zondag 1 september 2013

Rosa Luxemburg 7, De verraden revolutie 1918-1919

De verraden revolutie 1918-1919 van Sebastian Haffner is verreweg het meest verhelderende boek over de revolutie in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog.
Ik schafte het boek aan via Boekwinkeltjes, ik kon het komen ophalen in het Dolhuys in Haarlem.
Al bij het openslaan en het bekijken van de foto's met opschriften werden mij al tal van zaken verduidelijkt: wie was Ebert, hoe kan het dat in 1918 de revolutie twee keer werd uitgeroepen. Ik citeer bij de 4 foto's van Friedrich Ebert, Wilhelm Groener, Philipp Scheidemann en Gustav Noske:

Deze vier mannen zouden de revolutie noodlottig worden. Ook toen zij gedeeltelijk de leiding overnamen, bleven zij steeds besloten de revolutie te beteugelen. Friedrich Ebert sloot als rijkskanselier een 'verbond' met generaal Groener: inzet van de terugkerende fronttroepen tegen de revolutionairen. Hij leverde daarmee zichzelf en de jonge staat uit aan de machthebbers van gisteren. Philipp Scheidemaan, die oorspronkelijk had gepleit tegen deelneming aan de 'failliete onderneming', riep een paar weken later eigenmachtig de republiek uit. Gustav Noske gaf het bevel tot het definitieve neerslaan van de revolutie. Hij zei: 'Iemand moet de bloedhond zijn.'

Haffner analyseert en schrijft zeer helder; hij herhaalt zich ook wel eens, en wat mij betreft is dat geen fout maar een luxe. Zo kun je de machinaties van de politiek beter leren doorzien. Het is allemaal ingewikkeld genoeg.
De schrijver begint zijn betoog met de betekenis van 29 september 1918. Het was 'de dag van capitulatie en staatkundige hervorming op één dag'. Duitsland dankte dat aan één man, generaal Ludendorff. Het was de man toen zelf duidelijk, dat de oorlog verloren was. Hij wilde capituleren, maar wilde daar niet de verantwoordelijkheid voor dragen. Dus 'gaf' hij de politiek, met name de SPD wat ze steeds gevraagd had: democratie, medezeggenschap. Het doel daarvan was, dat ZIJ dan de verantwoordelijkheid voor de capitulatie toegeschoven kregen: zij wilden het voor het zeggen hebben? Welnu, okay, bij deze, en maak dan nu maar een eind aan de oorlog.' Zo kon het oude establishment - leger, jonkers - buiten schot blijven en hun eer behouden. Dat moest ook, want ze wilden terugkeren naar  de macht. Die opzet slaagde. En de SPD bleef tot op het bot verdeeld, en machteloos achter.
Haffner legt ook uit, wat voor soort man Ludendorff was, dat hij zo'n ommezwaai kon maken. Hij was immers tot dan toe, samen met Hindenburg, degene die de militaire dictatuur uitmaakte in Duitsland. Haffner verklaart Ludendorffs gedrag puur uit berekendheid. Uit dit calculeren en het toespelen van de verantwoordelijkheid naar de sociaaldemocraten is later de zogenaamde 'dolkstootlegende' voortgekomen. De bevelhebbers wasten hun handen in onschuld na alle drama's van het einde van de Eerste Wereldoorlog.
De keizer vertrekt op slinkse wijze uit het land naar Nederland, daarmee stort de Duitse monarchie  geruisloos ineen.

Er ontstaat een 'spel' van revolutie en contrarevolutie. De werkelijke revolutie werd gewild door gewone matrozen, soldaten die een einde aan de oorlog wilden, en arbeiders. Ze verenigden zich in Raden. Sociaaldemocraat Ebert stond in naam aan de kant van de revolutie, maar eigenlijk was het helemaal geen revolutie die hij wilde. Want toen de matrozen in Kiel in opstand kwamen, wilde hij maar al te graag dat die opstand onderdrukt werd. In het geheim had Ebert contacten met generaal Groener (die ook een rol speelt in de roman Rosa). De generaal beloofde loyale samenwerking, maar daartegenover stond dat er gestreden moest worden tegen radicalisme en 'radenrommel': die moesten zo gauw mogelijk verdwijnen.
Ebert stond dus feitelijk aan de kant van de contrarevolutie. Hij werd daarin geholpen door de Vrijkorpsen, die getraind werden om de opstand neer te slaan met alle middelen.
Haffner verslaat niet alleen de gebeurtenissen in Berlijn, ook die in München. In München was Kurt Eisner minister-president. Anders dan Ebert zag Eisner wél helder de noodzaak in na de oorlog radicaal met het oude te breken. Zo lang Eisner leefde, verliep de revolutie in Beieren zonder bloedvergieten. Helaas werd Eisner vermoord op 21 februari 1919, en verliep de revolutie ook daar verder dramatisch. Het Werdenfelser vrijkorps onderdrukte daar samen met vrijwilligerseenheden uit Pruisen en Württemberg bloedig de radenrepubliek van München. Deze bloeddorstige groepen vormden de kern van de contrarevolutie, en zijn ook verantwoordelijk voor de dood van Liebknecht en Luxemburg.

De rol van Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg in Berlijn licht Haffner als volgt toe: anders dan de indruk die bij mij ontstaan was, acht hij die politieke rol van de beide revolutionairen niet groot. Ook niet die van de spartakisten. Wat wel van eminent belang was, was dat Karl en Rosa doorzagen wat Ebert wilde. Terwijl zij tweeën een werkelijke revolutie beoogden, pleegde Ebert aan zijn medebroeders verraad. Zij tweeën stelden dat openlijk aan de kaak. Haffner denkt dat dat de reden is geweest voor hun dood. Liebknecht en Luxemburg waren beiden symbool van de revolutie, daarom moesten ze dood.
Door het optreden van de Vrijkorpsen verloopt de revolutie zeer gewelddadig. De arbeiders en soldaten verzetten zich ook met geweld, en zo loopt de strijd uit op een burgeroorlog in tal van Duitse steden. Alles bij elkaar eiste die tenslotte veel meer levens dan alleen die van de twee bekende namen.

Haffner levert een zeer spannende betoog van het verloop van de gebeurtenissen vanaf 28 september 1918 tot medio 1919. Ook de zogenaamde Kapp-putsch komt nog aan de orde, een staatsgreep van uiterst rechts, feitelijk onder Walther von Lüttwitz, die mislukte omdat het hele land was lamgelegd door stakingen.
Aan het eind van zijn verslag concludeert Haffner, dat revolutie geen schandvlek hoeft te zijn, zoals talrijke Duitsers nu nog steeds denken (net als Ebert toen, die alleen maar de 'oude orde' herstellen wilde). Men kan haar zelfs roemrijk noemen, zie bijvoorbeeld de revolutie in Nederland tegen Spanje. De revolutie is dan wel als een 'pijnlijke geboorte', maar wordt wel een nieuw begin, waar een natie trots op kan zijn.
Maar de  revolutie van 1918-1919 mislukte, en het Duitse volk 'heeft voor die mislukking moeten boeten met het Derde Rijk, met een Tweede Wereldoorlog en met het verlies van zijn nationale eenheid en soevereiniteit.'