zaterdag 30 juli 2016

De wereld van gisteren; Herinneringen van een Europeaan, Stefan Zweig, 1944 (2007).

Boekomslag
Een aangrijpend boek, van deze grote schrijver, die leefde van 1881 tot 1942. Hij beschrijft zijn leven aan de hand van de geschiedenis van deze periode, waarin grote gebeurtenissen plaats vonden, die op hun beurt grote veranderingen met zich meebeebrachten. Twee wereldoorlogen maakte hij mee, de tweede was nog volop aan de gang toen hij in 1942 samen met zijn vrouw Lotte in Brazilië (in Petrópolis) zelfmoord pleegde.
Stefan met broer Alfred, 1900. Zweig vertelt nauwelijks iets over zijn persoonlijke leven. Zo wist ik uit zijn boek niet eens dat hij nog een broer had. Ook over zijn huwelijken weet ik van hemzelf niets, behalve dat hij nogal abrupt vertelt dat hij in ballingschap aan een tweede huwelijk begonnen is. 
Zweig was de zoon van een rijke textielondernemer, hij was joods. Niet, dat dat hem zelf veel zei in de zin van religiositeit. Deze westerse joden waren rijk, seculier en eigenlijk goed geassimileerd. Ze droegen enorm veel bij aan de bloeiende cultuur in Wenen.
Ze hadden in eerste instantie ook niet zo veel behoefte aan het stichten van een Joodse onafhankelijke staat, zoals Theodor Herzl die voorstond.
Theodor Herzl, 'stichter' zionisme.
Herzl kreeg wel de oosteuropese joden mee. Deze Poolse, Galicische en Russische joden kwamen uit de getto's en waren wel gevoelig voor het idee van een Joods eigen land - al hadden die wel weer de kritiek op Herzl, dat hij hun cultuur en gebruiken niet goed kende. Maar de rijke Weense Joden hadden juist een bestaan opgebouwd waarin ze zich als een vis in het water voelden. Zweig ziet in elke jood van zijn (bloei)tijd een streven om het materiële, de financiële rijkdom achter zich te laten, en zich te richten op geestelijke rijkdom. Die geestelijke rijkdom was er volop in Wenen, en in die zin was er een streven naar assimilatie. Niet dat ze ernaar streefden bij de adel te horen, die bescheidenheid hadden ze ook wel weer... Maar bijdragen aan de cultuur, in de breedste en ruimste zin, dat wilden ze wel. Zweig noemt enkele namen van Joden die hebben bijgedragen aan de grote bloei van het oude Wenen: Gustav Mahler, Schönberg, Hoffmannsthal, Schnitzler, Freud.
Hugo von Hoffmannsthal; de vriendschap met Von Hoffmannsthal betekende erg veel voor Zweig. Ik zelf ken Hoffmannsthal alleen van naam.
Een van de redenen voor mij om dit boek te gaan lezen was het zien van de film The Grand Budapest Hotel, van Wes Anderson. Die film is gebaseerd op het werk van Stefan Zweig, en als je de eerste pagina's leest, dan begrijp je dat meteen: de zwier in het hotel, het grandioze van het leven daar, de luxe, het plezier, de gecultiveerdheid: je herkent het als Zweig het leven van vóór de Eerste Wereldoorlog beschrijft.
De zwier van het leven. Of anders gezegd, zoals Zweig het formuleert: 'De tijd vóór de eerste wereldoorlog was de gouden eeuw van de zekerheid. Alles in onze bijna duizend jaar oude Oostenrijkse monarchie leek gebaseerd op duurzaamheid. (...) Alles had zijn norm, zijn vastgestelde maat en gewicht.' 
Misschien is de hernieuwde belangstelling van tegenwoordig voor Stefan Zweig voortgekomen uit de interesse. voor deze film. In elk geval is, opmerkelijk genoeg, nu zijn boek De wereld van gisteren ook weer opnieuw uitgegeven.
Er is voor mijzelf uiteraard óók een band met het boek Zomer van de vriendschap, waarin we kunnen lezen over de vriendschap tussen Joseph Roth en Stefan Zweig.
Eerder al over geblogd.
Het viel me op, dat Zweig Joseph Roth zelf nergens noemt in zijn boek. Hij bespreekt wel zijn talrijke bezoeken aan het buitenland, waarbij hij ook de plaats Oostende noemt. Wat dat betreft is hij - en voelt hij zich - wereldburger, Europeaan: hij bezoekt Parijs, Londen, Berlijn, Venetië, India, New York, Afrika, Geneve, Sovjet Unie. Hij heeft ook overal vrienden, met wie hij intensieve contacten onderhoudt. Aan de bovenstaande bevriende contacten voeg ik nog toe: Romain Rolland, Richard Strauss, Emile Verhaeren, Rilke, Adler, Paul Valéry, Rodin, Walther Rathenau, James Joyce.
Misschien is ook daarom Zweig weer actueel: omdat hij zo heilig geloofde in een verenigd Europa.
Emile Verhaeren
Het ontroerendste vind ik het, als hij vertelt hoe sommige van deze mensen voor hem ook leermeesters zijn geweest; steunpunten in moeilijke tijden. Zo iemand was Emilie Verhaeren; maar ook Romain Rolland, Rilke, en Sigmund Freud.
Romain Rolland, 1866-1944; Nobelprijs voor de literatuur in 1915. De vriendschap met hem betekende heel veel voor Zweig: 'Als een witte duif kwam hij (=de brief van Rolland aan het begin van de 2e wereldoorlog) uit de met brullende, stampende, razende beestachtigheid volgeladen ark. (...) Ik voelde me gesterkt door Rollands superieure geestkracht.'
Buitengewoon ontroerend vond ik ook de ontmoetingen die Zweig had in Londen met de eveneens verbannen Sigmund Freud. Freud was toen al heel oud, hij leefde van 1856 tot 1939. Hij was haast blind en liep slecht. Desondanks putte Zweig kracht uit de eerlijkheid en de moed van deze grote geleerde. 
Ik noem nu enkele thema's uit het boek: 
Leuk vond om te lezen hoe in Zweigs jeugd hij en de overige de leerlingen van zijn school bijzonder geïnteresseerd waren in literatuur: zij moedigden elkaar aan, stimuleerden elkaar om verder te lezen, verder te onderzoeken. Het is haast onvoorstelbaar als je het vergelijkt met het beeld dat je soms hebt van de huidige generatie: dat niets hen interesseert, of het moet geld verdienen zijn. Trouwens, in mijn eigen jeugd was de leus ook al iets als 'wat heb je eraan' (bij vrijwel elke lesstof!), en die gedachte strijdt ook met de levendige belangstelling die voelbaar wordt bij de jongeren uit Zweigs jeugd.
Zweig heeft enorm veel geschreven, hij gold als een der produktiefste en ook als een der best verkochte auteurs van het interbellum. Hij schreef veel biografieën.
Castellio gegen Calvin 
Triumph und Tragik des Erasmus von Rotterdam
Twee boeken die hij schreef vond ik met name interessant : een over Erasmus, Triumph und Tragik des Erasmus von Rotterdam, de ander over Castellio: Castellio gegen Calvin, oder ein Gewissen gegen die Gewalt. Erasmus omdat het een Nederlander was, (en Zweigs grote voorbeeld, qua kosmopolitisme, verdraagzaamheid, humanisme, pacifisme) en Castellio, omdat Zweig partij koos voor deze man, en tegen Calvijn, omdat Calvijn doodde voor zijn opvattingen.
Het hoofdstuk over de ontwikkeling van de sexualiteit is ook interessant, al weet je het meeste wel. Zweig breekt een lans voor natuurlijkheid en openheid, alle oude verboden van vroeger werkten 'verkeerde neigingen' alleen maar in de hand. Prostitutie was wijdverbreid, syfillus kostte veel mensenlevens. De kleding verborg lichaam en lust, maar het vestigde eigenlijk juist de aandacht erop.
Zweig woonde een tijdland in een kasteeltje in Salzburg, tegenover de Salzberg bij Berchtesgaden. Adolf Hitler kwam tegenover hem te wonen.
Paschinger Schlössl, het kasteeltje van Zweig op de Kapuzinerberg, bij Berchtesgaden. Hij woonde hier met zijn vrouw Friderike Winternitz, die twee kinderen had uit een eerder huwelijk.
Friderike Winternitz met haar twee dochters uit een eerder huwelijk. Zij was Zweigs eerste vrouw. Zij verkoos in Salzburg te blijven, toen Zweig emigreerde. Ze bleef hem zeer trouw als goede vriendin, zij schreven elkaar. Zij was niet joods. 
Tegenover hem werd dit bouwwerk neergezet, waar Hitler introk: het Adelaarsnest. 
Hitler heeft natuurlijk het leven van Zweig en nog zo veel meer Joden vernietigd.  
Zweig heeft zich een tijdland mogen verheugen in een enorm succes in zijn leven, hij werd overal gepubliceerd, zelfs in het buitenland was hij een van de best verkopende Duitstalige auteurs. Van al dat geld, dat bovenop het familiekapitaal kwam dat hij al geërfd had, schafte hij zich prachtige handschriften aan. Hij 'veredelde'  die ook steeds, dat wil zeggen schafte zich steeds interessantere handschriften aan, waarvoor hij dan weer minder interessante weg liet. Het laatste wat hij nog weet te verwerven is de inboedel van de sterfkamer van Beethoven, dat is weer zeer ontroerend om te lezen.
Zijn idee was om al dit prachtigs na zijn dood over te doen aan een fonds die zijn werk zou voortzetten. De museumcollectie bevond zich in zijn kasteeltje te Salzburg.
Helaas is dat allemaal niet bewaarheid, we kennen de afloop van de geschiedenis met de Joden. Noodgedwongen heeft Zweig zijn kostbare verzameling van de hand gedaan, voordat hij voorgoed en vrijwillig in ballingschap ging.
Zweig voelde al aan sommige vrienden dat die liever niet meer met hem gezien werden, ze gingen met hun rug naar hem toestaan, en zochten hem dan later eens alleen op.


Dit schokkende beeld vond ik op internet: het boek Amok, links, zoals het van de brandstapel is 'gered'. Al Zweigs boeken - en nog van zo veel meer auteurs - werden verboden onder Hitler, en in het openbaar verbrand.
Als de situatie steeds uitzichtslozer wordt, emigreert Zweig. Eerst woont hij nog een tijd in Engeland, eerst Londen, dan Bath. Zijn laatste woonplaats wordt Petrópolis, Brazilie. Tussen neus en lippen vermeldt hij dat hij voor de tweede keer getrouwd is. Met deze Lotte pleegt hij in 1942 zelfmoord, hij heeft te veel verloren en kan niet als balling leven.
Het Stefan Zweig-haus in Brazilië.
Handtekening Stefan Zweig.
In ballingschap (1938-1941) schreef Zweig ook zijn bekendste novelle: de Schachnovelle; hierboven de eerste uitgave.
Houtsnede Schachnovelle
Dit straatnaambordje herinnert nog aan de tijd dat Stefan Zweig in Brazilië woonde. Het is in  Laranjeiras, Rio de Janeiro
Dit is Zweig met Lotte Altmann, zijn secretaresse die zijn tweede vrouw werd. Zij was veel jonger dan hij, hij was 60, zij 32. 

En dit is de gruwelijke politiefoto van het echtpaar, na hun gezamenlijke zelfmoord. Zweig had in Brazilië dit boek, De wereld van gisteren geschreven, puur op herinnering. Het werd postuum uitgegeven.
Thomas Mann, ook een Jood, en ook in ballingschap, veroordeelde de zelfmoord van Zweig. Volgens Mann was leven in ballingschap wél mogelijk; hetgeen hij met zijn eigen leven bewees. (Helaas gold dit niet voor Stefan Zweig.)
Het is ook interessant te weten dat er intussen een biografie verschenen is over Stefan Zweig, die wat andere punten laat zien dan Stefan Zweig ons in zijn autobiografie toont. 
Biografie van Zweig
Het is The impossible exile, van George Prochnik. Prochnik vindt dat Zweig af en toe te romantisch is in zijn oordeel. Over nog wat meer verschillen zie deze interessante Bespreking, een vergelijking tussen de autobiografie en de biografie. De moeite van het lezen waard.
Er bestaat ook een Stefan Zweiggenootschap in Nederland, waarvan het ook interessant is er kennis van te  nemen. 
Stefan Zweig
Lotte Altmann
Stefan Zweig Zentrum, Salzburg.
Prachtige documentaire van Arte, over leven en werk van Zweig. Ongeveer 51 minuten, in het Frans. 
2016. Met prachtige beelden uit de betreffende periodes van de geschiedenis. Ook beelden van Zweig. 
Nieuwe film, 2016. Trailer.
De film heet Vor der Morgenröte, en is van Maria Schrader. Het gaat over de laatste levensperiode van Stefan Zweig. Josef Hader speelt Zweig, Aenne Schwarz Lotte Altmann. 

zondag 24 juli 2016

Scarface, Brian de Palma, 1983.

Poster
Dit is weer zo'n klassieker, ik heb de naam wel eerder gehoord, maar weet niet precies waar de film over gaat. 
Welnu, dat weet ik nu. 
Allereerst vond ik het interessant aan deze film, dat de hoofdfiguur, Antonio Montana, behoort bij een groep Cubanen, die in 1980 zouden zijn vertrokken uit Cuba. Onder hen bevond zich een grote groep ernstige criminelen, Fidel Castro had de emigranten gedwongen die lui uit de gevangenis op hun boten toe te laten. Zo was hij het uitschot van zijn land kwijt, met als argument dat ze 'geen waarde hadden voor de revolutie.'
Overigens kwamen velen van de vertrekkenden om bij een orkaan. 
Antonio Montana is een van de criminelen. Een bijzonder harde. 
Het is geweldig te zien hoe hij (Al Pacino) met smoesjes op de vreemdelingenpolitie inpraat. Het helpt niet echt. Uiteindelijk vermoordt hij een communist, Emilio Rebenga, en dat levert hem wél een verblijfsvergunning in Amerika op. (!)
Het is verder interessant dat de film gebaseerd is op een oudere versie, namelijk uit 1932. Ik heb er beelden van gezien, en voor zo'n oude film vond ik hem indrukwekkend. 
Het verhaal is hier en daar anders. In 1932 zou het gaan om Al Capone, de drooglegging staat centraal. Het gaat om de opkomst en ondergang van een gangster, die bovendien een neurotsiche verhouding met zijn zuster heeft. In 1983 gaat het om drugs, en is de actualiteit van Cuba erin gepast. Het verhaal is van Oliver Stone. 
Trailer van Scarface uit 1932, onder regie van Howard Hanks. Ondertitel van de film: The shame of the nation.
Ik geef de foto's door elkaar, het is wel duidelijk welke beelden van 1932 of van 1983 zijn.
Trailer van de Brian de Palma-versie, van 1983.
Michelle Pfeiffer speelt Elvira, eerst de geliefde van Montana's baas, later van Montana. 
Hier zijn we Montana al behoorlijk opgeklommen: met zijn stoel met monogram, en zijn juwelen.
En dit hier tekent al helemaal zijn ondergang: met een zak vol heroïne (of cocaïne, ik weet het verschil niet) waarin hij zijn neus stopt alsof hij erin verdrinken wil. 
Rijk is hij zeker geworden, super rijk. En hij heeft de vrouw ingepikt van zijn baas. Maar zijn zus is hij verloren, en zijn vrouw inmiddels ook. Hij gaat alles verliezen.
Bepaalde scenes met Al Pacino vond ik ijzersterk, maar ik heb hem toch ook wat te vaak gezien, vrees ik. Sommige trekjes vind ik al te herkenbaar geworden. 
Dit is Montana's motto: the world is yours. Als hij voorover in zijn vijver ligt, neergeschoten, zien we deze tekst ook groot bij zijn kasteel. 















2 x Brian de Palma, 1940 - heden. 
Hij is verder bekend o.m. van Carrie, 1976, en Mission Impossible 1996
Howard Hanks, 1896-1977
Overigens speelde Al Pacino ook een gangsterrol in The Godfather, als Michael Corleone. 
Ik heb genoten van deze film - al is genieten een beetje een raar woord met al dat geweld; maar toch: - hij is spannend, authentiek, en heel veel spektakel.
Ik vond dit mooie citaat van Roger Ebert, die wilde uitdrukken wat deze gangsterfilm bijzonder maakt: 
"Scarface" understands this criminal personality, with its links between laziness and ruthlessness, grandiosity and low self-esteem, pipe dreams and a chronic inability to be happy. It's also an exciting crime picture, in the tradition of the 1932 movie.