woensdag 13 december 2017

Geert Mak, De levens van Jan Six, Een familiegeschiedenis, 2016.

Boekomslag
Zeer uitgebreid boek. Daarom zo uitgebreid, omdat behalve de familiegeschiedenis, de geschiedenis van de tijdperken gegeven wordt waarin zij leefden.
Interessant, ook leuk om te lezen...
Maar eerlijk gezegd vond ik het alles bij elkaar ook erg veel!
Eerst maar even alle vermelde Sixen op een rijtje:
Jan Six I:    1618-1700
Jan Six II:   1668-1750
Jan Six III   1730-1779
Jan Six IV   1756-1827
Jan Six V    1788-1863
Jan Pieter Six VI  1824-1899
Jan Six VII  1857-1926
Jan Six VIII 1891-1961
Geert Mak voor het huis aan de Amstel waar hij een fiks aantal jaren aan dit boek werkte, namelijk in de boedel van de Sixen. 
Dan nu de levens apart:
Jan Six I 1618-1700
Jan Six I met Chloris. Deze liefde werd het niet
 
Margaretha Tulp, 1656, Govert Flinck. Gehuwd met de eerste Jan. 
Zoon van vluchteling, lakenhandelaar en stoffenverver.
 
Portret Anna Wijmer, Rembrandt, Oermoeder van de Sixen. 1641?
1584-1654
Het is niet zker of dit Anna Wijmer is. Rembrandt was wel de schilder. 
Jan Six, door Rembrandt, 1654.
Pieter Six (broer Jan I) was eigenaar van de, in Lisse gelegen, buitenplaats Sixenburg.
Deze buitenplaats lag aan de westkant van de in 1657 voltooide Trekvaart
iets ten zuiden van de herberg op Halfweg.
Moeder zette als weduwe het bedrijf voort. Rijke zeventiende eeuw. Studeerde vrije kunsten in Leiden, grand tour Italië. Geld belegd in buitens Sixenburg en Elsbroek. Pieter (broer) zette bedrijf voort, Jan wijdde zich aan kunsten, schreef gedichten. Verzamelde kunst en objecten (rariteiten-kabinet), had veel boeken. Schreef o.a. het toneelstuk Medea. Was bevriend met Joost van den Vondel, Rembrandt, Jan Vos. Hield een liber amicorum bij, de Kleine Pandora.
Liber Amicorum Jan Six I
Hij kende ook Nicolaes Tulp (de dokter op de Anatomische les van Rembrandt), die orthodox was, maar Jan was meer liberaal. (respectievelijk Gomarist tegenover Arminiaan.
De anatomische Les, Rembrandt. 
Tulp burgemeester in 1654. Zijn dochter Margaretha trouwde in 1655 met onze Jan.Bondgenootschap tussen twee familieclans?
Bruggetje van Six, ets gemaakt door Rembrandt. Twee heren op de brug, de ene Jan Six, de ander Rembrandt. Is niet in Elsbroek, maar bij Ouderkerk aan de Amstel. Het is een teken van de vriendschap tussen de twee mannen. Er kwam op den duur wel een breuk tussen hen. 
Jan werd opgenomen in de stadsregering, hij werd commissaris van Huwelijkse Zaken. Gebeurde door toedoen van Tulp. De vriendschap met Rembrandt raakte uit, Jan kocht nu meer van Govert Flinck. Klassisistische stijl kreeg de voorkeur, ook in het stadhuis.
Joost van den Vondel, ook een vriend van Six
Mak ziet de breuk tussen Six en Rembrandt tegelijk een breuk tussen de oude en de nieuwe Jan: de oude adoreerde de muzen, de nieuwe maakte deel uit van het systeem Tulp.
Hij was nu magistraat. Schreef ervaringen op in  de Grote Pandora. Kreeg naast de huwelijkse zaken ook de kleine zaken erbij, en nog weer later werd hij ook schepen.
Hansje in de kelder, onderdeel van het rariteitenkabinet van de Sixen. Wanneer er wijn in werd geschonken piepte 'Hansje' omhoog. Zo maakte de gastheer bekend dat zijn vrouw zwanger was.   
De broers Koerbagh publiceerden het boek Bloemhof, waarmee de vloer werd aangeveegd met allerlei algemeen aanvaarde beginselen. Zo was de bijbel bijvoorbeeld een gewoon boek. Adriaan werd veroordeeld tot het rasphuis, waar hij een jaar later stierf.
Adriaan Koerbagh geldt als een belangrijke volgeling van Spinoza. Zie DEZE WEBSITE. Hij is nooit gerehabiliteerd. 
Hij investeerde veel geld in land. Woonde vanaf 1669 in een huis aan de Herengracht.
Hij verwierf de (adellijke) titel van Vrijheer van Winnemen. (door aankoop in 1679 van een duinterrein van meer dan 100 hectare bij Egmond, de 'Vrije Heerlijkheid Wimmenum'. Het tegenwoordige Sixduinen. Het 'Vrije' hield in dat ze er recht mochten spreken, inclusief het vellen van doodvonnissen. (!)
Onder en boven: Wimmenum, of de Duinen van Six
In het rampjaar 1672 werd Jan benoemd tot kapitein van een van de zes nieuwe schutters-compagnieën. De voorkeur in het land veranderde, zie de moord op de gebroeders de Wit. Ook Amsterdam werd pro-Oranje. Jan Six en Tulp werden bedreigd, maar ontsprongen de dans. De gouden jaren van de stedelijke autonomie waren echter voorbij. Ook het einde van de Gouden Eeuw, en van de Republiek als grote mogendheid. 
Jan Six aan het raam van zijn huis, nu Kloveniersburgwal 103 te Amsterdam, door Rembrandt. De traditie wil dat Jan Six (de oudste zoon van de oudste zoon) een late afdruk krijgt van zijn vader op zijn dertiende verjaardag. 
Na zijn dood werd Six I begraven in de Nieuwe Kerk.
Jan Six II - 1668-1750 
Bij dood eerste Jan waren er veel schulden, een deel van de nalatenschap werd verkocht. Oudste zoon Nicolaas speelde kleine rol in de stadspolitiek, Jan zou 50 jaar deel uitmaken van de vroedschap te Amsterdam. Six II droeg een pruik. Deze Jan zou ervoor zorgen dat de familie definitief geld, macht en status zou krijgen. Pruik symbool 18e eeuw, de eeuw van Jan Six II. Geen ondernemingsgeest meer, maar renteniersmentaliteit. 
Jan Six II
Kreeg twee ambten in 1691.Trouwde Agatha Decquer, en profiteerde zo van familienetwerken. In 1705 huwelijk met Anna Calkoen, ook uit een rijke en machtige familie. En in 1728 derde huwelijk, met Anna van Bempden, de erfgename van de familie Tulp. 
Betrok in 1707 een dubbel grachtenhuis op Herengracht 495. Kocht in 1722 de titel ambachtsheer van Hillegom. Drukte zijn stempel op die stad door de aanleg van tolwegen en de bouw van huizen. 
Jan II was in 1742 de rijkste man van Amsterdam. 
Door de vele armoede kwam er opstand. De kloof tussen arm en rijk was steeds groter geworden. Stadhouder Willem IV kwam naar Amsterdam en ontsloeg Jan Six en de meeste andere burgemeesters. Het vertrouwen in de Oranjes verdween bij vele Amsterdammers. 
Jan Six III. 1730-1779
Paaltje in de Amsterdamse Duinen.Six198. De inscriptie Six kan verwijzen naar een van de telgen uit deze familie: mr. Jan Six (1668-1750), noemde zich vanaf 1722 heer van Hillegom of mr. Jan Six(1730-1779), raad en schepen van Amsterdam of mr. Jan Six (1756-1827).
Zoals gezegd was de ondernemingslust verdwenen, onverstoorbaarheid, rust en genotzucht bepaalden de levenshouding. Het gevoel van rang en stand werd versterkt door de aristocratisering.  Op hun landelijke bezittingen gedroegen ze zich als landadel.
Jan III trouwde met Johanna Clifford. Hij vervulde wat ambten en liet Herengracht 495 uitbouwen. 
De Sixen bleven een rustig leven leiden, maar de tijden veranderden door de Verlichting; burger kreeg interesse voor wetenschap en politiek. Amerikaanse revolutie vond plaats, daardoor geïnspireerd vond in de rest van de wereld ook verzet plaats tegen de standenmaatschappij. De democratische beweging in Nederland werd gestimuleerd. In de tweede helft nam de onrust over de wereld verder toe. De rol van Oranje werd bestreden, alles wat de vrijheid van de burgers beknotte. 1781 werden volksmilities gevormd, na een oproep van Joan Derk van der Capellen. 
De Amsterdamse kooplieden kwamen in zwaar weer, de VOC was praktisch failliet, buitenplaatsen werden verkocht en gesloopt. 

Jan Six IV 1756-1827
In 1787 namen Amsterdamse patriotten de plaats in van de negen prinsgezinde leden van de vroedschap. De koning van Pruisen kwam zwager Willem V te hulp, de oude regenten namen hun plaats in de vroedschap weer in. 
Jan IV zou in 1789 lid van de vroedschap worden. 
Huwelijk met Johanna Maria Hop, uit een bekende regentenfamilie.
Jan verkocht het familiehuis en verhuisde naar Herengracht 572, dat een stuk kleiner was. Hij was nog wel rijk, maar de malaise werd alom gevoeld. Vermogensbehoud werd nu belangrijker dan status. 
Na de Franse Revolutie was het met de Oranjes gedaan. 1795 vlucht Willem V naar Engeland. Patriotten aan de macht met de hulp van de Fransen. Jan werd van functie ontheven. Einde aan alle stedelijke en gewestelijke privileges. Oude wereld was verdwenen.
Jan IV werd wethouder, maar zonder veel macht. In datzelfde jaar, 1806, werd Lodewijk Napoleon Koning van Holland, einde Republiek.
1810 inlijving bij Frankrijk, nieuw rechtssysteem.
Jan nu 'maire' van Hillegom, hij rentenierde. Kwam niet veel meer in Amsterdam. Verkocht Elsbroek en andere huizen, waaronder het huis aan de Herengracht. 
Jan Six V, 1788-1863.
Deze Jan had een ernstige oogaandoening en een bochel. Kreeg geen kinderen. De lijn zou worden voortgezet door zijn broer Hendrik. Deze werd in 1813 opgeroepen als garde d'honneur. De Nederlandse gardisten zouden echter geen enkele rol meer spelen in de Napoleontische oorlogen. Napoleon werd verslagen, de Fransen vertrokken.Jan Six IV werd belaagd als Franse maire en patriot. 
De zoon van Willem V landde in Scheveningen, 2 december 1813, deed als Willem I zijn intrede als soeverein vorst. 
Er kwam geen bijltjesdag, geen grote veranderingen. Prominente posities werden weer aan oude families toegekend. Moesten die wel delen met nieuwkomers en met de koning. Jan Six (IV dus) was bij het aannemen van de nieuwe constitutie, in 1814 in de Nieuwe Kerk. 
Tijdperk van de Romantiek brak aan, Jan IV oudste dochter liet zich schaken door substituut-schout van Hillegom en werd onterfd. 
1821 verhuizing Jan IV van Hillegom naar Den Haag. Had zich als ambachtsheer niet geliefd gemaakt. Liet bij zijn dood maar 150.000 gulden na. 

Hendrik Six (de broer van de gehandicapte) zette de lijn voort. Hendrik had een rijke bruid nodig. Leefde ondanks de economische tegenslag nog wel in luxe en weelde. Huwde Lucretia Johanna van Winter, dochter van de schatrijke Pieter van Winter; deze had een bloeiende handel in verfstoffen; tevens een grote kunstverzameling. Na Pieters dood woonde Lucretia op de Herengracht waar ze kunst verzamelde. 
Hendrik had status en geel geld, bij Lucretia was het net andersom. 
Hendrik kocht de ambachtsheerlijkheid Hillegom weer terug. (Een ambachtsheerlijkheid of kortweg ambacht was de kleinste bestuurseenheid op het platteland. Deze middelbare of lage heerlijkheden van een ambachtsheer of ambachtsvrouwe werden in leen uitgegeven door leenheren als graven, bisschoppen en hertogen. ... Voorts had de heer onder meer recht op allerlei heffingen.)
Het echtpaar ging wonen  in 's Graveland op de buitenplaats Hilverbeek; in Amsterdam woonden ze aan de Herengracht. 
Van 1826 - 1933, ruim een eeuw lang wordt Hilverbeek  te 's Graveland, bewoond door de familie Six. Jhr Hendrik Six is de eerste eigenaar, hij laat een oranjerie bouwen. In 1845 worden Noord- en Zuid-Wolfsbergen aan het landgoed toegevoegd.

Rond 1860 wordt het huis met een verdieping opgehoogd. In 1910 wordt bij Jagdlust het houten speelhuisje Heilust gebouwd; dit is vanaf de weg te zien.

Ze kregen twee zonen. Hun huwelijk raakte in een crisis, doordat Lucretia het niet pikte als afgeleide van haar man beschouwd te worden. Ze leefden meestal gescheiden, zij in Hilvarenbeek, hij in Amsterdam. Hendrik werkte wel, dus rentenierde niet. Bij schoonvader Pieter de Winter. Was verder uitstekend botanicus en lid van de Akademie van Wetenschappen; ook geïnteresseerd in fotografie. 
In 1841 werden de Sixen ingelijfd bij de adel (Willem I wilde een nieuwe adel creëren door het verlenen van titels aan families die drie generaties ambten als schout, schepen en burgemeester hadden bekleed.
Jan-Pieter en Pieter-Hendrik verloren tussen 1845 en 1847 beide ouders. 
1848 revoluties overal in Europa: voor vrijheid en gelijkheid en afschaffing van de standen.
Willem II liet een andere grondwet opstellen, met een ander kiesstelsel.
Grondige verandering van Amsterdam, geplaveide straten, luxe winkels, schoon drinkwater. De twee broers leidden een weinig dynamisch bestaan in 's Graveland en Amsterdam. 1851 verkoop deel collectie ouders, uit financiële noodzaak. Door zuinig te leven en door erfenissen wisten ze hun vermogen te herstellen. 
Jan-Pieter Six VI 1824-1899
Jan-Pieter Six VI 1824-1899
Trouwde in 1856 met de rijke Catharina Teding van Berkhout.
In 1860 trouwde ook Pieter Hendrik, en gingen de broers apart wonen. 
Jan VI had een goede opleiding genoten op de elitaire school Noorthey en ontwikkelde zich tot een echte onderzoeker. Hij schreef wetenschappelijke artikelen over munten en inscripties en in zijn huis (Herengracht) werd het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap opgericht. 1869 eredoctoraat. Hij stelde zijn schilderijencollectie open voor bezoekers. 
Traditionele leven van adel en patriciaat werd steeds moeilijker vol te houden. vanaf 1878 belasting op erfenissen.
Daarnaast groeide er een nieuwe groep notabelen die rijk geworden waren door werk en speculaties; vertoonden de uiterlijke kenmerken van de aristocratie. De echte adel trouwde met dit nieuwe geld om hun stand op te kunnen houden. Het Rode en Blauwe boekje hield bij wie er wel en wie er niet bij hoorde. 
Veel veranderingen in Amsterdam, Centraal Station, Carré, Concertgebouw. In een kwart eeuw was een nieuwe stad en een nieuwe elite ontstaan.  Jan VI deed daar niet aan mee. Leefde relatief sober en was 20 jaar lid van de Provinciale Staten. Geen liefdadigheid bij de dames van de Sixen. 
Jan Six VII 1857-1926
Jan Six VII 1857-1926; kunsthistoricus.
Portret Rembrandt van Jan Six I verhuisde steeds mee met de familie. Bij Jan VII op Herengracht 511. Deze Jan werd 'de professor' genoemd. Hij was getrouwd met koopmansdochter Hiëronyma Bosch Reitz (Nine). Haar familie had veel plantages in Suriname en had veel verdiend met de slavenhandel.Jan VII had net als zijn vader een grote wetenschappelijke interesse. Trad veel meer op de voorgrond. Werd tweemaal hoogleraar kunstgeschiedenis en werd ook rector magnificus. 
Hij was als wetenschapper uiterst productief. Zijn collectie werd bezocht door prominenten als Roosevelt en Koningin Wilhelmina. 
In 1915 verhuisden ze naar het huis aan de Amstel. Het ging de familie goed. 

Grote veranderingen rond 1900, klassieke beschavingsideaal werd vervangen door massale en materialistische cultuur. 
De meisjes Six mochten niet beneden hun stand trouwen. Jan Six leefde sober, maar Jans neef Jan Willem joeg het familievermogen erdoorheen. Hij trouwde met een naaister. Zijn zuster Louise was getrouwd met een losbol die over haar kapitaal kon beschikken en al haar geld stak in een dierentuin die kapitalen verslond. 

Veel meer kinderen bleven in leven, dus erfenissen werden kleiner, en er moesten meer successierechten worden betaald. Vooral de historische collectie liep daardoor gevaar. Na de dood van Jan VI verkochten de kinderen 60 schilderijen. Een speciaal fonds werd opgericht als onderdeel van de Vereniging Rembrandt om kunst op te kopen. 
Louise liet Gooilust na aan Natuurmonumenten en Jan VI had zijn historisch bezit in een stichting ondergebracht. 
Alleen de vrouw van Jan VII leefde van het familiekapitaal, de rest van de familie moest een baan gaan zoeken.
Jan Six VIII 1891-1961
Jhr. Jan Six van Hillegom (1891-1961)
Jan VIII ging naar de koloniën, waar hij nog enigszins een aristocratisch bestaan kon leiden. Zijn vrouw hield het er niet uit, dus keerden ze terug. In 1933 vond hij een baan bij de Amstelbrouwerij: hij werd er directeur. 
Tijdens de oorlog redde hij zijn collectie door zijn huis tot museum te maken. Amstel had een warme relatie tot de Duitsers. Die lieten de collectie Six met rust. Enkele Sixen waren actief in het verzet, Jan Six als verbindingsman en Piet Six als opperbevelhebber van de Ordedienst. Hij onderhandelde met de Duitsers om bijvoorbeeld het opblazen van sluizen of het doorsteken van dijken te voorkomen. Er kwam na de oorlog veel kritiek op de OD maar een nieuwe generatie historici heeft dat beeld genuanceerd. 
Jan VIII ging na de dood van Grootemoes in het huis aan de Amstel wonen. 
Zette zich na zijn pensioen in 1958 in voor het behoud van de binnenstad en richtte de vereniging Hendrik de Keyser en de Maatschappij tot Stadsherstel op.
Het echtpaar kwam in 1961 bij een auto-ongeluk om het leven.
Piet Six overleed in 1986, zijn zus Totie ook; en in 1992 Nine. 

Woonadressen Sixen: 
Kloveniersburgwal 103, ouderlijk huis Jan Six I
Keizersgracht 210, Jan Six inwonend bij zijn schoonvader Tulp
Kloveniersburgwal 23, hier woonde Jan Six bij zijn neef Burgh
Herengracht 619; dit huis liet Jan I zelf bouwen. 
Reclamefilmpje voor het boek. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten