vrijdag 7 augustus 2015

Een man, een woord; Imma Monsó, 2006.


De originele, Catalaanse uitgave 
Vertaling, uitgegeven door MKW, Leiden; vertaling Elly Bovée.
De Catalaanse literatuur wordt ook in het Nederlands vertaald, leerde ik op een lezing over dat onderwerp op het Instituto Cervantes. Na afloop kocht ik van de leestafel van de uitgever Menken, Kasander en Wigman (gespecialiseerd in Spaanse literatuur) dit onderhavige boekje.
                                       
Komeet, El Cometa, op zijn Catalaans; naam van de geliefde. Lichtgever.
Het gaat over de rouwverwerking van de ik-figuur Lot, die na een relatie van 16 jaar haar grote liefde verliest in de dood. Ik heb meer van dit soort boeken gelezen (ik denk aan IM, van Connie Palmen, Taal zonder mij, van Kristien Hemmerechts; beiden beschrijven de dood van hun man. Schaduwkind
van P.F. Thomese beschrijft de dood van een kind; dit is wel het allermooiste rouwgeschrift dat ik ken.)
Monsó kan zeker schrijven, maar eerlijk gezegd verloor ik wel een paar keer mijn interesse. Ik vroeg me bijvoorbeeld af wat ik aan moest met de beschrijving van de verschillende vriendenkringen die haar man had. Het werd voor mij hier en daar te lang, met te veel redenaties. 
Het verveelde me hier en haar ook wel dat de man zo geweldig was. Maar het moet gezegd: ik kwam over mijn interesse-dipje heen, en heb het boek ten slotte toch met veel genoegen - als je dat kunt zeggen over een boek met zo'n onderwerp - uitgelezen. 
De schrijfster presenteert haar boek om en om in de ik-vorm en in de zij-vorm: de ik is in het hier en nu, ná de dood; de zij is de vrouw ten tijde van de ziekte en het verlies van haar man.
De dood zelf is heel schrijnend beschreven. Ook vond ik er mooie bladzijden in, wanneer ze schrijft over hun adoptief-dochtertje. De filosofieën die ze heeft zijn mooi, wat dat betreft is het einde, drie jaar na zijn dood, zelfs troostend. 
Haar man was de Liefde van haar Leven; hij was de man die de Grote Verveling die ze altijd voelde met 'gewone mannen' verdreven had. Hij is van het type 'een man een man, een woord een woord': vandaar de titel. Door alles heen klinkt haar aanbidding, Hij is voor haar zo bijzonder dat ze hem ook in bepaalde eigenschappen nabootst, en via hem probeert zichzelf te verbeteren. 
Lot, voor vlieger, is een van de namen die El Cometa zijn geliefde gaf
Als ze na zijn dood aan een bevriende psychiater (v) om een zelfhulpboek vraagt, krijgt ze twee A4-tjes, de rest moet ze zelf invullen. 'Die rest' is dan dit boek. Dat het soms als regelrechte verwerking voelt, vind ik trouwens ook niet overal even sterk. Maar goed. 
Een heel hoofdstuk gaat over zelfmoord, die in die eerste rouwperiode lokt. Door dat zoeken met thema's en woorden maakt ze mijns inziens toch literatuur. Ze schept als het ware een soort systeem van haar gedachten, en gevoelens, er zit een logische ordening in. En door die ordening gaat de herinnering aan haar man niet verloren. 
Ze heeft de hoofdstukken afwisselend A en B genoemd: de eerste gaat terug in de tijd, met herinneringen aan hoe het allemaal was; de hoofdfiguren zijn hier Lot en El Cometa. Lot staat voor 'dimwit', d.w.z. sufferd, onbenul; maar ook: vlieger; het is een van de bijnamen die El Cometa haar gaf. El Cometa is Catalaans voor Komeet, de lichtgevende. Dat was hij voor haar en voor vele anderen (hij was filosofie-leraar), Het geadopteerde dochtertje heet Píulix, een naam die is geïnspireerd op de boeken van Asterix die hij haar voorlas. 
                                                     
De naam Píulix is geïnspireerd op Asterix en Obelisk, dat El Cometa helemaal aan haar voorlas
Het boek heeft wel twee prijzen gekregen: een ervan is de Premio Salambó. Het zegt uiteraard iets over de waardering die ze in eigen land ondervindt. 
Monsó heeft in Barcelona en in Caen (Frankrijk) gestudeerd. Ze schrijft voor El País en voor La Vanguardia. Ze wordt geprezen om haar (zwarte) humor.
Het is het eerste boek van Monsó dat ook in het Engels is vertaald. Zie de Recensie Engelse uitgave.
Imma Monsó
Café-restaurant Salambó in Barcelona, waar Monsó in 2006 de Premio Salambó uitgereikt kreeg.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten