woensdag 13 september 2017

Bittere bloemen, Jeroen Brouwers, 2011.

Boekomslag
Bittere bloemen vond ik eerlijk gezegd minder goed, minder indrukwekkend, dan Bezonken rood, het boek dat ik vlak hiervóór las. Dat kwam omdat het hier zo duidelijk 'een roman'  betrof; fictie. Ik voel daarin vaak haarscherp aan wat er eigenlijk niet klopt, het boek is mij te 'gemaakt'. Een kapstok om bepaalde ideeën en gevoelens aan op te hangen. Geef mij dan maar goeie non-fictie.
Mijn opvatting is dezelfde als die van J.J. Voskuil, die zelfs een hekel aan literatuur had, en het liefste het dagelijkse leven beschreef. Hij deed dat in Het Bureau, daarin is niets verzonnen. Geweldige literatuur, het leven zelf tot kunst verheven!
Hetzelfde geldt wat mij betreft voor Bezonken rood. En in iets mindere mate voor Het hout. Hoewel die beide als 'roman' werden gepresenteerd.

Ik weet het natuurlijk niet zeker, misschien is het Brouwers wél overkomen wat hij in Bittere bloemen beschrijft. Maar ik kreeg het gevoel van niet.
Oude heer achterop bij een jonge meid achterop een Vespa? Ik kon het me niet echt indenken. Hoe leuk de beschrijving van het peuteren aan haar string, of zijn stiekeme geloer naar haar kruis als ze opstapte ook was. 
Hoofdpersoon is een eenentachtigjarige man, Julius Gerhard Marius Hammer. Nomen est omen: Hammer was in zijn werkzame leven (onder andere) rechter die met een hamerslag en in zwarte toga mensen vonniste.
In gedachten doet hij dat nog wel eens: zoveel detentie, enzovoorts.
Nadien werkte hij nog als politicus en als docent voor een schrijfcursus. In zijn vrije tijd kweekt hij orchideeën.
Kweekt graag orchideeën. Iets van de titel doet daar ook aan denken
Hij had een vrouw Helga, en heeft een sterk op haar lijkende (grote boezem) dochter Eva.
Hammer is door dwingende dochter op een cruise gestuurd, waar hij zich niet op zijn gemak voelt.
Net als in het boek, gaat dit cruiseschip aanleggen bij Ajacio op Corsica.
Hij vindt de meeste mensen schaamteloos en lelijk, het lawaai van hun muziek stoort hem.
Op het schip hervindt hij een meisje van een vroegere schrijfcursus, Pearlene, door hem steevast Leentje genoemd. Het is de enige vrouw van wie hij in zijn leven echt gehouden heeft, en nog houdt.
Op het eiland Corsica in de plaats Ajacio zit hij bij haar achterop de Vespa, zij wil hem - oud en moeilijk ter been, gat in zijn broek, kapotte veter - niet aan zijn lot overlaten. Hij weet dat zijn liefde onmogelijk is, maar geniet toch van het jonge lijf dat hij omvat om niet van de Vespa te vallen.
Zij is het Cranach-meisje.
Er zijn diverse schilders Cranach geweest: Lucas Cranach de Oudere, de Jongere, zoon van de Oudere, en Hans, broer van de Jongere. Met allemaal meisjesportretten. 
Dezelfde, links en rechts; links detail.


Een lief kind, die Pearlene, dat hem goed helpt in al zijn hulpeloosheid.
De tocht gaat naar een filmset, waar zelfs Nicole Kidman optreedt.
Dit is Kidman omstreeks 2011. Haar schoonheid is ook alweer voorbij, ziet hij aan de cosmetische ingrepen. 
Daar ontdekt Hammer dat zijn Cranachmeisje lesbisch is, en dat betekent de definitieve ontgoocheling in zijn leven.
Het boek eindigt met Hammers dood.

Natuurlijk zijn bepaalde gevoelens en verdrietelijkheden, verliefdheden wél echt, of écht mogelijk. De smart van het ouder worden komt authentiek over: het vergeefse, het voorbije, het onmogelijke, het buiten het leven staan. Julius Gerhard Marius Hammer is immers eenentachtig, hij heeft een beroerte achter de rug, en heeft ook een crisis gehad in zijn leven als rechter. Iets met een hond, waar hij niet over wil praten, maar wat de helderziende Pearlene wel doorheeft (al weet ze niet precies hoe het zat).
Al die overwegingen en gevoelens over de ouderdom leveren wat mij betreft mooie literatuur op.
In het begin van het boek zakt hij, nogal ontluisterend, door de dekstoel. Pijn aan zijn stuitje.
Herkenbaar in dat verband was ook zijn gevoel van ongemak op het schip, zijn verlangen terug te zijn in de rust van thuis, bij zijn orchideeën. Zijn gevoel van misplaatstheid op die cruise. Met dank aan dochter.
Qua beelden en doorwrochtheid is het boek trouwens ook een echte Brouwers zoals ik hem nu heb leren kennen: bepaalde woorden, beelden komen steeds terug, zoals het beeld van het meisje van Cranach. Of de betekenis van het woord 'eigenlijk', en de rechtershamer. De steeds terugkerende herinnering aan de explosie waarbij zijn moeder om het leven kwam.
Ooit liep hij in dit museum Gotha, en het was hem of hij daar door het plafond heen weer mensenlichamen zag verschijnen. Zoals toen zijn moeder door een explosie gedood werd en haar lichaamsdelen door de lucht vlogen. 
Ik las dat Brouwers een bewonderaar is van Harry Mulisch. De 'knopen' in het werk, de steeds terugkerende motieven, het in elkaar passen van het verhaal, herinneren inderdaad sterk aan Mulisch.
Jeroen Brouwers.
Lucas Cranach de Oudere. 
Bittere bloemen slaat volgens mij op de bitterheden van de ouderdom: wel kunnen verlangen naar liefde en jeugd, maar weten dat je tijd voorbij is. Niet veel meer kunnen. Mogelijke parallel met de orchideeën thuis, het enige waar hij nog plezier aan beleeft, maar die nu bitter-verdrietig zijn geworden door hun onbereikbaarheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten