschap de laatste resten van handelingsbekwaamheid in de wereld elimineren.
De auto wil niet starten; foto van deze site.
Mensen zagen vroeger handelingsbekwaamheid in de vorm van geesten of goden - waar die niet bestond, om de overlevingskansen te vergroten.
Dat bleek onzin, maar toekenning van handelingsbekwaamheid aan de natuurlijke wereld is dat ook. Je kunt nog zo hard trainen of wat dan ook, wij zijn niet de enigen die ons lot of wat dan ook bepalen.
Succesvol ouder worden.
Een draconisch regime om gezond ouder te worden. Houd je je niet aan die voorschriften, dan is het je eigen schuld als je ziek wordt of dood gaat.
Inflammaging: de oorzaak op celniveau ligt bij de macrofagen, die met de leeftijd minder efficiënt, en trager worden. Chronische, smeulende ontstekingen kunnen dankzij hen oplaaien tot een vuurzee.
De uitvinding van het zelf. 
Wie is de baas? Controle over ons leven, lichaam en geest. De Mindbody? Die heeft nog nooit iemand waargenomen. Het moderne rousseaueske zelf, dat zijn eigen bestaan voelt en creëert, (Rousseau begon aan iets unieks: over zichzelf schrijven) lijkt de erfgenaam te zijn van kenmerken die eerder aan God werden toegekend.
Zelfkennis, eigenliefde worden gepromoot: het is als het betreden van een eindeloze spiegelzaal: als we van onszelf houden, wie houdt er dan precies van ons? De ziel ging aan het zelf vooraf, maar het zelf is in tegenstelling tot de ziel, sterfelijk.
Wel is het een goed idee te bedenken, dat de stroom van leven doorgaat, dat we de fakkel weer doorgeven aan anderen. Het is wel antropocentrisch, en dat klopt er weer niet aan. Over zo veel miljard jaar, als het heelal is ingestort, blijft er wellicht niets over dan een groot vacuüm.
De dood van het zelf, lang leve de levende wereld.
verrassende nieuwe weg ingeslagen ; de studie naar psychedelische drugs.
Samenvatting uit artikel 2015 van wetenschapsjournalist Michael Pollan: (The Trip Treatment). De patiënt kreeg in een zeer bepaalde setting een dosis psilocybine (het actieve ingrediënt uit paddo's) waarna hij in een rustgevende ruimte op een bank gaan liggen en daar enkele uren tript onder het toeziend oog van een arts. Daarna doet hij gedetailleerd verslag en werkt mee aan vervolginterviews. Een onderzoeker, een psychiater zegt over de voorlopige resultaten:
Psilocybine oftewel paddo’s
Mensen die voelbaar bang waren voor de dood, hadden hun angst verloren. Het feit, dat een eenmaal toegediende drug zo lang (tot zes maanden) zo'n effect kan hebben, is een ongekende ontdekking. Zoiets hadden we in de psychiatrie nog nooit meegemaakt. 
Ze besluit met een gedichtje van Bertolt Brecht, waarin hij uitdrukt, dat de dood geen angstaanjagende sprong in het duister hoeft te zijn, maar eerder een omhelzing van het doorgaande leven is.

TOEN IK IN DE WITTE ZIEKENKAMER VAN HET CHARITÉ

Toen ik in de witte ziekenkamer van het Charité
Tegen de ochtend wakker werd
En de merel hoorde, stond het voor
Mij vast. Al sinds geruime tijd
Had ik geen angst meer voor de dood. Omdat het mij
Immers aan niets kan ontbreken, voorondersteld
Dat ik zelf ontbreek. Nu
Lukte het me mij te verheugen
Over al dat merelgezang, ook na mij.

© Bertolt Brecht

Over de schrijfster:
Barbara Ehrenreich (77) is een Amerikaanse journalist, commentator en politiek activist. Opgeleid in de scheikunde en cellulaire immunologie, werkte ze als onderzoeker en adviseur rondom vrouwelijke gezondheid. Ze roerde zich als socialist en feminist, en won prijzen voor essays en reportages over uiteenlopende kwesties, van dumping van gevaarlijke producten in arme landen tot de ‘cultus’ van positief denken rond borstkanker, waaraan zij zelf leed (‘Bright-sided’, 2009).
'How positive thinking is underminng America; 2009, toen zij zelf aan borstkanker leed. 
Ehrenreich verwierf faam met ‘Nickel and dimed’, over haar werk als onderbetaalde serveerster en schoonmaakster.
Wikipedia:
In haar vroege werk For her own Good (Voor haar eigen bestwil, 1979, samen met Deirdre English) stelde ze de paternalistische houding van de medische wetenschap ten opzichte van het vrouwenlichaam aan de kaak. Sindsdien is zij een voortrekker van de vrouwenbeweging; als oprichter en adviseur van talloze organisaties ter behartiging van de belangen van vrouwen.
'Two centuries of the Experts' Advice to Women'.
Positief denken als voorwaarde om van kanker te genezen? Geen sprake van; het geeft valse hoop, maakt van degenen die toch overlijden medeschuldigen aan hun eigen leed, en heeft vooral een enorme industrie van kwakzalvers, psychologen en handige reclamemakers gecreëerd.
How Positive Thinking Fooled America and The World. (2010)

Ehrenreich ontving in 2018 de Erasmusprijs.
Het thema van de Erasmusprijs is dit jaar ‘De Kracht van Onderzoeksjournalistiek’. Barbara Ehrenreich wordt geprezen om haar moed om zichzelf in de strijd te werpen in haar diepgravende journalistieke werk. Door zelf het leven te leiden van mensen in precaire situaties, geeft zij een stem aan groepen die anders niet gehoord worden. Zij laat ons zo de wereld zien door andere ogen. Als journalist gebruikt zij verschillende disciplines: zij combineert een wetenschappelijk analytische methode met een literaire stijl, en haar scherpe pen is doordrenkt van droge humor. Zij is een belangrijke stem in het actuele debat rond waarheidsvinding, en een voorvechter van kritisch denken en fact finding. Zij brengt statistische gegevens - bijvoorbeeld over het leven aan de onderkant van de arbeidsmarkt - tot leven, met empathie en sociaal engagement als drijfveer. Daarmee belichaamt zij het Erasmiaanse gedachtegoed dat de Stichting uitdraagt.